Liahona
Haar offer is mij welbehaaglijk
December 2024


‘Haar offer is mij welbehaaglijk’, Liahona, december 2024.

Onder heiligen der laatste dagen

Haar offer is mij welbehaaglijk

Terwijl we zongen, voelde ik de stille warmte van de Geest in mijn gedachten en in mijn hart.

twee vrouwen zingen uit zangboeken

Toen ik klein was, zongen mijn ouders in ons wijkkoor. Mijn moeder zong vooral graag met Kerstmis. Elke kerstavond speelden we als gezin het kerstverhaal na en zongen we kerstliederen. We eindigden altijd met mijn moeders lievelingslied, ‘Stille nacht’.

Toen ze in de zestig was, kreeg mijn moeder astma. Jaren van hoesten en haar gevecht met de ziekte hadden hun weerslag op haar stem. Ze verloor ook het gehoor in één oor en het andere oor werkte evenmin naar behoren. Ze probeerde nog steeds te zingen, maar vaak las ze alleen mee en dacht ze over de liedtekst na.

Toen ik in de kersttijd op een zondag bij mijn ouders op bezoek was, woonden we de avondmaalsdienst bij. De dienst stond in het teken van de geboorte en zending van Jezus Christus.

‘Ik zal in het hiernamaals toch geen astma hebben?’ vroeg mijn moeder voordat de bijeenkomst begon.

‘Natuurlijk niet’, antwoordde ik.

Daarna spraken we over andere lichamelijke kwalen die ze na de opstanding niet meer zou hebben.

‘Ik zal weer kunnen zingen’, zei ze.

‘Met de hemelse koren’, voegde ik eraan toe.

Toen we de openingslofzang, ‘Geen wieg voor een koning’, zongen, hoorde mijn moeder de pianobegeleiding niet. Ze begon de jeugdwerkversie van het lied te zingen in plaats van de versie in Lofzangen, die een andere melodie heeft. Ik probeerde haar te corrigeren, maar ze kon me moeilijk verstaan. Tijdens de avondmaalslofzang bleef ze met het zingen worstelen. Ze wilde heel graag zingen, maar haar stem ging alle kanten op.

Later in de avondmaalsdienst voelde ik de warmte van de Geest en de zoete onschuld van de kinderen, die zingend van de Heiland getuigden. Toen de aanwezigen het slotlied, ‘Stille nacht’, begonnen te zingen, deed mijn moeder dat ook.

Terwijl ik naar haar gewrongen zang luisterde, wenste ik met heel mijn hart dat ze weer zoals vroeger kerstliedjes kon zingen. Maar terwijl ze zong, voelde ik de stille warmte van de Geest in mijn gedachten en in mijn hart zeggen: ‘Haar offer is mij welbehaaglijk.’

Op dat moment kreeg de stem van mijn moeder een nieuwe schoonheid, gezegend en geheiligd door een liefdevolle Heiland die haar hart zag. En net als toen de weduwe twee muntjes gaf (zie Lukas 21:1–4), verheugde Hij Zich in haar oprechtheid en haar offer.