“Stap 1: Eerlijkheid,” Verslavingsherstelprogramma: Leidraad verslavingsherstel en genezing (2005), 1–6
“Stap 1,” Verslavingsherstelprogramma, 1–6
Stap 1
Eerlijkheid
Beginsel: Geef toe dat u zelf niet bij machte bent om uw verslavingen te overwinnen en dat uw leven onbeheersbaar is geworden.
Bij de meesten onder ons ontstond hun verslaving ten gevolge van nieuwsgierigheid. Sommigen raken erin verstrikt door een te rechtvaardigen behoefte aan een medicijn, of door bewust opstandig te zijn. Veel mensen slaan deze weg in als ze nauwelijks de kinderschoenen ontgroeid zijn. Wat onze motieven en omstandigheden ook waren toen we begonnen, we ontdekten al gauw dat de verslaving meer dan slechts lichamelijke pijn verlichtte. Het stimuleerde of verdoofde pijnlijke gevoelens of slechte buien. Het hielp ons om problemen te vermijden — althans, dat dachten we. Een tijdlang voelden we ons vrij van angst, eenzaamheid, ontmoediging, spijt of verveling. Maar omdat de omstandigheiden van het leven vaak dergelijke gevoelens oproepen, vervielen we steeds vaker in onze verslaving. De meesten onder ons zagen nog steeds niet in, of weigerden toe te geven, dat we zelf niet meer in staat waren tot onthouding. Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft daarover gezegd: ‘Een verslaving verhindert de toekomstige vrijheid om te kiezen. Door scheikundige processen kan iemands eigen wil letterlijk uitgeschakeld worden.’ (Conference Report, oktober 1988, p. 7; of Ensign, november 1988, p. 7.)
Mensen die ergens aan verslaafd zijn, geven dat slechts zelden toe. Om de ernst van onze toestand te ontkennen en ontdekking en de consequenties van onze keuzen te ontlopen, probeerden we ons gedrag te bagatelliseren of te verbergen. We beseften niet dat we, door anderen en onszelf te misleiden, dieper wegzakten in onze verslaving. Toen onze machteloosheid met betrekking tot onze verslaving toenam, begonnen velen van ons familieleden, vrienden, kerkleiders en zelfs God te bekritiseren. We isoleerden onszelf steeds meer — we namen afstand van anderen, en vooral van God.
Toen wij als verslaafden onze toevlucht namen tot leugens en geheimhouding, in de hoop blaam te ontlopen en anderen de schuld te geven, werden we geestelijk zwakker. Met elke oneerlijke daad bonden we onszelf steeds vaker met ‘een vlassen koord’. Die koorden werden al gauw zo sterk als metalen kettingen. (Zie 2 Nephi 26:22.) En toen kwam er een moment waarop we oog in oog kwamen te staan met de realiteit. We konden onze verslaving niet meer verbergen met nóg een leugen of door te zeggen dat het allemaal wel meeviel.
Een dierbare, een arts, een rechter of een kerkleider zei ons de waarheid, die we niet meer konden ontkennen: de verslaving was ons leven aan het vernietigen. Toen we eens eerlijk naar het verleden keken, moesten we toegeven dat niets dat we in ons eentje hadden geprobeerd, had gewerkt. We erkenden dat de verslaving alleen maar erger was geworden. We zagen in hoe onze verslaving relaties had beschadigd en ons van elk gevoel van eigenwaarde had beroofd. Toen deden we de eerste stap op weg naar vrijheid en herstel door moedig toe te geven dat we meer op te lossen hadden dan alleen een probleem of een slechte gewoonte. Uiteindelijk gaven we toe dat ons leven werkelijk onbeheersbaar was geworden en dat we hulp nodig hadden om onze verslaving te overwinnen. Opvallend aan dit eerlijke inzicht dat we verslagen waren, was dat daarmee het herstel eindelijk begon.
In het Boek van Mormon maakte de profeet Ammon de waarheid duidelijk die wij ontdekten toen we eindelijk eerlijk waren tegenover onszelf:
‘Ik roem niet op mijn eigen kracht, noch op mijn eigen wijsheid; maar zie, mijn vreugde is overvloedig, ja, mijn hart is boordevol vreugde, en ik wil mij in mijn God verheugen.
‘Ja, ik weet dat ik niets ben; wat mijn kracht aangaat, ben ik zwak; daarom zal ik niet op mijzelf roemen, maar ik zal in mijn God roemen, want in zijn kracht vermag ik alle dingen’ (Alma 26:11–12).
Actiestappen
Wees bereid tot onthouding
Hoewel ieders verslaving anders is, zijn er overeenkomsten — zoals deze waarheid, dat niets begint zonder iemands wil om het te laten beginnen. Vrijheid van verslaving en reinheid beginnen beide met een sprankje wil. Men zegt wel eens dat verslaafden eindelijk bereid zijn om tot onthouding te komen als de pijn die het probleem met zich meebrengt erger wordt dan de pijn van de oplossing. Hebt u dat punt al bereikt? Zo niet, en gaat u verder met uw verslaving, dan bereikt u dat punt beslist nog in een later stadium, want een verslaving is een voortschrijdend probleem. Net als een ziekte die steeds erger wordt, vreet het aan uw vermogen om normaal te functioneren.
De enige vereiste om te beginnen aan herstel, is het verlangen om geen verslavingsgedrag meer te vertonen. Als uw verlangen nu nog maar klein en niet constant is, maak u daar dan niet druk over. Het neemt nog toe!
Sommige mensen zien de noodzaak in om vrij van verslaving te zijn, maar zijn nog niet bereid om eraan te beginnen. Als u zich in die toestand bevindt, kunt u misschien alvast beginnen met toe te geven dat u er niet toe bereid bent, en kunt u eens bedenken wat uw verslaving u kost. U kunt een lijstje maken van alles wat belangrijk voor u is. Kijk naar uw familie, sociale contacten, band met God, geestelijke kracht, vermogen om anderen te helpen en tot zegen te zijn en uw gezondheid. Kijk vervolgens naar tegenstellingen in datgene waarin u gelooft en hoopt, en uw gedrag. Bedenk hoe uw gedrag datgene ondermijnt waar u prijs op stelt. U kunt bidden dat de Heer u zal helpen om uzelf en uw leven te zien zoals Hij het ziet — met al uw goddelijke potentieel — en wat u riskeert door in uw verslaving te volharden.
Als u erkent wat u verliest door u over te geven aan uw verslaving, kunt u een verlangen krijgen om te stoppen. Als u zelfs maar het minste verlangen daartoe ontdekt, is het al mogelijk om met stap 1 te beginnen. En naarmate u meer stappen van dit programma doet en ziet welke veranderingen er plaatsvinden in uw leven, zal uw verlangen toenemen.
Zet hoogmoed opzij en streef ernaar ootmoedig te zijn
Hoogmoed en eerlijkheid gaan niet samen. Hoogmoed is een illusie en is een essentieel onderdeel van elke verslaving. Hoogmoed vervormt de waarheid van dingen zoals ze zijn, zoals ze waren en zoals ze zullen zijn. Het is een grote hindernis voor uw herstel. President Ezra Taft Benson heeft hoogmoed als volgt gedefinieerd:
‘Hoogmoed is een alom verkeerd begrepen zonde. (…)
‘De meesten van ons beschouwen het als een vorm van egoïsme, verwaandheid, eigendunk, aanmatiging of hooghartigheid. Dat zijn inderdaad allemaal bestanddelen van deze zonde, maar de kern ontbreekt nog steeds.
‘Bij hoogmoed staat vijandschap centraal: vijandschap tegen God en vijandschap tegen onze medemens. Vijandschap betekent “haat, afkeer, verzet.” Het is de macht waarmee Satan over ons wil heersen.
‘Hoogmoed is concurrerend van aard. Wij stellen onze wil tegenover die van God. Als wij onze hoogmoed op God richten, is dat in de geest van “mijn wil en niet de uwe geschiede”. (…)
‘Wanneer wij onze wil belangrijker achten dan Gods wil, kunnen verlangens, lusten en hartstochten ongeremd voortwoekeren (zie Alma 38:12; 3 Nephi 12:30).
‘De hoogmoedigen kunnen Gods gezag en leiding niet in hun leven accepteren. (Zie Helaman 12:6.) Zij stellen hun voorstelling van de waarheid tegenover Gods grote kennis, hun vaardigheden tegenover Gods priesterschapsmacht, hun prestaties tegenover zijn machtige werken.’ (Conference Report, april 1989, pp. 3–4; of Ensign, mei 1989, p. 4.)
Vindt u de bereidheid tot onthouding en tot het toegeven van uw problemen, dan maakt hoogmoed geleidelijk plaats voor ootmoed.
Geef het probleem toe; vraag hulp; woon bijeenkomsten bij
Toen we ons overgaven aan onze verslaving, logen we tegen onszelf en tegen anderen. Maar we konden onszelf eigenlijk niet voor de gek houden. We deden alsof het goed met ons ging en we vol bravoure en smoesjes waren, maar diep van binnen wisten we hoe het werkelijk was. Het licht van Christus bleef ons daaraan herinneren. We wisten dat we bezig waren om af te glijden naar steeds meer ellende. Die waarheid ontkennen kostte zo veel moeite dat het een grote opluchting was toen we uiteindelijk moesten toegeven dat we een probleem hadden. Plotseling lieten we een heel klein beetje hoop binnen. Toen we besloten om tegenover onszelf toe te geven dat we een probleem hadden en we bereid werden om steun en hulp te zoeken, gaven we die hoop ruimte om te groeien. Toen waren we klaar om de volgende stap te doen — naar een herstelbijeenkomst gaan.
Deelname aan een herstelgroep of een herstelbijeenkomst lijkt misschien niet haalbaar voor iedereen. Als u geen herstelbijeenkomst bij kunt wonen, kunt u toch nog alle stappen doen, met enige kleine aanpassingen, als u zich door uw bisschop of een beroepstherapeut laat begeleiden.
Als het wél mogelijk is om naar herstelbijeenkomsten te gaan, zult u merken dat dit om ten minste twee redenen nuttig is. Ten eerste bestudeert u tijdens die bijeenkomsten evangeliebeginselen die u zullen helpen om uw gedrag te veranderen als u ze toepast. President Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Het bestuderen van de leerstellingen van het evangelie zal veel sneller tot gedragsverbetering voeren dan het bestuderen van het gedrag. Als men in beslag genomen wordt door gedachten aan ongepast gedrag, kan dat leiden tot ongepast gedrag. Daarom leggen we zo veel nadruk op het bestuderen van de leringen van het evangelie.’ (Conference Report, oktober 1986, p. 20; of Ensign, november 1986, p. 17.) Ten tweede zijn deze bijeenkomsten een gelegenheid om te praten met anderen die willen herstellen en met hen die dit al hebben gedaan en een levend bewijs zijn dat het programma werkt. In herstelbijeenkomsten doet u begrip, hoop en steun op.
Studie en begrip
Als u de Schriften en de uitspraken van kerkleiders bestudeert, is dat een goed begin aan uw herstel. Door studie vergroot u uw begrip en begint u te leren.
U kunt de Schriften, uitspraken en vragen gebruiken voor studie onder gebed, maar u kunt er ook over schrijven of ze voor groepsbesprekingen gebruiken. De gedachte aan schrijven beangstigt u misschien, maar schrijven is een prima middel tot herstel. Het geeft u de tijd om na te denken; het helpt u om u te concentreren; het draagt ertoe bij dat u de kwesties, gedachten en het gedrag met betrekking tot uw verslaving herkent en begrijpt. Als u schrijft, krijgt u bovendien een verslag van uw gedachten. Zo kunt u uw vooruitgang bij het doen van de stappen meten. Wees gewoon eerlijk en oprecht als u uw gedachten, gevoelens en indrukken opschrijft.
Omringd door verleiding
‘Ik ben omringd door de verleidingen en de zonden, die mij zo gemakkelijk overvallen.
‘En wanneer ik ernaar verlang mij te verblijden, zucht mijn hart wegens mijn zonden; toch weet ik op wie ik heb vertrouwd.
‘Mijn God is mijn steun geweest; in de wildernis heeft Hij mij door mijn ellende heengevoerd; en op de wateren van het grote diep heeft Hij mij bewaard.
‘Hij heeft mij met zijn liefde vervuld, zelfs tot het verteren van mijn vlees toe’ (2 Nephi 4:18–21).
-
Voelt u zich omringd of omsingeld? Wanneer voelt u dat het meest?
-
Welke situaties of gevoelens hebben u zo verzwakt dat u toegaf aan uw verslaving?
-
Op wie besloot Nephi te vertrouwen toen hij zich overweldigd voelde? Wat kunt u doen om uw vertrouwen in de Heer te vergroten?
‘Ik [weet] dat de mens niets is’
‘En het geschiedde dat Mozes pas na verloop van vele uren wederom zijn natuurlijke krachten ontving zoals die van een mens; en hij zeide bij zichzelf: Hierdoor nu weet ik dat de mens niets is, hetgeen ik nimmer heb verondersteld’ (Mozes 1:10).
-
Hoe beschreef Mozes zichzelf toen hij zich vergeleek met God?
-
Hoe kan een klein kind dat van oneindige waarde is toch niets zijn in vergelijking met zijn of haar ouders?
-
In welke opzichten bent u niets zonder Gods hulp?
-
In welke opzichten bent u van oneindige waarde?
-
Schrijf op hoe inzien dat u hulpeloos bent als u in uw eentje probeert uw verslaving te overwinnen u ertoe kan brengen om toe geven dat u niets bent, waardoor u als een klein kind wordt.
Honger en dorst
‘Zalig die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden’ (Matteüs 5:6).
‘En mijn ziel hongerde; en ik knielde voor mijn Maker neer en ik riep Hem aan in machtig gebed en smeking voor mijn eigen ziel; en de gehele dag riep ik Hem aan; ja, en toen de avond viel, verhief ik mijn stem nog steeds, zodat zij tot de hemelen reikte’ (Enos 1:4).
-
Uit deze twee teksten leren we dat onze ziel kan hongeren. Voelt u zich wel eens leeg van binnen, zelfs als u lichamelijk geen honger hebt? Wat veroorzaakt die leegte?
-
Hoe kan uw honger naar zaken van de Geest ertoe bijdragen dat u eerlijker bent?
Eerlijkheid
‘Sommigen zien de karaktereigenschap die we eerlijkheid noemen misschien als een heel gewoon onderwerp. Maar ik ben van mening dat het de kern van het evangelie is. Zonder eerlijkheid vervalt ons leven (…) tot naarheid en chaos.’ (Gordon B. Hinckley, ‘We Believe in Being Honest’, Ensign, oktober 1990, p. 2.)
-
Schrijf op hoe u hebt gelogen en geprobeerd om uw verslaving te verbergen voor uzelf en voor anderen. Hoe heeft dat gedrag geleid tot ‘naarheid en chaos’?
Ootmoed
‘Omdat gij ertoe gedrongen zijt ootmoedig te zijn, gezegend zijt gij; want indien hij ertoe gedrongen wordt ootmoedig te zijn, zoekt een mens soms bekering; en nu, voorzeker zal eenieder die zich bekeert barmhartigheid vinden; en wie barmhartigheid vindt en volhardt tot het einde, die zal behouden worden’ (Alma 32:13).
-
Schrijf over de omstandigheden die u ertoe gebracht hebben om ootmoedig te worden en u te willen bekeren. Welke hoop biedt Alma? Hoe kunt u die hoop vinden of krijgen?
De Here welgevallig
‘Leugenlippen zijn de HERE een gruwel, maar wie trouw handelen, zijn Hem welgevallig’ (Spreuken 12:22).
-
Om de antwoorden op deze vragen op te schrijven, moest u al erg eerlijk zijn over uzelf. Wat heeft de bovenstaande tekst te maken met dergelijke eerlijkheid? Hoe kunt u de Here welgevallig zijn?