Inleiding tot Het eeuwige gezin — boek voor de leerkracht (Godsdienst 200)

Wat wordt er van een godsdienstleerkracht verwacht?

Bij uw voorbereiding om les te geven is het belangrijk om het doel van seminaries en instituten voor godsdienstonderwijs te begrijpen:

‘Onze opdracht bestaat erin ervoor te zorgen dat jongeren en jongvolwassenen de leringen van de verzoening van Jezus Christus begrijpen en erop vertrouwen, dat ze in aanmerking komen voor de zegeningen van de tempel, en dat zij zichzelf, hun familieleden en anderen voorbereiden op het eeuwige leven met hun Vader in de hemel.’ (Het evangelie leren en erin onderwijzen: een handboek voor leerkrachten en leiders in seminaries en instituten voor godsdienstonderwijs [2012], X).

U kunt dat doel bereiken door het evangelie ijverig na te leven, uw cursisten doeltreffend in het evangelie te onderrichten en uw les of programma op gepaste wijze te geven. Als u zich op die manier voorbereidt en in het evangelie onderricht, hebt u recht op de invloed van de Heilige Geest (zie LV 42:14).

U hebt dan de kans om de cursisten door de Geest te laten leren, zodat ze hun geloof kunnen versterken en hun bekering verdiepen. U kunt de cursisten daarin bijstaan als u ze de waarheid en het belang van betekenisvolle leerstellingen en beginselen van het evangelie van Jezus Christus leert herkennen, begrijpen, voelen en toepassen.

Het handboek Het evangelie leren en erin onderwijzen bevat essentiële informatie over het onderwijsproces en hoe u cursisten met succes lesgeeft.

Wat zijn de doelen van deze cursus?

Deze cursus, Het eeuwige gezin (Godsdienst 200), is een studie van de Schriften en de woorden van hedendaagse profeten over de centrale rol van het gezin in het heilsplan. De leerstellingen, thema’s en beginselen in de cursus komen vooral uit ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’. (Liahona, november 2010, 129.) In de cursus worden vragen en kwesties betreffende het huwelijk en gezin in de context van het evangelie van Jezus Christus bestudeerd, besproken en geëvalueerd.

Deze cursus geeft de cursisten beter inzicht in het verband tussen verbonden sluiten en nakomen en zowel hier als in het hiernamaals zegeningen ontvangen. De leerstellingen en beginselen betreffende het huwelijk en gezin worden vermeld en geanalyseerd, zodat de cursisten begrijpen hoe ze op de huidige omstandigheden van toepassing zijn. De cursisten zullen beter begrijpen waarom ze op de leringen van hedendaagse profeten kunnen vertrouwen en die kunnen volgen.

Wat wordt er van de cursisten verwacht?

Willen de cursisten hun diploma behalen, dan moeten ze de Schriftteksten, conferentietoespraken en andere teksten in het deel Leesopdrachten van elke les lezen. De cursisten moeten ook voldoende aanwezig zijn en aantonen dat ze de leerstof beheersen door een leertoets af te leggen.

Hoe zijn de lessen in dit lesboek opgebouwd?

Deze cursus is bedoeld voor één semester met 28 lessen van 50 minuten. Als uw klas twee keer in de week bijeenkomt, geeft u één les per keer. Als uw klas één keer per week 90 tot 100 minuten bijeenkomt, combineert en geeft u twee lessen per keer. Elke les bestaat uit vier segmenten:

Inleiding
Achtergrondinformatie
Lessuggesties
Leesstof voor de cursisten

Inleiding

Dit segment bevat een korte inleiding tot de onderwerpen en doelen van de les.

Achtergrondinformatie

In dit segment staan aanbevolen bronnen, zoals boodschappen van hedendaagse profeten en andere kerkleiders, die uw begrip van de leer, beginselen en evangeliewaarheden in het lesplan verruimen.

Lessuggesties

Het segment Lessuggesties reikt materiaal aan om te bepalen waarin u moet onderwijzen en hoe u dat doet. (Zie ook de segmenten 4.3.3 en 4.3.4 in het handboek Het evangelie leren en erin onderwijzen.) De voorgestelde leeractiviteiten zijn bedoeld om de cursisten heilige waarheden te laten vinden, begrijpen en toepassen. U kunt sommige of alle suggesties gebruiken en ze aan uw persoonlijke onderwijsstijl en de behoeften en omstandigheden van uw cursisten aanpassen. Als u het lesmateriaal wilt aanpassen, neem dan de volgende raad van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen ter harte:

‘President Packer heeft naar mijn idee vaak beklemtoond dat we lesmateriaal eerst toepassen en daarna aanpassen. Als we de voorgeschreven les die we moeten geven grondig beheersen, kunnen we de Geest volgen om die les aan te passen. Maar deze flexibiliteit werkt de verleiding in de hand om eerst aan te passen in plaats van toe te passen. Het gaat om een balans. Het is een voortdurende uitdaging. Maar eerst toepassen en daarna aanpassen is een goede manier om op veilig te spelen.’ (‘Een forumgesprek met ouderling Dallin H. Oaks’ [satellietuitzending seminaries en instituten voor godsdienstonderwijs, 7 augustus 2012], si.lds.org.)

Deze cursus bevat uitspraken van kerkleiders die waarschijnlijk in veel talen beschikbaar zijn. Bij uw lesvoorbereiding kunt u de les aanpassen door andere uitspraken van kerkleiders te gebruiken die met het onderwerp van de les te maken hebben.

Het voorgestelde lesplan bevat voor elke les een of meer vetgedrukte leerstellingen of beginselen. Als de cursisten die waarheden ontdekken en verwoorden, wijken hun woorden wel eens af van die in het lesboek. Wek in dat geval niet de indruk dat hun antwoorden fout zijn. Zorg indien nodig echter wel behoedzaam voor nadere toelichting zodat de cursisten het besprokene goed begrijpen.

In dit leerplan staat hoe men een themacursus in elkaar zet door de beginselen van het evangelie te leren en erin te onderwijzen. (Zie Het evangelie leren en erin onderwijzen, 10, 23–31, 38–41.) De komende maanden geven de seminaries en instituten voor godsdienstonderwijs een document uit dat ‘Teaching Thematically in Institutes of Religion’ heet. Hierin staat meer uitleg over hoe men een themacursus in elkaar zet door de beginselen van het evangelie te leren en erin te onderwijzen.

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft enkele voordelen beschreven van het bestuderen van het evangelie rond een bepaald thema:

‘Terwijl van begin tot eind lezen van een boek met Schriftuur een brede basis van kennis legt, verdiept per onderwerp bestuderen onze kennis. Onderzoek van de openbaringen op verbanden, patronen en thema’s bouwt voort op onze geestelijke kennis […]; het verbreedt onze visie en vergroot ons begrip van het heilsplan.

‘Naar mijn mening is ijverig zoeken naar verbanden, patronen en thema’s ten dele wat “zich vergasten” aan de woorden van Christus betekent. Met deze benadering kunnen we de sluisdeuren van het geestelijke reservoir openzetten, kunnen we ons begrip door zijn Geest verlichten en onze dankbaarheid voor de heilige Schriften vergroten, en een mate van geestelijke toewijding krijgen die op geen enkele andere wijze te bereiken is. Een dergelijke zoektocht stelt ons in staat om te bouwen op de rots van onze Verlosser en om de stormwinden van het kwaad in deze laatste dagen te weerstaan.’ (‘A Reservoir of Living Water’ [haardvuuravond aan de Brigham Young University, 4 februari 2007], 3, speeches.byu.edu.)

Leesstof voor de cursisten

Dit segment bevat Schriftteksten, toespraken van kerkleiders en ander materiaal dat het begrip van de cursisten van de lesonderwerpen verruimt. Geef de cursisten de leesopdrachten en moedig ze aan die vóór elke les te lezen. Als ze dit geïnspireerde materiaal lezen, zijn ze niet alleen beter voorbereid om aan klassikale besprekingen deel te nemen, maar begrijpen ze ook het onderwerp van de les beter. Geef de cursisten aan het begin van het semester een lijst met alle leesopdrachten.

Hoe kan ik me op het lesgeven voorbereiden?

De Heer zal u bijstaan als u zich op het lesgeven voorbereidt. Stel uzelf tijdens de voorbereiding de volgende vragen:

Streef ik ernaar het evangelie na te leven zodat ik tijdens mijn voorbereiding en les opensta voor de Geest?
Heb ik om de leiding van de Heilige Geest gebeden?
Heb ik de opgegeven Schriftteksten en achtergrondinformatie bestudeerd?
Heb ik het leerplan doorgenomen en bepaald of er iets is wat ik op de behoeften van mijn cursisten moet afstemmen?
Hoe kan ik navraag doen bij de cursisten, zodat ik zeker weet dat ze veel aan de leesopdrachten hebben?
Hoe kan ik ervoor zorgen dat mijn cursisten volop aan de les meedoen?

De volgende suggesties kunnen ook nuttig zijn:

Moedig de cursisten aan om de aangegeven teksten en artikelen vóór elke les te lezen.
Verwacht van de cursisten dat ze actief leren en meedoen.
Geef de cursisten vaak de kans om de leer en beginselen zelf te verwoorden, over toepasselijke ervaringen te vertellen en te getuigen van wat ze weten en voelen.
Zorg tijdens de les en van les tot les voor variatie in de leeractiviteiten en aanpak.
Zorg voor een leeromgeving die de Geest uitnodigt en waarin de cursisten het voorrecht en de taak hebben om met en van elkaar te leren (zie LV 88:78, 122).
U zult in de cursus verwijzingen naar specifieke Schriftstudievaardigheden tegenkomen. Maak gebruik van die gelegenheden om de cursisten zelfredzamer in hun Schriftstudie te laten worden en toegewijder in het levenslang bestuderen van de Schriften.

Ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

‘Zorg voor ruim voldoende deelname, want als een leerling zijn keuzevrijheid op die manier gebruikt, krijgt de Heilige Geest de bevoegdheid om te onderwijzen. […] Als cursisten waarheden onder woorden brengen, worden die waarheden in hun ziel bevestigd en sterken ze hun getuigenis.’ (‘To Understand and Live Truth’ [evening with Elder Richard G. Scott, 4 februari 2005], 3, si.lds.org.)

Hoe kan ik lessen voor cursisten met beperkingen aanpassen?

Als u zich op een les voorbereidt, denk dan ook aan cursisten met bijzondere behoeften. Stel activiteiten en verwachtingen bij zodat ook zij goed kunnen presteren. Bedenk wat ervoor zorgt dat ze zich geliefd, aanvaard en betrokken voelen. Cultiveer een band van vertrouwen.

Voor meer ideeën en informatie voor mensen met beperkingen raadpleegt u de website disabilities.lds.org en de sectie ‘Adapted Classes and Programs for Students with Disabilities’ in het beleidsboek van CES.