Seminarie en instituut
Les 20: Geloof en getuigenis beschermen


Les 20

Geloof en getuigenis beschermen

Inleiding

Gezinnen en personen hebben de heilige plicht om geloof in Jezus Christus te ontwikkelen en een sterk getuigenis te behouden. De Heiland heeft gewaarschuwd dat in de laatste dagen zelfs de ‘uitverkorenen’ misleid kunnen worden (zie Mattheüs naar Joseph Smith 1:22). Deze les is gericht op het sterken van ons getuigenis om ons te beschermen tegen de krachten van de tegenstander, die ons geloof wil vernietigen.

Achtergrondinformatie

Lessuggesties

Johannes 14:26–27; Efeze 4:11–14; 1 Nephi 15:23–24; 2 Nephi 31:19–20; Alma 5:45–46; Helaman 3:28–30; Leer en Verbonden 11:13–14; 21:4–6

Een sterk getuigenis biedt bescherming tegen de tegenstander

Leg uit dat ouderling Joseph B. Wirthlin (1917–2008) van het Quorum der Twaalf Apostelen een keer verteld heeft over troepen wolven die vele jaren geleden het Oekraïense platteland onveilig maakten. Het enige waar ze bang voor waren, was vuur. Als men de stad uit ging, moest men een groot kampvuur maken en ervoor zorgen dat het heel de nacht bleef branden om de wolven af te schrikken.

Laat een cursist het volgende citaat voorlezen:

Ouderling Joseph B. Wirthlin

‘Reizigers begrepen dan ook dat het aanleggen en in stand houden van een knetterend kampvuur niet alleen een kwestie was van gezelligheid en comfort, maar van overleven. […]

‘Hoewel ons levenspad in deze tijd niet meer door troepen wolven onveilig wordt gemaakt, worden wij — in geestelijk opzicht — wel geconfronteerd met Satans misleidende wolven in de vorm van kwaad, verleiding en zonde. Wij leven in gevaarlijke tijden en deze roofzuchtige wolven dwalen rond over de geestelijke vlakten op zoek naar mensen met een zwak geloof of een zwak getuigenis. […] We zijn allemaal kwetsbaar voor aanvallen. Maar wij kunnen ons wapenen met de bescherming van een brandend getuigenis dat, zoals een kampvuur, op de juiste manier opgebouwd is en zorgvuldig in stand gehouden wordt.’ (‘Spiritual Bonfires of Testimony’, Ensign, november 1992, 34.)

  • Waarom is het in stand houden van een sterk getuigenis in deze wereld een kwestie van overleven? (Zet na de bespreking het volgende op het bord: Als we ons getuigenis versterken, zijn we minder kwetsbaar voor een aanval op ons geloof.)

  • Hoe kun je familieleden en anderen tegen aanvallen op hun geloof sterken als je zelf een sterk getuigenis hebt?

Toon het volgende schema of zet het op het bord. Laat de vetgedrukte beginselen die tussen haakjes staan weg. Die beginselen zijn voor de leerkracht. Laat de cursisten de verzen in een van de kolommen lezen en op beginselen letten die ons beschermen tegen de machten die ons geloof verzwakken. Laat de cursisten wat ze gelezen hebben, samenvatten in een duidelijke leerstelling of een beginsel en vraag ze die voor te lezen.

2 Nephi 31:19–20

Helaman 3:28–30.

Efeze 4:11–14

LV 21:4–6

Johannes 14:26–27

LV 11:13–14

1 Nephi 15:23–24

Alma 5:45–46

(Als we met geloof in Jezus Christus volharden, kunnen we op het enge en smalle pad blijven dat naar het eeuwige leven leidt.)

(Als we de apostelen, profeten en andere kerkleiders volgen, worden we tegen misleiding beschermd.)

(De Heer kan ons door de Heilige Geest gemoedsrust en leiding geven als ons geloof aangevallen wordt.)

(Vasten, gebed en Schriftstudie sterken ons geloof en getuigenis, en stellen ons in staat beproevingen te doorstaan.)

  • Hoe hebben die beginselen jou of iemand die je kent gesterkt tegen een aanval op geloof?

  • Hoe kun je iemand die je kent en die met zijn of haar geloof worstelt met die informatie sterken?

Herinner de cursisten aan het volgende: ‘Geloof is een gave die God verleent als beloning voor rechtschapenheid. Geloof wordt altijd gegeven in geval van rechtschapenheid, en hoe groter de gehoorzaamheid aan Gods geboden, hoe groter de gave van geloof.’ (Bruce R. McConkie, Mormon Doctrine, 2e uitgave [1966], 264.) Getuig dat ons getuigenis wordt beschermd en versterkt door geloof in Jezus Christus, de profeten volgen, naar de Geest streven en de Schriften bestuderen. Als we dat niet doen, kan ons geloof verzwakt worden en kunnen we ons getuigenis kwijtraken.

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen om dat punt te illustreren:

Ouderling M. Russell Ballard

‘Enkele jaren nadat ik zendingspresident in Toronto (Canada) geweest was, kwam een van de geweldige zendelingen met wie ik samengewerkt had me bezoeken. Ik vroeg hem: ‘Hoe kan ik je van dienst zijn?’

‘“President,” zei hij, “Ik denk dat ik mijn getuigenis aan het kwijtraken ben.”

‘Ik kon mijn oren niet geloven. Ik vroeg hem hoe dat mogelijk was.

‘“Ik heb voor het eerst wat anti-mormoonse lectuur gelezen”, zei hij. “Ik zit met vragen die niemand kan beantwoorden. Ik ben verward en ik denk dat ik mijn getuigenis aan het kwijtraken ben.”

‘Ik vroeg hem naar zijn vragen. Het waren de meest voorkomende anti-mormoonse kwesties, maar ik vroeg hem om wat tijd zodat ik zinvolle antwoorden kon geven. Dus we maakten een nieuwe afspraak voor tien dagen later. Ik zei hem dat ik dan al zijn vragen zou beantwoorden. Toen hij doorging, hield ik hem tegen.

‘“Je hebt me vandaag een aantal vragen gesteld”, zei ik. “Nu heb ik er één voor jou.”

‘“Ja, president?”

‘“Hoe lang geleden las je voor het laatst in het Boek van Mormon?” vroeg ik.

‘Hij keek weg. Hij staarde een tijdje naar de grond. Daarna keek hij me aan. “Dat is alweer een poosje geleden”, gaf hij toe.

‘“OK”, zei ik. “Jij hebt mij een opdracht gegeven. Het is alleen maar normaal dat ik jou er een geef. Beloof me dat je tussen nu en onze volgende afspraak dagelijks minstens één uur in het Boek van Mormon gaat lezen.” Daar stemde hij mee in.

‘Tien dagen later kwam hij terug naar mijn kantoor en ik was er klaar voor. Ik haalde mijn papieren tevoorschijn om zijn vragen te beantwoorden, maar hij hield me tegen.

‘“President,” zei hij, “dat hoeft niet.” Hij legde uit: “Ik weet dat het Boek van Mormon waar is. Ik weet dat Joseph Smith een profeet van God is.”

‘“Dat is mooi”, zei ik. “Maar ik ga je vragen toch beantwoorden. Ik heb er veel tijd in gestoken, dus luister maar gewoon.”

‘Ik beantwoordde al zijn vragen en vroeg vervolgens: “Wat heb je hieruit geleerd?”

‘Hij zei: “Ik heb geleerd dat ik de Heer evenveel tijd moet geven.”

‘Mogen we dat ons hele leven in gedachten houden. Laten we de Heer evenveel tijd geven.’ (‘When Shall These Things Be?’ Ensign, december 1996, 60.)

  • Wat heb je van ouderling Ballards ervaring geleerd?

  • Hoe kun je jezelf en je gezin tegen Satan beschermen als je de Heer persoonlijk en in gezinsverband ‘evenveel tijd’ geeft?

  • Hoe word je een betere huwelijkspartner en ouder als je nu al met die beginselen aan de slag gaat?

Laat een cursist tot slot van dit deel het volgende citaat van ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

Ouderling Richard G. Scott

‘Als we consequent ’s ochtends en ’s avonds bidden, dagelijks onze Schriften bestuderen, wekelijks gezinsavond houden en regelmatig naar de tempel gaan, geven we actief gehoor aan [Jezus Christus’] uitnodiging om “tot Hem te komen”. Hoe beter we die gewoonten ontwikkelen, hoe meer Satan ons kwaad wil doen, maar hoe minder hij daartoe in staat is. Door het gebruik van deze hulpmiddelen maken we gebruik van onze keuzevrijheid om de volle gaven van Christus’ zoenoffer te aanvaarden.

‘[…] Ik getuig dat we, als we actief tot Hem komen, elke verleiding, elk hartzeer en elk probleem kunnen doorstaan.’ (‘Geloofsoefening — uw eerste prioriteit’, Liahona, november 2014, 94.)

Vraag de cursisten of een van hen over een niet al te persoonlijke ervaring wil vertellen, waarin hij of zij een beproeving van geloof doorstond.

Lukas 22:31–32; 3 Nephi 18:32; Leer en Verbonden 108:7–8

Het geloof van anderen versterken

Vraag de cursisten hun hand op te steken als ze iemand kennen die het moeilijk vindt om zijn of haar getuigenis in stand te houden.

Laat de cursisten Lukas 22:31–32; 3 Nephi 18:32; en Leer en Verbonden 108:7–8 bestuderen en vergelijken om te begrijpen welke plicht we als getrouwe leden van de kerk hebben, vooral ten opzichte van onze familie. Vraag de cursisten na verloop van tijd naar hun bevindingen. De cursisten dienen dit beginsel te begrijpen: als we tot het evangelie van Jezus Christus bekeerd zijn, hebben we de plicht om andermans geloof te versterken.

Lees het volgende citaat van president Thomas S. Monson voor:

President Thomas S. Monson

‘Er zijn twee fundamentele redenen voor een terugkeer naar de kerk en een verandering in houding, gewoonte of gedrag. Ten eerste komen mensen terug omdat iemand hun hun eeuwige mogelijkheden heeft laten zien en hen weet te motiveren om die te benutten. De minderactieven zullen niet lang tevreden zijn met middelmatigheid als ze zien dat uitmuntendheid binnen hun bereik ligt.

‘Ten tweede keren mensen terug omdat dierbaren of “medeburgers van de heiligen” [Efeze 2:19] gehoor geven aan de aansporing van de Heiland, hun naasten als zichzelf liefhebben en eraan meewerken dat de dromen van anderen uitkomen en hun ambities worden verwezenlijkt.

‘De katalysator in dit proces is het beginsel van liefde en dat zal altijd zo blijven. (‘Our Responsibility to Rescue’, Ensign, oktober 2013, 5.)

  • Waarom is liefde zo’n belangrijke katalysator bij het versterken van andermans geloof?

  • Wat hebben jullie of anderen die je kent, gedaan om het geloof te versterken van iemand die het in geestelijk opzicht moeilijk had?

  • Welke stappen kun je zetten om het geloof van anderen doeltreffender te sterken?

Getuig tot slot dat de cursisten het geloof van hun familieleden en vrienden kunnen herstellen en versterken door liefde te tonen en de beginselen in deze les te volgen.

Leesstof voor de cursisten