Seminarie en instituut
Les 19: Een leven en gezin waarin Christus centraal staat


Les 19

Een leven en gezin waarin Christus centraal staat

Inleiding

De profeet Helaman vertelde zijn zonen dat als ze hun leven op het vaste fundament van Jezus Christus bouwden, Satan geen macht zou hebben om hen te vernietigen (zie Helaman 5:12). In deze les bespreken de cursisten hoe ze hun gezin op het fundament van Jezus Christus kunnen bouwen. Als gezinsleden de leringen van Jezus Christus centraal stellen, kunnen ze hun band herstellen en verstevigen en gelukkiger zijn.

Achtergrondinformatie

Lessuggesties

Johannes 15:1–5, 10–11; Helaman 5:12

Een leven en gezin waarin Christus centraal staat

Teken aan het begin van de les een eenvoudig huis of gebouw op het bord. Bespreek het volgende met de cursisten:

  • Hoe belangrijk is het fundament van een huis of gebouw?

  • Waarom zijn sommige bouwmaterialen beter geschikt als fundament dan andere?

Herinner de cursisten eraan dat alle gezinnen moeilijkheden ondervinden en dat Satan alle gezinnen tracht te vernietigen. In het Boek van Mormon staat een goede manier om de invloed van Satan op ons gezin te minimaliseren.

Laat de cursisten Helaman 5:12 bestuderen en letten op wat er in dat vers over fundamenten staat.

  • Wat denk je dat het betekent om ons fundament op Jezus Christus te bouwen?

  • Wat kan een gezin doen om op het fundament van Jezus Christus te bouwen? (Mogelijke antwoorden: het evangelie van Jezus Christus bestuderen en naleven, het voorbeeld van Jezus Christus volgen, Gods geboden gehoorzamen, de kracht van de verzoening van Jezus Christus gebruiken.)

  • In welke opzichten zijn de beloften in Helaman 5:12 van toepassing op gezinnen die hun fundament op de rots van Jezus Christus proberen te bouwen? (De cursisten dienen het volgende te begrijpen: als gezinnen hun fundament op Jezus Christus bouwen, heeft Satan geen macht om hen te vernietigen.)

Leg uit dat de Heiland kort vóór zijn dood een gelijkenis vertelde die gezinnen kan helpen om hun fundament op Hem te bouwen. Laat enkele cursisten om de beurt een vers uit Johannes 15:1–5, 10–11 voorlezen. Vraag de klas mee te lezen en te bedenken hoe de gelijkenis van de Heiland in deze teksten van toepassing is op gezinnen die ernaar streven hun fundament op Jezus Christus te bouwen.

  • Als Jezus Christus de wijnstok is en wij de ranken, wat zouden de vruchten dan zijn? (De vruchten kunnen de goede werken en handelingen van de discipelen van Jezus Christus voorstellen.)

Laat de cursisten inzien dat de Heiland in Johannes 15:4–10 het woord ‘blijven’ een aantal keren gebruikt. Leg uit dat het woord blijven in deze context ‘blijf, maar blijf voorgoed’ betekent, wat erop wijst dat we stevig en permanent met Christus en zijn kerk verbonden moeten zijn. (Jeffrey R. Holland, ‘Blijft in Mij’, Liahona, mei 2004, 32.) U kunt kort uitleggen dat herhalingen herkennen een Schriftstudievaardigheid is die ze in hun persoonlijke studie kunnen gebruiken. De herhaling van een woord in de Schriften betekent vaak dat de auteur een belangrijk punt benadrukt.

  • Welke zegeningen zullen we volgens de verzen 5 en 11 ontvangen als we bij de Heiland blijven? (Als we bij de Heiland blijven, kunnen we veel vruchten voortbrengen en een volheid van vreugde ontvangen.)

  • Welke zegeningen ontvangen gezinnen die ernaar streven bij de Heiland te blijven?

Lees de volgende uitspraak van ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen voor:

Ouderling Richard G. Scott

‘Wat uw omstandigheden ook zijn, u kunt de Heer Jezus Christus het middelpunt maken bij u thuis en in uw leven, want Hij is de bron van ware vrede in dit leven.’ (‘Vrede thuis’, Liahona, mei 2013, 29.)

  • Hoe zou je een gezin beschrijven waar Christus centraal staat? Welke kenmerken heeft een gezin waar Christus centraal staat?

Moedig de cursisten aan te bedenken wat ze kunnen doen om dichter bij de Heiland te blijven en zo thuis de invloed van de Heiland uit te nodigen. Spoor ze aan te bedenken welke veranderingen ze in hun band met hun familieleden kunnen aanbrengen.

Helaman 14:30–31; 3 Nephi 11:29–30

Onze emoties beheersen door onze keuzevrijheid rechtschapen te gebruiken

Maak de overgang naar het volgende deel van de les door te herhalen dat alle gezinnen met moeilijkheden te maken krijgen. Zelfs als we Jezus Christus centraal proberen te stellen, kunnen we met omstandigheden geconfronteerd worden die onze rechtschapen verlangens op de proef stellen. Zet het volgende op het bord:

‘Je maakt me kwaad!’

‘Door jou verlies ik mijn geduld!’

Laat de cursisten bedenken of die stellingen op waarheid gebaseerd zijn.

Vraag een cursist Helaman 14:30–31 voor te lezen. Laat de cursisten bedenken hoe die verzen met de stellingen op het bord verband houden.

  • Welke belangrijke waarheid staat er in deze verzen die van toepassing is op onze band met anderen? (Benadruk deze waarheid: aangezien onze hemelse Vader ons keuzevrijheid gegeven heeft, kiezen we er zelf voor om kwaad te worden. Leg uit dat ouderling Lynn G. Robbins van de Zeventig het volgende gezegd heeft: ‘Boos worden is een bewuste keuze, een beslissing. Wij kunnen dus besluiten om niet boos te worden. Wij kiezen!’ [‘Agency and Anger’, Ensign, mei 1998, 80.])

  • Welke problemen zijn het gevolg als we denken dat de handelingen of woorden van andere mensen ons kwaad kunnen ‘maken’?

Vraag de cursisten 3 Nephi 11:29–30 door te lezen. Wijs erop dat de Heiland leerde dat twisten moest ‘worden weggedaan’ (3 Nephi 11:30). Herinner de cursisten eraan dat onvriendelijk taalgebruik en ander onrechtschapen gedrag, zoals emotioneel en lichamelijk misbruik, nooit gerechtvaardigd zijn.

Nodig de cursisten uit te bedenken hoe ze beter kunnen onthouden dat ze ervoor kunnen kiezen om niet kwaad te worden. Vraag ze hun gedachten te uiten. Vraag de cursisten zich voor te nemen om hun keuzevrijheid rechtschapen te gebruiken door ervoor te kiezen om vooral thuis niet kwaad te worden.

3 Nephi 12:22–24; Moroni 7:45, 48; Leer en Verbonden 64:9–11; 88:119, 123–125

Bekering en vergeving kunnen beschadigde familiebanden genezen

Zet dit beginsel op het bord:

‘De kans op een gelukkig gezinsleven is het grootst als de leringen van de Heer Jezus Christus eraan ten grondslag liggen.’

Vertel de cursisten dat die zin uit ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ komt. (Liahona, november 2010, 129.)

Laat de cursisten Leer en Verbonden 88:119, 123–125 doorlezen zodat ze begrijpen dat de leringen van Jezus Christus gezinnen gelukkiger kunnen maken. Geef ze in overweging belangrijke leringen te markeren. Laat de cursisten vervolgens bespreken hoe gezinnen gesterkt worden als ze de leringen in deze verzen naleven.

Herinner de cursisten eraan dat er vaak problemen in een gezin opduiken als de leringen van Jezus Christus genegeerd worden. Toon het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium en laat een cursist het voorlezen:

President Dieter F. Uchtdorf

‘Het probleem dat relaties onder spanning komen te staan of stuklopen, is al zo oud als de mensheid. […] Ik stel me zo voor dat iedereen op aarde op de een of andere manier wel is geraakt door de vernietigende geest van twist, verwijt en wraak. Misschien herkennen we die geest zelfs wel eens in onszelf.’ (‘De barmhartigen krijgen barmhartigheid’, Liahona, mei 2012, 70.)

  • Welke leringen van de Heer Jezus Christus kunnen familiebanden genezen die onder spanning staan of stuklopen?

Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord. Leg uit dat deze verzen waarheden van de Heiland bevatten die familiebanden kunnen versterken.

3 Nephi 12:22–24

Moroni 7:45, 48

Leer en Verbonden 64:9–11

Laat de cursisten deze teksten lezen, en bespreek de volgende vragen:

  • Welke leringen uit deze verzen kunnen familiebanden genezen die door twist, onvriendelijkheid of ander gedrag beschadigd zijn?

  • Hoe heb je familiebanden door vergeving zien verbeteren?

  • Waarom is het soms moeilijker om familieleden die ons gekwetst hebben te vergeven dan andere mensen?

Toon de volgende citaten van president Dieter F. Uchtdorf en president Howard W. Hunter (1907–1995) en laat een cursist ze voorlezen:

President Dieter F. Uchtdorf

‘Niemand van ons is zonder zonden. Iedereen maakt fouten, u en ik ook. We hebben allemaal wonden. We hebben allemaal anderen verwond.

‘Door Jezus’ grote offer kunnen wij de verhoging en het eeuwige leven beërven. Als we zijn manier van doen aanvaarden en onze hoogmoed overwinnen door ons hart te verzachten, kunnen we toenadering en vergeving in ons gezin en in ons eigen leven brengen.’ (Dieter F. Uchtdorf, ‘One Key to a Happy Family’, Ensign, oktober 2012, 6.)

President Howard W. Hunter

‘Alles wat Jezus aanraakt, komt tot leven. Als Jezus een huwelijk aanraakt, komt het tot leven. Als hij een gezin mag aanraken, komt het tot leven.’ (Leringen van kerkpresidenten: Howard W. Hunter [2015], 150.)

  • Hoe kunnen we de Heiland in staat stellen een gezin aan te raken als we de beginselen volgen die we vandaag besproken hebben?

Laat de cursisten bedenken hoe de beginselen bekering en vergeving hun eigen familiebanden kunnen herstellen of sterken. Moedig ze aan om die beginselen meteen op hun familiebanden toe te passen.

Leesstof voor de cursisten