Seminarie en instituut
Les 3: Ons goddelijke potentieel


Les 3

Ons goddelijke potentieel

Inleiding

God heeft een plan waardoor we in zijn tegenwoordigheid kunnen terugkeren en zoals Hij kunnen worden. President Dieter F. Uchtdorf heeft gezegd: ‘We waren zijn kinderen voordat we geboren werden en we zullen voor eeuwig zijn kinderen zijn. Deze fundamentele waarheid behoort de manier waarop wij onszelf, onze broeders en zusters, en het leven zelf zien, te veranderen.’ (‘Vier titels’, Liahona, mei 2013, 58.) Als de cursisten hun goddelijke potentieel beter begrijpen, zullen ze beter kunnen omgaan met de moeilijkheden die ze op aarde tegenkomen.

Achtergrondinformatie

  • Dieter F. Uchtdorf, ‘Vier titels’, Liahona, mei 2013, 58–61.

  • Gospel Topics, ‘Becoming Like God’, lds.org/topics.

Lessuggesties

Genesis 1:27; Jesaja 55:8–9; Handelingen 17:29; Hebreeën 12:9; 1 Johannes 3:1; 4:8–9; 1 Nephi 9:6; 2 Nephi 9:20; Moroni 8:18; Leer en Verbonden 76:4; 88:41; 130:22

Wij zijn kinderen van God

Laat de cursisten zich voorstellen dat een vriend die geen lid van de kerk is hun vraagt hoe onze kerk onze hemelse Vader ziet. Geef de cursisten kort de gelegenheid te vertellen wat ze zouden zeggen.

Zet de volgende Schrifttekstenparen op het bord of op een uitreikblad:

Genesis 1:27; Leer en Verbonden 130:22

1 Nephi 9:6; 2 Nephi 9:20

Jesaja 55:8–9; Leer en Verbonden 88:41

1 Johannes 3:1; 4:8–9

Moroni 8:18; Leer en Verbonden 76:4

Handelingen 17:29; Hebreeën 12:9

Laat de cursisten enkele van deze Schrifttekstenparen bestuderen en vaststellen wat er over onze hemelse Vader in staat. Zorg ervoor dat elk tekstenpaar aan iemand toegewezen is. Laat de cursisten na verloop van tijd vertellen hoe ze met behulp van een of meerdere van deze Schriftteksten zouden uitleggen wat ze over onze hemelse Vader weten of waarin ze geloven.

  • Hoe helpt deze kennis van de eigenschappen van onze hemelse Vader je om Hem te aanbidden?

  • Hoe beïnvloedt de kennis dat onze hemelse Vader een echt Persoon is met een verheerlijkt, herrezen lichaam van vlees en beenderen en dat Hij de Vader van je geest is, je band met Hem?

  • Waarom is het goed om niet te vergeten dat God de Vader van onze geest is? (Benadruk tijdens de bespreking dat aangezien God de Vader van onze geest is, ons goddelijke potentieel inhoudt dat we zoals Hij kunnen worden. Het kan ook nuttig zijn om deze verklaring van het Eerste Presidium, onder leiding van president Joseph F. Smith [1838–1918], uit 1909 voor te lezen: ‘Alle mannen en vrouwen zijn naar het beeld van de universele Vader en Moeder geschapen, en zijn letterlijk zoons en dochters van God.’ [‘Gospel Classics: The Origin of Man’, Ensign, februari 2002, 29.])

Geef de cursisten een kopie van de volgende uitspraak van de profeet Joseph Smith. Laat ze die doorlezen en letten op zinsneden waaruit blijkt hoe belangrijk het is om te begrijpen wie God is.

De profeet Joseph Smith

‘Als de mens het karakter van God niet kan begrijpen, kan hij zichzelf niet begrijpen. […]

‘God was eens zoals wij nu zijn. Hij is een verhoogde Persoon en zit in de hemel op zijn troon! […] Als de sluier nu vaneengescheurd zou worden, en de machtige God die deze wereld in haar loopbaan houdt en alle werelden en alle dingen door zijn macht in stand houdt, Zich zichtbaar zou maken — ja, als u Hem vandaag zou zien, zou u Hem zien in de vorm van een mens; want Adam was in de gelijkenis en vorm van God geschapen; hij wandelde, sprak met Hem en ontving onderricht van Hem, zoals de ene mens met de andere spreekt en communiceert.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 44.)

  • Hoe kunnen we onszelf beter begrijpen als we onze hemelse Vader beter leren kennen? (Laat de cursisten antwoorden en schrijf op het bord: Door onze hemelse Vader beter te begrijpen, kunnen we ons potentieel om als onze hemelse Ouders te worden beter begrijpen.)

Toon het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen en laat een cursist het voorlezen.

Ouderling Dallin H. Oaks

‘Overdenk de kracht die uitgaat van het denkbeeld dat in ons welbekende “Ik ben een kind van God” [Lofzangen, nr. 195) tot uiting komt. […] Daarin staat het antwoord op een van de belangrijkste levensvragen: “Wie ben ik?” Ik ben een kind van God, afkomstig van hemelse Ouders. Die afkomst definieert ons eeuwig potentieel. Dat krachtige denkbeeld is een probaat middel tegen neerslachtigheid. Het kan ons de kracht schenken om rechtschapen keuzes te maken en het beste in ons na te streven.’ (‘Powerful Ideas’, Ensign, november 1995, 25.)

Zet het volgende op het bord:

De kennis dat ik een kind van God ben, kan goed van pas komen als .

De kennis dat ik een kind van God ben, kwam goed van pas toen .

Laat enkele cursisten vertellen hoe ze één van die zinnen zouden aanvullen.

Romeinen 8:16–17; 1 Johannes 3:2; 3 Nephi 12:48

Ons goddelijke potentieel

Vertel de cursisten dat men soms zegt dat iemand ‘veel potentieel’ heeft.

  • Wat betekenen die woorden volgens jullie?

Schrijf de volgende verwijzingen op het bord en laat de cursisten die bestuderen om meer over ons goddelijke potentieel te weten te komen: Romeinen 8:16–17; 1 Johannes 3:2; 3 Nephi 12:48. U kunt ze in overweging geven om bij deze Schriftteksten een kruisverwijzing naar de andere twee teksten te zetten.

  • Wat betekent de zinsnede ‘wij Hem gelijk zullen zijn’ in het licht van de Schriftteksten over Gods karakter die we bestudeerd hebben?

  • Wat betekent het om ‘mede-erfgenamen’ van Jezus Christus te zijn? (Als Eniggeborene van de Vader in het vlees heeft Jezus Christus het recht om alles wat de Vader heeft te erven. Wie gehoorzaam is en de volledige zegeningen van de verzoening van de Heiland ontvangt, zal ook alles wat de Vader heeft erven [zie Romeinen 8:14–18; Galaten 3:26–29; LV 84:38]. Beklemtoon dit beginsel: het plan van onze hemelse Vader staat ons toe om als onze hemelse Ouders te worden. Leg uit dat hoewel sommigen onze overtuiging bekritiseren dat we zoals God kunnen worden, die overtuiging in de leringen van de Bijbel te vinden is.)

Zet de volgende vraag op het bord:

Wat heeft ouderling Dallin H. Oaks over het doel van ons aardse leven gezegd?

Lees deze uitspraak van ouderling Dallin H. Oaks voor en laat de cursisten zoeken naar antwoorden op de vraag op het bord:

Ouderling Dallin H. Oaks

‘In de theologie van de herstelde kerk van Jezus Christus is het doel van het sterfelijk leven ons voor te bereiden op het bereiken van onze bestemming als zoons en dochters van God — om te worden als Hij. […] In de Bijbel staat dat wij “kinderen van God” en “erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus” zijn (Romeinen 8:16–17). Er staat ook dat wij “met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden” (Romeinen 8:17) en dat “als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn” (1 Johannes 3:2). We nemen deze leringen in de Bijbel letterlijk. Wij geloven dat het doel van dit sterfelijk leven is om een stoffelijk lichaam te krijgen en, door de verzoening van Jezus Christus en door gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen van het evangelie, zo te leven dat wij in aanmerking komen voor de verheerlijkte, herrezen celestiale staat die de verhoging of het eeuwige leven wordt genoemd. […] (Die bestemming van eeuwig leven, of Gods leven, dient ieder bekend te zijn die de oude christelijke leer van en het geloof in vergoddelijking of apotheose bestudeerd heeft.) […]

‘Onze theologie begint met hemelse Ouders. Het is onze hoogste ambitie om als Zij te worden. In het barmhartige plan van de Vader is dat alles dankzij de verzoening van de Eniggeborene van de Vader, onze Heer en Heiland, Jezus Christus, mogelijk.’ (‘Apostasy and Restoration’, Ensign, mei 1995, 86–87.)

(Noot: u dient misschien uit te leggen dat vergoddelijking en apotheose verwijzen naar het idee dat iemand een god kan worden of tot een goddelijke status verheven kan worden.)

Bespreek de antwoorden van de cursisten op de vraag die op het bord staat. Vraag dan:

  • Welke gedachten krijg je als je bedenkt dat het plan van onze hemelse Vader je in staat stelt om als Hij te worden?

  • Waarom hebben we de verzoening van Christus nodig om als God te worden?

Neem dit citaat door om de bespreking te stimuleren:

‘Heiligen der laatste dagen begrijpen de omvang van de verzoening van Christus betreffende het grote menselijke potentieel dat die mogelijk maakt. De verzoening van Christus voorziet niet alleen in vergeving van zonde en overwinning op de dood, ze redt ook onvolmaakte relaties, geneest de geestelijke wonden die groei onderdrukken, en sterkt mensen en stelt hen in staat om de eigenschappen van Christus te ontwikkelen [zie Alma 7:11–12]. Heiligen der laatste dagen geloven dat we alleen door de verzoening van Jezus Christus een zekere hoop op eeuwige heerlijkheid kunnen hebben, en dat we alleen volledige toegang tot de macht van zijn verzoening krijgen door geloof in Jezus Christus, bekering, de doop, het ontvangen van de gave van de Heilige Geest, en tot het einde toe volharden in het volgen van de instructie en het voorbeeld van Christus [zie 2 Nephi 31:20; Geloofsartikelen 1:4]. Wie als God worden en de volheid van zijn heerlijkheid betreden, worden beschreven als mensen die ‘tot volmaking gekomen [zijn] door Jezus, de Middelaar van het nieuwe verbond, die deze volmaakte verzoening tot stand heeft gebracht door het vergieten van zijn eigen bloed’ [LV 76:69].’ [Gospel Topics, ‘Becoming Like God’, lds.org/topics.)

Geef de cursisten een kopie van het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium. Laat de cursisten de uitspraak lezen en denkbeelden markeren die hun de hoop geven dat ze hun goddelijke potentieel kunnen bereiken. Wijs hen erop dat president Uchtdorf deze toespraak in een priesterschapsbijeenkomst van de algemene conferentie gehouden heeft, maar dat de denkbeelden op iedereen van toepassing zijn:

President Dieter F. Uchtdorf

‘Eén titel die ons allen in meest fundamentele zin omschrijft, is zoon [of dochter] van onze hemelse Vader. Ongeacht wat we nog meer in het leven doen, moeten we nooit vergeten dat we letterlijk Gods geestkinderen zijn. We waren zijn kinderen voordat we geboren werden en we zullen voor eeuwig zijn kinderen zijn. Deze fundamentele waarheid behoort de manier waarop wij onszelf, onze broeders en zusters, en het leven zelf zien, te veranderen. […]

‘Het besef een [kind] van God te zijn die deze heerlijkheid in meerdere of mindere mate mist, kan soms ontmoedigend zijn. De boze wil die gevoelens het liefst uitbuiten. Satan wil het liefst uw zonden uitvergroten en uw goddelijke potentieel terzijde schuiven. Broeders, luister niet naar hem.

‘We weten allemaal hoe een peuter leert lopen. Hij neemt een stapje en wankelt. Hij valt. Nemen we hem dat kwalijk? Natuurlijk niet. Welke vader zou een peuter straffen omdat hij struikelt? We moedigen aan, we klappen in de handen en we prijzen hem, omdat hij met elk stapje meer op zijn ouders gaat lijken.

‘Tja, broeders, vergeleken met de volmaaktheid van God, zijn wij stervelingen nauwelijks meer dan een onbeholpen, struikelende peuter. Maar onze liefhebbende hemelse Vader wil dat we op Hem lijken, en dat, beste broeders, behoort ook ons eeuwige doel te zijn. God begrijpt dat we dat niet met één stap bereiken, maar stapje voor stapje.’ (‘Vier titels’, Liahona, mei 2013, 58.)

  • Hoe kun je je goddelijke potentieel bereiken als je deze eeuwige waarheden in gedachten houdt?

  • Hoe beïnvloeden deze waarheden de manier waarop je je familieleden behandelt?

  • Hoe beïnvloedt je kennis van deze waarheden je verlangen om naar de gegevens van je overleden voorouders te zoeken en tempelverordeningen voor hen te verrichten?

Spoor de cursisten aan om in de loop van de komende week een familielid of vriend te vertellen wat ze in deze les geleerd en gevoeld hebben. Ze kunnen zich ook afvragen wat ze elke dag kunnen doen om in gedachten te houden dat ze een kind van onze hemelse Vader zijn en in hun dagboek een verslag bijhouden van hoe dat hun handelingen beïnvloedt.

Leesstof voor de cursisten