Seminarie en instituut
Les 14: Verlossers op de berg Zion worden


Les 14

Verlossers op de berg Zion worden

Inleiding

Door tempelwerk heeft de Heer het voor al wie zonder de kennis van het evangelie van Jezus Christus gestorven is mogelijk gemaakt om ‘in de tegenwoordigheid van God [terug te keren] en dat het gezin voor eeuwig verenigd wordt.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, november 2010, 129.) In deze les komen de cursisten te weten hoe de geest van Elia ons motiveert om familiehistorisch werk te doen en ‘verlossers [op] de berg Sion’ te worden (Obadja 1:21).

Achtergrondinformatie

Lessuggesties

Leer en Verbonden 138:27–37, 58–59

De bediening van Jezus Christus in de geestenwereld

Laat de cursisten bedenken hoeveel van hun voorouders gestorven zijn zonder het evangelie te horen of de heilsverordeningen te ontvangen.

Herinner de cursisten eraan dat de Heiland na zijn dood aan de geesten van de overledenen verschenen is. Het visioen dat president Joseph F. Smith (1838–1918) van zijn bezoek kreeg, staat in Leer en Verbonden 138. (Merk op dat dit een voorbeeld is van het verduidelijken van de context voor de cursisten tijdens de Schriftstudie.)

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Leer en Verbonden 138:27–37 voor te lezen. Vraag de klas om mee te lezen en te letten op wat de Heer tijdens zijn bediening in de geestenwereld deed.

  • Hoe bereidde de Heiland de weg voor de verlossing van de geesten van de overledenen? (Benadruk de volgende waarheid: de Heiland machtigde, instrueerde en bereidde de rechtschapen geesten voor om het evangelie aan de geesten in de geestengevangenis te prediken.)

  • Waarom moeten de beginselen van het evangelie volgens vers 34 aan de geesten in de gevangenis gepredikt worden? (Leg uit dat ‘geoordeeld te worden naar de mens in het vlees’ betekent dat al Gods kinderen, zowel de levenden als de doden, de kans krijgen om het evangelie te aanvaarden en de heilsverordeningen te ontvangen, zodat ze allemaal volgens dezelfde normen geoordeeld kunnen worden. Zie ook LV 137:7–9.)

Laat de cursisten Leer en Verbonden 138:31, 58–59 lezen en opzoeken wat de geesten in de geestenwereld die in het evangelie onderricht zijn, moeten doen om ‘erfgenaam van het heil’ te worden.

  • Wat moeten de geesten van de overledenen volgens dit vers doen om ‘erfgenaam van het heil’ te worden? (Verduidelijk dit beginsel: als de geesten in de geestengevangenis in het evangelie onderricht zijn, kunnen ze ervoor kiezen zich te bekeren en de verordeningen te ontvangen die plaatsvervangend in de tempel voor hen verricht zijn.)

Lees de volgende uitspraak van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen voor:

Afbeelding
Ouderling D. Todd Christofferson

‘Sommige mensen hebben het verkeerd begrepen en veronderstellen dat overleden zielen “zonder hun medeweten in de mormoonse kerk worden gedoopt” of dat “leden van andere kerken met terugwerkende kracht gedwongen worden om mormoon te worden.” Ze gaan ervan uit dat wij de macht hebben een ziel een bepaalde geloofsovertuiging op te dringen. Die macht hebben wij uiteraard niet. God heeft de mens vanaf het begin keuzevrijheid gegeven. “De doden die zich bekeren, zullen worden verlost door gehoorzaamheid aan de verordeningen van het huis van God” [LV 138:58], maar alleen als ze die verordeningen aanvaarden.’ (‘The Redemption of the Dead and the Testimony of Jesus’, Ensign, november 2000, 10.)

Laat de cursisten zich opsplitsen in tweetallen en doen alsof ze aan een niet-lid moeten uitleggen hoe Gods plan het voor iedereen, zowel de levenden als de doden, mogelijk maakt om het evangelie en de heilsverordeningen te ontvangen.

Obadja 1:21; Maleachi 4:5–6; Leer en Verbonden 110:13–16; 128:18

We behoren ‘verlossers [op] de berg Sion’ te worden (Obadja 1:21)

Vraag de cursisten op welke manieren we familiehistorisch werk kunnen doen. (Namen van familieleden opzoeken en ze naar de tempel meenemen, familiefoto’s en verhalen verzamelen en bewaren, indexeren enzovoort.)

  • Wat voor invloed heeft familiehistorisch werk op onze gevoelens jegens overleden familieleden?

Toon het volgende citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen om te verduidelijken waar die gevoelens vandaan komen, en laat een cursist het voorlezen:

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘Ouderling Russell M. Nelson heeft gezegd dat de geest van Elia “een manifestatie van de Heilige Geest [is] die getuigt van de goddelijke aard van de familie.” (“A New Harvest Time”, Ensign, mei 1998, 34.) Deze kenmerkende invloed van de Heilige Geest zorgt dat mensen hun voorouders en familieleden — zowel die uit het verleden als het heden — gaan identificeren, vastleggen en koesteren. De geest van Elia werkt in op mensen binnen en buiten de kerk.’ (‘Het hart der kinderen zal zich wenden’, Liahona, november 2011, 25.)

U kunt de volgende definitie van ‘de geest van Elia’ op het bord zetten:

De geest van Elia is een manifestatie van de Heilige Geest die ons motiveert om onze familieleden en voorouders te identificeren, vast te leggen en te koesteren.

Laat een cursist Maleachi 4:5–6 voorlezen.

  • Hoe zou het beloofde bezoek van de profeet Elia de gezinnen van de wereld en het heilswerk van de Heer in de laatste dagen beïnvloeden? (Herinner de cursisten eraan dat de herrezen Elia op 3 april 1836 in de Kirtlandtempel aan Joseph Smith en Oliver Cowdery verscheen en hun de verzegelbevoegdheid van het Melchizedeks priesterschap verleende [zie LV 110:13–16].)

  • Wat betekent het dat het hart van de vaders tot de kinderen wordt teruggebracht en andersom?

Laat een cursist de volgende uitleg van deze verzen door de profeet Joseph Smith (1805–1844) voorlezen:

Afbeelding
De profeet Joseph Smith

‘Het woord terugbrengen moet hier vertaald worden met binden, of verzegelen. Maar wat is het doel van deze belangrijke zending? Of hoe zal die volbracht worden? De sleutels moeten worden overgedragen, de geest van Elia moet komen […] en de heiligen moeten als verlossers op de berg Zion staan [zie Obadja 1:21].

‘Maar hoe kunnen de heiligen verlossers op de berg Zion worden? Door tempels te bouwen, doopvonten neer te zetten, en daarna alle verordeningen te ontvangen ten behoeve van al hun overleden voorouders […]. Zo kunnen de heiligen hen verlossen […]. Dat is de schakel die het hart van de vaderen aan de kinderen bindt, en dat van de kinderen aan de vaderen, waardoor de zending van Elia in vervulling gaat.’ (Zie Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 508–509.)

  • Wat worden we volgens Joseph Smith als we tempelverordeningen voor onze overleden voorouders verrichten? (Verlossers op de berg Zion.)

Toon het volgende citaat van president Gordon B. Hinckley (1910–2008) en vraag een cursist het voor te lezen:

Afbeelding
President Gordon B. Hinckley

‘We worden letterlijk verlossers op de berg Zion. Wat betekent dat? Net zoals de Verlosser zijn leven gaf als plaatsvervangend offer voor alle mensen, waarmee Hij onze Heiland werd, worden ook wij, in bescheiden mate, als we in de tempel plaatsvervangend werk doen, verlossers voor hen die aan de andere zijde zijn en geen mogelijkheid hebben om vooruitgang te maken tenzij iemand hier op aarde iets namens hen doet.’ (Zie ‘Slotwoord’, Liahona, november 2004, 105.)

Leg uit dat Jezus Christus de verzoening plaatsvervangend voor ons tot stand heeft gebracht. Als wij tempelverordeningen voor overledenen verrichten, worden we ‘verlossers op de berg Zion’. De term ‘berg Zion’ kan naar verschillende plaatsen verwijzen, waaronder de hemelse stad van God of de stad Nieuw-Jeruzalem (zie Hebreeën 12:22; LV 76:66; 84:2–4; 1 Koningen 8:1).

  • Hoe kan een begrip van de zinsnede ‘verlossers op de berg Zion’ ons motiveren om meer voor de tempelzegeningen van onze voorouders en familieleden te doen?

U kunt het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson voorlezen:

Afbeelding
Ouderling D. Todd Christofferson

‘Door onze voorouders op te zoeken en de heilsverordeningen te verrichten die ze niet voor zichzelf konden verrichten, getuigen we van de oneindige reikwijdte van de verzoening van Jezus Christus. Christus “is voor allen gestorven” [2 Korinthe 5:15.]’ (‘The Redemption of the Dead and the Testimony of Jesus’, Ensign, november 2000, 10.)

Leg uit dat Leer en Verbonden 128 een brief is die de profeet Joseph Smith aan de heiligen schreef, waarin hij Maleachi 4:5–6 citeerde en er vervolgens een geïnspireerde toelichting over gaf.

Laat de cursisten Leer en Verbonden 128:18 doorlezen. Laat ze de redenen markeren die Joseph Smith vermeldde voor het doen van het verlossingswerk voor onze overleden familieleden. Bespreek de bevindingen van de cursisten en bespreek daarna het volgende:

  • Hoe brengen we ook ons eigen heil teweeg als we heilsverordeningen voor onze voorouders verrichten?

Zet deze woorden op het bord: Opzoeken, Meenemen en Leren.

Vraag de cursisten hoe die drie woorden de stappen beschrijven die we bij het doen van familiehistorisch en tempelwerk moeten zetten. (Zorg ervoor dat het volgende duidelijk is: namen opzoeken en voorbereiden voor tempelwerk; die namen naar de tempel meenemen en plaatsvervangende verordeningen voor die mensen verrichten; anderen leren om dat ook te doen.)

Om de zegeningen te verduidelijken die uit die stappen voortvloeien, toont u het volgende citaat van ouderling David A. Bednar en laat u een cursist het voorlezen. U kunt ook de video ‘The Promised Blessings of Family History’ [De beloofde zegeningen van familiegeschiedenis] tonen (lds.org/topics/family-history/fdd-cook/blessings-video). Vraag de cursisten op de beloofde zegeningen te letten die uit familiehistorisch werk voortvloeien.

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘Ik nodig de jonge mensen van de kerk uit om de geest van Elia te bestuderen en die te ervaren. ‘Ik moedig jullie aan om je voorouders beter te kennen, naar ze op zoek te gaan en je voor te bereiden om je plaatsvervangend in het huis des Heren te laten dopen voor jouw overleden familieleden (zie LV 124:28–36).’ En ik spoor jullie aan om anderen te helpen met hun familiegeschiedenis.

‘Als je met geloof op deze uitnodiging ingaat, zal je hart zich tot de vaderen wenden. […] Je liefde en dankbaarheid voor je voorouders zullen toenemen. Je getuigenis van de Heiland zal sterker worden en je bekering tot Hem zal blijvender zijn. En ik beloof je dat je beschermd zult worden tegen de toenemende invloed van de tegenstander. Als je met je hart betrokken raakt bij dit heilige werk, zul je in je jeugd en je hele leven bescherming genieten.’ (‘Het hart der kinderen zal zich wenden’, 26–27.)

  • Wat voor zegeningen ontvangen we als we familiehistorisch werk doen?

Vraag of iemand over een persoonlijke ervaring wil vertellen, waarin hij of zij door het doen van familiehistorisch werk zegeningen heeft ontvangen.

  • Hoe voelde je je toen je verordeningen voor je voorouders verrichtte?

Nodig de cursisten uit om familiehistorisch onderzoek met de hulpmiddelen op FamilySearch.org te doen en indien nodig de hulp van een consulent familiegeschiedenis in hun wijk of gemeente in te roepen. Spoor de cursisten aan een plan op te stellen om de namen van hun voorouders op te zoeken, die namen naar de tempel mee te nemen en er plaatsvervangende verordeningen voor hen te verrichten, en anderen te leren dat ook te doen.

Leesstof voor de cursisten

Afdrukken