Onze ervaringen in de tempel bereiden ons voor om een betere discipel van Jezus Christus te worden, en de ‘heilige verordeningen en verbonden [daar] maken het mogelijk dat de mens in de tegenwoordigheid van God terugkeert.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, november 2010, 129.) President Howard W. Hunter (1907–1995) spoorde de leden van de kerk aan om ‘naar de tempel als het grote symbool van hun lidmaatschap op te zien’. (‘The Great Symbol of Our Membership’, Ensign, oktober 1994, 2.) In deze les leren de cursisten manieren om hun tempelervaring te verrijken, wat hun gezin tot zegen zal zijn.
Toon een afbeelding van de dichtstbijzijnde tempel. Wijs de cursisten erop dat de zinsnede De Here gewijd op de buitenkant van elke tempel gegraveerd is. Laat de cursisten Johannes 2:13–16 lezen en bedenken in welke opzichten dat verslag de heilige aard van de tempel illustreert.
Hoe illustreert dit verslag de houding die we ten opzichte van de tempel dienen te hebben?
Hoe kunnen mensen in deze tijd gebrek aan eerbied voor de tempel hebben?
Laat een cursist Leer en Verbonden 109:20, een stuk uit het inwijdingsgebed van de Kirtlandtempel, voorlezen:
Welk beginsel halen we uit dit vers? (De cursisten dienen dit beginsel te vinden: God heeft geboden dat niets onreins zijn huis mag betreden. Leg uit dat in de Schriften tempels altijd als plaatsen van reinheid, heiligheid en waardigheid voorgesteld worden. U kunt de cursisten aanmoedigen om daarop te letten als ze over de tempel lezen.)
Aan welke waardigheidsnormen dient iemand zich te houden vóór hij de tempel mag betreden?
Geef de cursisten een paar minuten de tijd om Leer en Verbonden 109:10–13, 21–22 en Psalmen 24:3–5 te bestuderen en zegeningen van waardig tempelbezoek op te zoeken. Laat de cursisten hun bevindingen desgewenst markeren.
Welke beloften worden in deze verzen beloofd aan de mensen die de tempel waardig betreden? (De heerlijkheid van de Heer zal op zijn volk rusten; al wie de tempel betreden, zullen de macht van de Heer voelen en zich gedrongen voelen te erkennen dat het een heilige plaats is; in de tempel zal de Heer zijn naam op ons laten rusten en ons met zijn macht wapenen; en in de tempel kunnen we zegeningen en gerechtigheid van de Heer ontvangen.)
Waarom hangen deze beloften van onze waardigheid af?
Wat zou je zeggen tegen iemand die zich afvraagt of het de moeite waard is om voor een tempelaanbeveling in aanmerking te komen?
Laat een cursist het volgende citaat van president Thomas S. Monson voorlezen:
Afbeelding
President Thomas S. Monson
‘Zij die de eeuwige zegeningen begrijpen die van de tempel komen, weten dat geen offer te groot is, geen prijs te hoog, geen worsteling te zwaar om die zegeningen te ontvangen. […] Zij begrijpen dat de heilsverordeningen die we in de tempel ontvangen ons in staat stellen om op een dag met een eeuwige familieband terug te keren naar onze hemelse Vader en begiftigd te worden met zegeningen en kracht van omhoog, die elk offer en elke inzet waard zijn.’ (‘De heilige tempel: een baken voor de wereld’, Liahona, mei 2011, 92.)
Wat voor zegeningen heb je bij het verrichten van tempelverordeningen ontvangen?
Moedig de cursisten aan om hun hele leven voor een tempelaanbeveling in aanmerking te komen. Benadruk dat als ze de Heer in zijn tempel in nederigheid aanbidden, ze de zegeningen ontvangen die alleen de getrouwen in zijn heilige huis ter beschikking staan.
Zet de volgende onvolledige zin op het bord en vraag de cursisten hoe ze die zouden aanvullen:
Wat we uit ons tempelbezoek halen, hangt af van .
Lees na enkele antwoorden het volgende citaat van president Boyd K. Packer (1924–2015) van het Quorum der Twaalf Apostelen voor:
Afbeelding
President Boyd K. Packer
‘Wat we uit ons tempelbezoek halen, hangt in grote mate af van wat we meenemen naar de tempel aan ootmoed, eerbied en een verlangen om te leren. Als we leergierig zijn, worden we in de tempel onderwezen door de Geest.’ (The Holy Temple [1980], 42.)
Hoe anders zou je ervaring in de tempel zijn als je met een geest van ‘ootmoed, eerbied en een verlangen om te leren’ naar de tempel ging? (Laat de cursisten antwoorden en zet dit beginsel op het bord: Als we in ootmoed, eerbied en met een verlangen om te leren naar de tempel gaan, krijgen we onderricht van de Geest.)
Leg uit dat toen de Heiland de Nephieten bezocht, Hij hun een patroon gaf voor het begrijpen van heilige zaken. Wij kunnen dat patroon volgen als we naar de tempel gaan. Vraag een cursist 3 Nephi 17:1–3 voor te lezen.
Wat leerde de Heiland zijn volgelingen waardoor ze beter in staat waren om heilige zaken te begrijpen?
Hoe kunnen we aan de hand van dat patroon onze ervaring in de tempel verbeteren? (We behoren over onze tempelervaringen na te denken, om begrip te bidden, ons op ons volgende bezoek voor te bereiden, en zo vaak mogelijk terug te keren.)
Lees het volgende citaat van ouderling L. Lionel Kendrick van de Zeventig voor en laat de cursisten letten op suggesties voor het verbeteren van onze tempelervaring.
Afbeelding
Ouderling L. Lionel Kendrick
‘Er is een verschil tussen gewoon naar de tempel gaan en er een goede geestelijke ervaring hebben. We ontvangen de echte zegeningen van de tempel pas als we onze tempelervaring verbeteren. Om dat te doen, moeten we een geest van eerbied voor de tempel en een geest van aanbidding hebben. […]
‘Eerbiedig zijn is niet alleen maar stil zijn. We behoren ons daarbij bewust te zijn van wat er plaatsvindt. Het impliceert een goddelijk verlangen om te leren en ontvankelijk te zijn voor de influisteringen van de Geest. Het impliceert een streven naar meer licht en kennis. Oneerbiedigheid is niet slechts een gebrek aan respect voor God, maar het maakt het de Geest onmogelijk om ons de dingen te leren die we moeten weten.’ (‘Enhancing Our Temple Experience’, Ensign, mei 2001, 78.)
Welke zinsneden in deze uitspraak vind je interessant? Waarom?
Lees de volgende raad van ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen voor en laat de cursisten letten op suggesties die ze kunnen toepassen als ze naar de tempel gaan:
Afbeelding
Ouderling Richard G. Scott
‘• Begrijp de leer in verband met de tempelverordeningen, in het bijzonder het belang van de verzoening van Jezus Christus.
‘• Overdenk je relatie tot Jezus Christus en zijn relatie tot onze hemelse Vader terwijl je aan de tempelverordeningen deelneemt. Deze eenvoudige daad zal je meer begrip geven van het verheven karakter van de tempelverordeningen.
‘• Uit altijd je dank in gebed voor de weergaloze zegeningen die uit de tempelverordeningen voortvloeien. Laat je Vader in de hemel en zijn geliefde Zoon elke dag door je wijze van leven zien hoeveel die zegeningen voor je betekenen.
‘• Plan geregeld tempelbezoek.
‘• Zorg dat je op tijd bent, zodat je je in de tempel niet gehaast voelt.
‘• Rouleer de verordeningen, zodat je aan alle aspecten van het tempelwerk kunt deelnemen.
‘• Doe je horloge af als je het huis des Heren binnengaat.
‘• Volg met hart en ziel elk onderdeel van de verordening.
‘• Wees de persoon indachtig voor wie je aan de plaatsvervangende verordening deelneemt. Bid dat hij of zij het belang van de verordeningen inziet en waardig is of zal worden om er baat bij te kunnen hebben.’ (‘Tempelbezoek: bron van macht en kracht in tijden van nood’, Liahona, mei 2009, 43–44.)
Welke van die ideeën zouden je het meest ten goede komen?
Wat hebben jij of anderen gedaan om aanbidding in het huis van de Heer zinvoller te maken? Wat gebeurt er als je die dingen doet? (U kunt tijdens de bespreking dit citaat van het Eerste Presidium voorlezen: ‘Wanneer leden van de kerk de namen van hun voorouders vinden en deze meenemen naar de tempel om er tempelwerk voor te doen, wordt de tempelervaring erg verrijkt.’ [Brief van het Eerste Presidium, 8 oktober 2012.])
Moedig de cursisten aan om op te schrijven welke ingevingen ze hebben gekregen om hun tempelervaring te verbeteren. Moedig ze aan om ermee aan de slag te gaan.
Leg uit dat de profeet Joseph Smith in het inwijdingsgebed van de Kirtlandtempel enkele doelen van de tempel vermeldde. Vraag de cursisten Leer en Verbonden 109:8 te lezen. Wijs ze erop dat een van de doelen ‘een huis van leren’ is.
Wat kunnen we in de tempel leren?
Laat het volgende citaat van president Gordon B. Hinckley (1910–2008) zien en door een cursist voorlezen:
Afbeelding
President Gordon B. Hinckley
‘Dit heilige gebouw is een school van onderricht in de aangename en heilige zaken Gods. Hier krijgen we het plan van een liefdevolle Vader voor zijn zoons en dochters van alle geslachten uiteengezet. Hier krijgen we een schets van de odyssee die de eeuwige reis van de mens vormt, van het voorsterfelijk bestaan tot dit leven, en tot het leven hierna. Er worden op duidelijke en eenvoudige wijze grote fundamentele waarheden onderricht die heel goed te begrijpen zijn voor allen die ze horen.’ (‘The Salt Lake Temple’, Ensign, maart 1993, 5–6.)
Hoe kunnen we door het verrichten van tempelverordeningen de grote fundamentele waarheden van het plan van onze hemelse Vader leren kennen?
Hoe kunnen we met het patroon in 3 Nephi 17:1–3 meer leren als we in de tempel zijn?
Toon dit citaat van president Gordon B. Hinckley:
Afbeelding
President Gordon B. Hinckley
‘Er zijn talloze mensen die in hachelijke tijden, als ze te maken krijgen met ingewikkelde problemen en moeilijke beslissingen, onder vasten en gebed naar de tempel gaan om leiding van God te ontvangen. Velen hebben getuigd dat ze, hoewel ze niet de stem van openbaring hebben gehoord, op dat moment of later wel indrukken kregen over de te volgen koers, als antwoord op hun gebeden.’ (‘The Salt Lake Temple’, Ensign, maart 1993, 6.)
Vraag de cursisten tot slot of ze iets over hun gevoelens of getuigenis van de tempel willen vertellen. Benadruk dat dit een erg belangrijke periode met veel beslissingen in het leven van de cursisten is. Getuig dat de cursisten in het huis van de Heer Gods Geest, troost en leiding kunnen voelen.