2009
Tempelbezoek: bron van macht en kracht in tijden van nood
May 2009


Tempelbezoek: bron van macht en kracht in tijden van nood

Er geen reden is om ons zorgen te maken of depressief te worden als we onze tempelverbonden naleven en als we rechtschapen leven.

Elder Richard G. Scott

De leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen leven in de gezegende tijd dat de Heer zijn profeten geïnspireerd heeft om wereldwijd meer heilige tempels te laten bouwen. Met een goede voorbereiding en enige opoffering kan het merendeel van de kerkleden voor zichzelf en hun voorouders aan de verordeningen deelnemen en gezegend worden door de verbonden die zij daar sluiten.

Ik hou van u, vandaar dat ik geen blad voor de mond zal nemen. Ik heb vaak gezien dat leden zich grote offers getroosten om naar een afgelegen tempel te gaan. Maar als er een tempel in de buurt of op korte afstand wordt neergezet, gaan velen er niet geregeld naartoe. Ik heb een suggestie om te voorkomen dat u zich er door kleinigheden vanaf laat houden om naar de tempel te gaan. Stel een specifiek doel om, afhankelijk van uw omstandigheden, geregeld naar de tempel te gaan en aan de verordeningen deel te nemen. Laat niets of niemand u daarna afbrengen van uw doel. Een dergelijk doel garandeert dat wie dicht bij een tempel wonen net zo gezegend worden als wie een lange reis naar de tempel maken.

Veertien jaar geleden stelde ik mij ten doel om minstens een keer per week naar de tempel te gaan om aan een van de verordeningen deel te nemen. Als ik op reis moet, haal ik het gemiste tempelbezoek in om mij aan mijn doel te houden. En ik heb mij aan mijn voornemen gehouden en het heeft mijn leven veranderd. Ik probeer aan alle verordeningen in de tempel deel te nemen.

Ik raad u aan zelf te beslissen hoe vaak u gaat om baat te hebben bij de verordeningen die in onze tempels worden aangeboden. Is er iets belangrijker dan in de tempel aan de verordeningen deelnemen? Kan iets grotere betekenis hebben voor een echtpaar en het meer vreugde en groter geluk brengen dan samen aan de tempelverordeningen deelnemen?

Ik geef nu aanvullende suggesties om meer baat te kunnen hebben bij uw bezoek aan de tempel.

  • Begrijp de leer in verband met de tempelverordeningen, in het bijzonder het belang van de verzoening van Jezus Christus.1

  • Overdenk uw relatie tot Jezus Christus en zijn relatie tot onze hemelse Vader terwijl u aan de tempelverordeningen deelneemt. Deze eenvoudige daad zal u meer begrip geven van het verheven karakter van de tempelverordeningen.

  • Uit altijd uw dank in gebed voor de weergaloze zegeningen die uit de tempelverordeningen voortvloeien. Laat uw Vader in de hemel en zijn geliefde Zoon elke dag door uw wijze van leven zien hoeveel die zegeningen voor u betekenen.

  • Rooster geregeld tempelbezoek in.

  • Zorg dat u op tijd bent, zodat u zich in de tempel niet gehaast voelt.

  • Rouleer de verordeningen, zodat u aan alle aspecten van het tempelwerk kunt deelnemen.

  • Doe uw horloge af als u het huis des Heren binnengaat.

  • Luister met hart en ziel naar de presentatie van elk onderdeel van de verordening.

  • Wees de persoon indachtig voor wie u aan de plaatsvervangende verordening deelneemt. Bid dat hij of zij het belang van de verordeningen inziet en waardig is of zal worden om er baat bij te kunnen hebben.

  • Zie in dat niemand de grootsheid van de huwelijksverzegeling begrijpt en onthoudt na maar één keer aan de verordening te hebben deelgenomen. Alleen als iemand daarna vaak plaatsvervangend werk doet, zal de draagwijdte van de verordening hem of haar duidelijk worden.

  • Besef dat de huwelijksverzegeling pas geldig is als die bezegeld is door de Heilige Geest der belofte. Beide personen moeten waardig zijn en de verzegeling eeuwig willen laten zijn.

Als u zich nog niet in de tempel aan uw huwelijkspartner heeft laten verzegelen, overweeg dan deze schriftuurplaats:

‘In de celestiale heerlijkheid zijn drie hemelen of graden;

‘en om de hoogste te verwerven, moet een mens tot deze orde van het priesterschap toetreden (namelijk het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond);

‘en als hij dat niet doet, kan hij die niet verwerven.

‘Hij kan de andere ingaan, maar dat is dan het einde van zijn koninkrijk; hij kan geen vermeerdering hebben’ (LV 131:1–4).

Als ik een koor hoor zingen tijdens een tempelinwijding, ervaar ik soms een gevoel zo verheven dat het mijn hart en ziel in vervoering brengt. Dan sluit ik mijn ogen en meer dan eens zie ik dan in gedachten een grote schare die begint bij de tempel en uitzwermt over de hemel. Voor mij staat dat voor de vele geesten die wachten tot het plaatsvervangende werk voor hen in dat heiligdom wordt gedaan en die verheugd zijn dat er eindelijk een plek is waar ze van de boeien kunnen worden bevrijd die hun eeuwige vooruitgang tegenhouden. Maar dan moet u wel het plaatsvervangend werk voor hen doen. U zult de gegevens van uw voorouders moeten opzoeken. De nieuwe FamilySearchTM website maakt dat eenvoudiger dan ooit. De gegevens van uw voorouders moeten worden opgezocht en ingevoerd, waarna u naar het huis des Heren gaat om aan de verordeningen deel te nemen. Wat schenkt tempelwerk toch veel vreugde!

Ik wil u iets vertellen over een voorouder van mijn vrouw, Jeanene. Ze heet Sarah DeArmon Pea Rich. Haar relaas maakt duidelijk hoeveel invloed de tempel op ons kan hebben. Toen ze 31 was ontving ze een roeping van Brigham Young om in de Nauvootempel te werken en aan zoveel mogelijk tempelverordeningen deel te nemen, voordat de heiligen naar het westen vertrokken. Dit is wat ze schreef:

‘We ontvingen vele zegeningen in het huis des Heren die ons vreugde en troost boden te midden van al onze smarten en die ons in staat stelden om geloof in God te hebben, omdat we er zeker van waren dat Hij ons zou leiden en zou helpen op de ongewisse tocht die voor ons lag. Zonder het geloof en de kennis die in de Nauvootempel op ons was uitgestort door de invloed en hulp van de Geest des Heren, zou de tocht een sprong in het duister zijn geweest. Een dergelijke tocht in de winter aan te vangen, arm als we waren, zou veel weg hebben gehad van een onderonsje met de dood. Maar wij hadden geloof in onze hemelse Vader, en stelden ons vertrouwen in Hem, omdat we voelden dat we zijn uitverkoren volk waren en het evangelie in ons hart hadden gesloten; en in plaats van verdriet voelden we juist vreugde, omdat de dag van onze bevrijding was aangebroken.’2

Nu wil ik het hebben over de diepe invloed die de tempel op mij heeft. Dit deel van mijn toespraak is nogal persoonlijk, vandaar dat ik u vraag voor mij te bidden, zodat ik niet al te emotioneel word.

Veertien jaar geleden riep de Heer mijn vrouw tot Zich. Ik hou zielsveel van haar, maar ik heb mij nooit beklaagd omdat ik weet dat Hij het zo wilde. Ik heb Hem nooit naar het waarom gevraagd, maar wel naar wat Hij wil dat ik eruit leer. Dat is, vind ik, de manier om de verdrietelijkheden des levens tegemoet te treden — niet klagen, maar de Heer danken dat Hij ons de gelegenheid biedt om moeilijkheden te overstijgen.

Ons was de zegen van kinderen vergund. Ons eerste kind, een dochter, is nog steeds een grote zegen voor ons. Een paar jaar later werd onze zoon Richard geboren. Een paar jaar daarna kregen we nog een dochter. Zij leefde maar een paar minuten.

Onze zoon, Richard, was geboren met een hartkwaal. Ons werd gezegd dat hij niet ouder dan twee of drie jaar zou worden, tenzij er een remedie voor zijn kwaal werd gevonden. De technieken waarmee men tegenwoordig dergelijke hartkwalen verhelpt, bestonden toen nog niet. Toch vonden we uiteindelijk een kliniek en artsen die hem, ondanks de risico’s, bereid waren te opereren. De operatie moest worden verricht terwijl zijn hartje klopte.

De operatie vond zes weken na de geboorte en dood van ons dochtertje plaats. Direct na de operatie kwam de hoofdchirurg binnen, die ons vertelde dat de operatie geslaagd was. En we waren ongelooflijk blij! Onze zoon zal groot en sterk worden, en rennen en spelen! We dankten de Heer vanuit het diepst van ons hart. Ongeveer tien minuten later kwam dezelfde arts met een bedroefd en bleek gezicht weer binnen en zei ons dat onze zoon het niet gehaald had. Kennelijk was de zware operatie te veel geweest voor zijn kleine lijfje.

’s Avonds nam ik thuis mijn vrouw in mijn armen en zei tegen haar: ‘We hoeven ons geen zorgen te maken, onze kinderen zijn in het verbond geboren. We hebben de zekerheid dat we hen in het hiernamaals bij ons zullen hebben. Nu hebben we een goede reden om een zeer goed leven te leiden. We hebben een zoon en een dochter die het celestiale koninkrijk zijn binnengegaan, omdat ze voor hun achtste overleden zijn.’ Die kennis heeft ons veel troost gegeven. We verheugen ons dat al onze zeven kinderen voor tijd en eeuwigheid aan ons verzegeld zijn.

Geen van ons beiden ging gebukt onder die beproeving, want als we rechtschapen leven en aan de tempelverordeningen deelnemen, ligt al het andere in de handen van God. We kunnen ons uiterste best doen, maar uiteindelijk beslist Hij. Als we getrouw zijn, hoeven we niet te klagen over wat er in ons leven gebeurt.

Veertien jaar geleden besloot de Heer dat de aardse proeftijd van mijn vrouw voorbij was, waarna Hij haar tot Zich riep. Ik geef toe dat ik het er soms moeilijk mee heb dat ze er niet meer is, maar ik klaag niet. De Heer vergunde het mij op belangrijke momenten haar nabijheid te voelen.

Mijn boodschap kortom is dat er geen reden is om, wat er ook gebeurt, ons zorgen te maken of depressief te worden, als we onze tempelverbonden naleven en als we rechtschapen leven, zodat we recht blijven hebben op de zegeningen die ons in die verordeningen zijn beloofd.

Mij zal het voorrecht worden vergund om eenmaal weer in het gezelschap van die mooie vrouw te zijn, van wie ik zielsveel hou, en bij de kinderen die bij haar aan de overzijde zijn, vanwege de verordeningen die in de tempel worden voltrokken. Wat is het een grote zegen dat het verzegelingsgezag weer op aarde is, niet alleen voor dit leven, maar ook voor de eeuwigheid. Ik ben dankbaar dat de Heer zijn evangelie volledig heeft hersteld, met inbegrip van de verordeningen die vereist zijn om in deze wereld gelukkig te zijn en in het hiernamaals een eeuwigdurend en gelukkig leven te kunnen leiden.

Dit is het werk van de Heer. Jezus Christus leeft. Dit is zijn kerk. Ik ben een getuige van Hem en zijn verzoening, dat het fundament is waaraan elke tempelverordening blijvende geldigheid ontleent. Daarvan getuig ik met alle kracht waarover ik beschik in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. U kunt beginnen met de afdelingen 88, 109, 131 en 132 van de Leer en Verbonden.

  2. Sarah DeArmon Pea Rich. ‘Autobiography, 1885–1893’, bibliotheek voor kerkgeschiedenis, p. 66.