Verder gaan met ons leven
Luisteren we naar de profeten, hebben we een eeuwig perspectief, zijn we gelovig en goedsmoeds, dan kunnen we omgaan met onverwachte moeilijkheden.
Toen ze nog erg klein was, bracht ons nichtje Lachelle elke ochtend bij haar oma door. Die twee kregen een speciale band door al die uren samen. Al snel werd Lachelle vijf jaar en was ze oud genoeg om naar school te gaan. Op hun laatste ochtend samen las oma Squire haar kleindochter nog een verhaaltje voor en wiegde ze haar in de grote schommelstoel. ‘We hebben het altijd erg leuk gehad samen, Lachelle’, zei ze, ‘en nu ga je naar school. Ik hou zoveel van je, wat moet ik toch zonder jou?’
Met meer wijsheid dan je op haar leeftijd zou verwachten, keek Lachelle haar oma met grote, bruine ogen aan. ‘Oma’, zei ze, ‘ik hou ook van jou, maar het is tijd om verder te gaan met mijn leven.’
Dat is een goede raad voor ons allemaal. Wij moeten ‘verder gaan met ons leven’. De meesten van ons kijken niet echt uit naar grote veranderingen. Toch is verandering een essentieel onderdeel van het leven.
Veel van die veranderingen komen volgens de natuurlijke levensweg op onze aardse reis. Ons leven verandert als we van kind en jongere de overgang naar volwassenheid en ouderdom doormaken. School, zending, huwelijk, werk en pensionering zijn bijvoorbeeld allemaal mijlpalen van verandering.
Te vaak aarzelen we om aan de volgende fase te beginnen, om de volgende uitdaging aan te gaan. Wellicht vinden we het nog te aangenaam zo, zijn we bang of hebben we niet genoeg geloof. Op schoot zitten bij oma is vaak aantrekkelijker dan de beproevingen van de kleuterschool. Op zolder bij onze ouders eindeloos videospelletjes doen, lijkt misschien aanlokkelijker dan een studie, huwelijk of beroep.
Hoe kunnen wij ons dan het beste voorbereiden op de veranderingen waar we onvermijdelijk mee te maken krijgen?
Ten eerste, volg de profeten. Luister naar de raad van de levende profeten. Profeten laten vaak een waarschuwende stem klinken, maar bieden ook degelijke, praktische adviezen waarmee wij de stormen in het leven kunnen doorstaan. In de eerste afdeling van de Leer en Verbonden geeft de Heer ons raad ‘hetzij door mijn eigen stem, hetzij door de stem mijner dienstknechten, dat is hetzelfde’ (LV 1:38). Profeten helpen ons omgaan met de veranderingen en uitdagingen waar we voortdurend mee te maken hebben. Het populaire jeugdwerkliedje Volg de profeet herinnert ons aan dit belangrijke beginsel: ‘Gods profeet die helpt ons, wijst ons steeds de weg; luister altijd goed en doe wat hij je zegt’ (Kinderliedjes, p. 58).
Ten tweede, houd een eeuwig perspectief voor ogen. Zie in dat veranderingen en moeilijkheden deel uitmaken van Gods plan. Dit aardse leven is met opzet een proeftijd of een tijd ‘om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer, hun God, hun ook zal gebieden’ (Abraham 3:25). Om de keuzevrijheid die God ons heeft gegeven te testen, worden wij als mensen onderworpen aan een reeks veranderingen, moeilijkheden, beproevingen en verleidingen op ons levenspad. Alleen daardoor worden wij goed op de proef gesteld.
In 2 Nephi lezen wij: ‘want er moest wel een tegenstelling in alle dingen zijn. Indien die er niet was, (…) dan kon er geen rechtvaardigheid worden teweeggebracht, noch goddeloosheid, heiligheid noch ellende, goed noch kwaad’ (2 Nephi 2:11).
De moeilijkheden en veranderingen in het leven zijn mogelijkheden tot groei als wij goede beslissingen nemen.
Ten derde, heb geloof. President Gordon B. Hinckley heeft de leden van de kerk altijd aangemoedigd om voorwaarts te gaan met geloof (zie ‘God Hath Not Given Us the Spirit of Fear’, Ensign, oktober 1984, p. 4). Wij hebben dagelijks te maken met een wereld vol negativiteit, waardoor twijfel, angst en zelfs vrees ons om het hart kunnen slaan. President Thomas S. Monson heeft ons voorgehouden: ‘Niemand kan tegelijk geloven en twijfelen, want het ene zal het andere verjagen’ (‘Ga tot Hem in gebed en geloof’, Liahona, maart 2009, p. 6). In Moroni lezen we: ‘zonder geloof kan er geen hoop zijn’ (Moroni 7:42). Wij moeten geloof oefenen om de uitdagingen en veranderingen in het leven het hoofd te bieden. Zo leren wij en maken wij vooruitgang.
Ten vierde, wees goedsmoeds. Veel van onze leden over de hele wereld hebben te maken met financiële en andere moeilijkheden. Op die momenten kunnen wij ons gemakkelijk terneergeslagen en verloren voelen. In de moeilijke begintijd van de kerk gaf de Heer de heiligen de raad om opgewekt te zijn: ‘Weest goedsmoeds, kinderkens; want Ik ben in uw midden, en Ik heb u niet verlaten’ (LV 61:36).
In zijn laatste conferentietoespraak zes maanden geleden leerde ouderling Joseph B. Wirthlin ons hoe wij op tegenspoed kunnen reageren. Een deel van zijn advies luidde: ‘Als u de volgende keer op het punt staat om te mopperen, probeer dan te lachen. Dan zult u langer leven en zal het leven van de mensen om u heen ook prettiger zijn’ (‘Wat er ook gebeurt, geniet ervan’, Liahona, november 2008, p. 27). Lachen en een goed gevoel voor humor kunnen de hobbels op onze levensreis verzachten.
Het zou fijn zijn als we alle veranderingen in ons leven konden zien aankomen. En voor sommige veranderingen is dat ook zo. Alle jongemannen in de kerk leren zich bijvoorbeeld op een voltijdzending voor te bereiden, wat een levensveranderende ervaring is. Elke waardige jonge alleenstaande begrijpt het belang van het kiezen van een levenspartner en de verzegeling van een huwelijk in de heilige tempel. Wij zien deze veranderingen aankomen en kunnen ons daarop voorbereiden. Maar wat als de veranderingen ons onverhoeds overvallen? Op deze veranderingen lijken we geen invloed te hebben. Economische terugval, werkloosheid, ernstige ziekte of invaliditeit, scheiding en overlijden zijn voorbeelden van veranderingen die we niet verwachten, zien aankomen of toejuichen. Hoe gaan wij met dergelijke tegenslagen op onze levensreis om?
Het antwoord blijft hetzelfde. Door te luisteren naar de profeten, een eeuwig perspectief voor ogen te houden, geloof te hebben en goedsmoeds te zijn kunnen wij omgaan met onverwachte moeilijkheden en ‘verder gaan met ons leven’.
De levens van de eerste pioniers zijn uitstekende voorbeelden van het accepteren van veranderingen en het overwinnen van problemen en moeilijkheden.
Robert Gardner jr. liet zich in januari 1845 dopen in een bevroren vijver in de binnenlanden van het oosten van Canada. IJverig en getrouw trok hij met zijn gezin naar Nauvoo en kwam na vele ontberingen in oktober 1847 in de Salt Lake Valley aan. Na aankomst sloegen zij hun kamp op in een plaats die Old Fort werd genoemd, een paar straten van dit Conferentiecentrum verwijderd. In zijn met de hand geschreven verslag schreef hij: ‘Ik maakte mijn ossen los en ging op de gebroken dissel van mijn huifkar zitten, en zei dat ik geen dag meer kon reizen’ (‘Robert Gardner Jr. Self History and Journal’, Church History Library, p. 23).
Robert begon met niets en bouwde een nieuw leven op voor zichzelf en zijn gezin. Hoewel de eerste jaren moeilijk waren, ging het hen langzaam maar zeker beter toen hij met zijn broer Archibald watermolens ontwikkelde bij de Mill Creek en de Jordan River. Enkele jaren later kampte hij met tegenspoed. Het water dat zijn molen aandreef, veranderde stroomopwaarts van richting, zodat zijn gedeelte van de stroom droog kwam te staan. Pogingen om een kanaal van ruim tien kilometer aan te leggen, mislukten.
Ik citeer weer uit zijn dagboek: ‘Het kanaal stortte steeds in en mondde uit in een mislukking. Al mijn gewassen gingen eraan en ik kreeg mijn molen niet aan het draaien. Mijn voorraden waren op en ik was helemaal blut.’ (‘Robert Gardner Jr. Self History and Journal’, p. 26)
En om het nog erger te maken, vermeldt de volgende aantekening in zijn verslag dat hij op zending was geroepen naar Canada. Een paar maanden later nam hij afscheid van zijn gezin en reisde hij met een groep zendelingen per handkar, stoomboot en trein naar zijn werkgebied.
Hij voltooide deze zending en keerde naar zijn gezin terug. Hij werkte weer hard en ijverig en wist zo wederom een zelfstandig bestaan op te bouwen.
Enige jaren later had broeder Gardner een paar vrienden op bezoek op zijn boerderij in Millcreek in de Salt Lake Valley. Een van hen merkte op: ‘Ik ben blij om te zien dat je je weer zo goed omhoog hebt gewerkt nadat je geen stuiver meer had en alles kwijt was en op zending ging.’
In het dagboek van Robert staat: ‘Mijn reactie was: “Ja, ik raakte eerder al eens in goede doen en raakte toen alles kwijt; ik ben bijna bang voor weer een [zendings]oproep.” En ja hoor, een paar uur later kwamen enkele buren van mij langs. Zij waren naar een bijeenkomst in Salt Lake City geweest en vertelden mij dat mijn naam werd genoemd met diverse andere namen van leden die vandaag waren geroepen naar het zuiden op zending te gaan om een nieuwe nederzetting te vestigen en katoen te verbouwen. Wij moesten meteen vertrekken.’
‘Ik keek en spuwde, deed mijn hoed af en krabde [op mijn hoofd], dacht even na en zei: “Goed.”’ (‘Robert Gardner Jr. Self History and Journal’, p. 35; cursivering toegevoegd.)
Robert Gardner wist wat het betekende om met veranderingen in zijn leven om te gaan. Hij volgde de raad van de algemene autoriteiten op, aanvaardde roepingen om dienstbaar te zijn toen het hem slecht uitkwam. Hij had een grote liefde voor de Heer en toonde een krachtig, vast geloof met een verbazingwekkend gevoel voor humor en grote welwillendheid. Robert Gardner jr. werd een van de vooraanstaande kolonisators in het zuiden van Utah. Mensen en talloze andere pioniers zoals hij geven ons de inspiratie om door te gaan en de vele veranderingen en uitdagingen in ons leven onverschrokken het hoofd te bieden. Ik bid dat wij, als wij voorwaarts gaan en ‘verder gaan met ons leven’, gehoorzaam, getrouw en opgewekt zullen zijn. In de naam van Jezus Christus. Amen.