2009
Heilig huis, heilige tempel
May 2009


Heilig huis, heilige tempel

Als u de eeuwige aard van de tempel begrijpt, wordt u tot uw gezin aangetrokken; als u de eeuwige aard van het gezin begrijpt, wordt u tot de tempel aangetrokken.

Afbeelding
Elder Gary E. Stevenson

Wat hebben we een geweldige conferentie gehad. Wat zijn we gezegend dat we naar de raad van het Eerste Presidium en van het Quorum der Twaalf kunnen luisteren, die we steun verlenen als profeet, ziener en openbaarder.

Ik kan me nog een warme, zonnige middag in Cache Valley (Utah) herinneren toen de lente probeerde een lange winter te verjagen. Mijn vader, die op zaterdag altijd met klusjes voor zijn kleinzoons bezig was, kwam bij ons langs en bood aan om ‘een ritje te maken’. Onze zoons van vier en zes vonden het altijd leuk om in opa’s pick-up te rijden en sprongen op het achterbankje. Ik ging voorin naast mijn vader zitten. We reden door de straten van Logan en langs de tempel, die prominent op een heuvel in het centrum van de stad staat. Toen we de stad uitreden, veranderden de drukke, geasfalteerde straten in weinig gebruikte zandwegen. We reden over oude bruggen en tussen bomen door, steeds verder weg. Er was geen ander verkeer. We waren helemaal alleen.

Mijn vader wist dat zijn kleinzoons hier nog nooit geweest waren en hij stopte. ‘Denken jullie dat we verdwaald zijn?’ vroeg hij aan de jongens, die met hun ogen wijd open door het raam over de vallei uitkeken. Toen het even doodstil was geweest, hoorden we het wijze antwoord van een kind. ‘Kijk’, zei hij, wijzend met zijn vinger. ‘Opa, je bent nooit verdwaald als je de tempel kunt zien.’ We keken in de richting die hij aanwees en zagen de torenspitsen van de Logantempel die aan de andere kant van de vallei het zonlicht weerspiegelden.

Je bent nooit verdwaald als je de tempel kunt zien. De tempel geeft u en uw gezin leiding in deze chaotische wereld. De tempel is een eeuwige wegwijzer waardoor je nooit in de ‘mist van duisternis’1 zult verdwalen. Hij is het ‘huis des Heren’.2 Het is een plek waar verbonden worden gesloten en eeuwige verordeningen worden verricht.

In het boek van Mormon gaf koning Benjamin de heiligen in zijn tijd opdracht om zich te vergaderen ‘(…) iedere man met de ingang van zijn tent naar de tempel toe gekeerd (…)’3 Wij, leden van de kerk, hebben onlangs raad van hedendaagse profeten ontvangen. Als we die opvolgen, zal de deur van ons huis volledig naar de tempel zijn gekeerd.

Het Eerste Presidium heeft alle volwassen leden gevraagd om een geldige tempelaanbeveling te hebben en — als tijd en omstandigheden dat toelaten — vaker naar de tempel te gaan. Ze hebben ons aangemoedigd om enkele vrijetijdsbestedingen te vervangen door tempelwerk. Daarnaast hebben ze nieuwere leden van de kerk, en jongeren van twaalf jaar en ouder, aangemoedigd om goed te leven, zodat ook zij kunnen meehelpen in dit grootse werk door zich plaatsvervangend te laten dopen en bevestigen.4 Ook jongere kinderen worden aangemoedigd om het tempelterrein te bezoeken en de tempel aan te raken.5 President Thomas S. Monson heeft ooit gezegd: ‘Als wij de tempel aanraken, zal de tempel ons aanraken.’6

Wat een zegen om in een bedeling te leven waarin 146 tempels7 zijn ingewijd of aangekondigd. Onder ‘Temple’ in de Bible Dictionary lezen we: ‘(…) het is de heiligste plek op aarde om te aanbidden’, gevolgd door deze veelzeggende zin: ‘Alleen het gezin kan wat heiligheid met de tempel vergeleken worden.’8 Er bestaat dus een heilige relatie tussen de tempel en het gezin. We kunnen niet alleen de deur van ons huis naar de tempel, ofwel het ‘huis des Heren’, keren, we kunnen ook van ons huis een ‘huis des Heren’ maken.

Onlangs werden de aanwezigen op een ringconferentie door de bezoekende autoriteit, ouderling Glen Jenson, een gebiedszeventiger, gevraagd om in gedachten een rondleiding door hun huis te maken. Ik wil u ook graag aanmoedigen om dat te doen. Waar u ook woont, en hoe uw huis er ook uitziet, de toepassing van eeuwige evangeliebeginselen thuis is universeel. Laten we beginnen. Stel u voor dat u de voordeur opendoet en uw huis inloopt. Wat ziet u en hoe voelt u zich? Is het — net als de tempel — een plek van liefde en rust en een toevluchtsoord voor de wereld? Is het er schoon en netjes? Als u door de kamers van uw huis loopt, ziet u inspirerende afbeeldingen van onder andere de tempel en de Heiland? Is uw slaapkamer of slaapplaats een plek voor persoonlijk gebed? Is de eetkamer of keuken een plek waar de maaltijden gezamenlijk worden voorbereid en genuttigd, zodat het gezin gezellig kan praten en met elkaar tijd doorbrengen? Liggen de Schriften ergens waar de gezinsleden samen kunnen studeren, bidden en leren? Hebt u een eigen evangelieplekje? Is de muziek die u hoort en het amusement dat u ziet, online of anderszins, aanstootgevend voor de Geest? Zijn de gesprekken opbouwend en conflictloos? Dat is het einde van onze rondleiding. Misschien hebt u, net als ik, enkele plekjes gevonden die verbeterd kunnen worden. Hopelijk hebt u geen volledige renovatie nodig.

Of uw leefruimte groot of klein is, eenvoudig of luxueus ingericht, deze evangelieprioriteiten horen bij ons thuis aan bod te komen.

De Heer heeft door middel van zijn dienstknechten de profeten normen vastgesteld om de heiligheid van de tempel en zijn bezoekers te vrijwaren. Het is wellicht verstandig om samen, als gezinsraad, normen voor ons gezin vast te stellen, zodat ons huis heilig is en een ‘huis des Heren’ kan zijn. De aanmoediging ‘Vestigt (…) een huis van gebed, een huis van vasten, een huis van geloof, een huis van leren, een huis van heerlijkheid, een huis van orde, een huis van God’9, geeft ons een goddelijke voorstelling van het soort huis dat de Heer wil dat wij bouwen. Als we dat doen, beginnen we met de bouw van een ‘geestelijk huis’ waarin we allemaal, ongeacht onze wereldse omstandigheden, mogen wonen — een huis vol schatten, waar mot noch roest ze bederven.10

Er bestaat een gerechtvaardigde verbondenheid tussen de tempel en het gezin. Als u de eeuwige aard van de tempel begrijpt, wordt u tot uw gezin aangetrokken; als u de eeuwige aard van het gezin begrijpt, wordt u tot de tempel aangetrokken. President Howard W. Hunter heeft gezegd: ‘Met de verordeningen van de tempel wordt het fundament van het eeuwige gezin gelegd.’11

President Boyd K. Packer heeft gezegd: ‘Zeg het woord tempel. Zeg het zachtjes en eerbiedig. Zeg het keer op keer. Tempel. Tempel. Tempel. En voeg daar het woord heilige aan toe. Heilige tempel. Spreek die woorden uit alsof ze in hoofdletters geschreven staan, ongeacht waar ze in de zin voorkomen.

‘Tempel. Er is nog een woord dat voor heiligen der laatste dagen even belangrijk is: Gezin. Verbind de woorden heilige tempel en gezin met elkaar en je hebt een beschrijving van het huis des Heren!’12

Vorig jaar kwamen de kinderen van het jeugdwerk bij elkaar, duizenden kinderen uit de hele wereld in hun wijk of gemeente om te zingen voor hun familie en wijk als onderdeel van het kinderprogramma in de avondmaalsdienst. Ze zongen over verlangens, beloften en voorbereiding. De dingen waar ze over zongen beginnen in een ‘heilig huis’ en worden in de ‘heilige tempel’ voortgezet. Ik denk dat u de melodie in uw hart zult horen als ik de woorden voorlees:

Ik kijk graag naar de tempel,

eens zal ik er ook zijn,

hoe mooi zal ’t zijn daarbinnen,

dan voel ik mij heel fijn.

Want de tempel is het huis van God,

vol liefde, en zo prachtig.

Ik bereid me voor, daarheen te gaan:

dat houd ik in gedachten.

Ik kijk graag naar de tempel,

eens zal ’k daarbinnen zijn;

’k beloof dan aan mijn Vader

gehoorzaam steeds te zijn.

Want de tempel is de plek om de

gezinnen te verzeeg’len.

Want als kind van God heb ik geleerd:

Hij zal ons eeuwig zeeg’nen.13

President Boyd K. Packer heeft gezegd: ‘Het uiteindelijke doel van al ons onderricht is ouders en kinderen in geloof te verenigen in de Heer Jezus Christus, te zorgen dat zij thuis gelukkig zijn, in een eeuwig huwelijk worden verzegeld, verbonden aan hun voor- en nageslacht, en verzekerd van verhoging in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader.’14

Ik getuig dat wanneer we deze beginselen gaan toepassen, we de deur van ons huis naar de tempel, ofwel naar het ‘huis des Heren’ keren en we in staat zullen zijn om van ons heilig huis een huis des Heren te maken.

Ik besluit waarmee ik begonnen ben, met de woorden van een onschuldig kind: ‘Je bent nooit verdwaald als je de tempel kunt zien.’ Daar voeg ik mijn getuigenis aan toe van de heilige aard van ons gezin en van de tempel van de Heer. Ik weet dat God onze dierbare Vader in de hemel is. Ik getuig van Jezus Christus en van zijn rol als onze Heiland en Verlosser, en van hedendaagse profeten die de bevoegdheid hebben om alle sleutels van het priesterschap te gebruiken, vanaf Joseph Smith tot en met Thomas S. Monson. Daarvan getuig ik in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. 1 Nephi 8:24.

  2. Zie ‘Tempel, huis des Heren’, Gids bij de Schriften, pp. 193–194.

  3. Mosiah 2:6.

  4. Brief van het Eerste Presidium, 11 maart 2003.

  5. Zie Thomas S. Monson, ‘Vrede vinden’, Liahona, maart 2004, pp. 5–6.

  6. JoAnn Jolley, ‘A Shining Beacon on a Hill: Jordan River Temple Is Dedicated’, Ensign, januari 1982, p. 77: ‘Eerder deze week beklemtoonde ouderling Thomas S. Monson van het Quorum der Twaalf de diepe geestelijke betekenis van iemands fysieke aanwezigheid bij de tempel. Hij vertelde het verhaal van wijlen ouderling Matthew Cowley over een grootvader die zijn kleindochtertje op haar verjaardag meenam naar het tempelterrein van de Salt Laketempel. Met toestemming van de tuinman liepen ze naar de grote deuren van de tempel. Hij vroeg haar om haar hand op de muur van de tempel te leggen en vervolgens op de deur. Hij zei liefdevol tegen haar: ‘Vergeet nooit dat je vandaag de tempel hebt aangeraakt. Op een dag zul je door deze deur naar binnen gaan.’ Zijn bijzondere verjaardagsgeschenk aan zijn kleindochter was waardering voor het huis des Heren. Evenzo heeft president Thomas S. Monson gezegd: ‘Als wij de tempel aanraken, zal de tempel ons aanraken.’

  7. Zie ‘Temples around the World’, http:// temples.lds.org. Klik op Chronological.

  8. Bible Dictionary, ‘Temple’, p. 781.

  9. LV 88:119.

  10. Zie Mattheüs 6:19–20; 3 Nephi 13:19–20.

  11. Howard W. Hunter, ‘Een tempelgericht volk’, Liahona, mei 1995, p. 4.

  12. Boyd K. Packer, ‘The Temple, the Priesthood’, Ensign, mei 1993, pp. 20–21.

  13. ‘Ik kijk graag naar de tempel’, Kinderliedjes, p. 99.

  14. Boyd K. Packer, ‘The Shield of Faith’, Ensign, mei 1995, p. 8.

Afdrukken