2009
Dan nodigt u Jezus
May 2009


Dan nodigt u Jezus

We moeten ernaar streven in geloof en rechtschapenheid vooruitgang te maken, ons gezin te versterken en de Heer en zijn kinderen te dienen.

Barbara Thompson

Toen ik vele jaren geleden lid van het algemeen ZHV-bestuur was, had ik de opdracht om een groep ZHV-leidsters en priesterschapsleiders toe te spreken. We kwamen net op tijd aan, nadat we ’s ochtends in een andere stad hadden gesproken.

Ik zou als eerste spreken na de openingslofzang en het openingsgebed. De openingslofzang werd aangekondigd als ‘De tijd is zeer kort.’

Ik kende de titel van die lofzang niet en vond het vreemd dat we dat als openingslofzang zongen. Ik had nog niet eens gesproken en toen zongen ze al dat de tijd zeer kort was!

Toen we het lied zongen, begreep ik al snel dat het ging over de weinige tijd die we hebben om de boodschap van het evangelie te verkondigen en mensen tot Christus te brengen. De woorden van het vierde couplet bleven de hele avond in mijn gedachten en kwamen ook daarna vaak terug. Ze luiden:

Uw eeuw’ge volmaking zij ’t doel van uw streven,

zoekt ’s hemels beloning, o, neemt dat besluit,

want d’opstanding brengt u dan ’t eeuwige leven,

dan nodigt u Jezus tot zijn feestmaal uit,

dan nodigt u Jezus tot zijn feestmaal uit.1

De boodschap van dat couplet is: wat er ook in het leven gebeurt, Jezus heeft de macht om ons te redden. Door zijn goddelijk offer heeft Hij de weg bereid waardoor wij het eeuwige leven kunnen verkrijgen. Waarlijk, het is zijn doel om ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.’2 Hij heeft onze hulp ingeroepen om elkaar te helpen datgene te doen wat tot het eeuwige leven leidt.

Afgelopen september heeft zuster Beck tijdens de algemene ZHV-bijeenkomst drie dingen aangegeven die ons zullen helpen ons doel van het eeuwige leven te bereiken. Ze zijn:

  1. ‘In geloof en rechtschapenheid toenemen.’

  2. ‘Het gezin versterken.’

  3. ‘De Heer en zijn kinderen dienen.’3 Dat houdt ook in dat we de armen en behoeftigen opzoeken en helpen.

We weten dat Satan ons zal verleiden en beproeven als wij die dingen proberen te doen, maar de Heer heeft beloofd dat Hij ons zal versterken. Hij zal ons helpen.4

In geloof en rechtschapenheid toenemen

Als kind leerde ik van mijn ouders dat mijn hemelse Vader en Jezus Christus me liefhebben. Ik leerde dat ik ‘een kind van God’5 ben. Ik kan me niet herinneren dat ik dat ooit niet heb geweten. Ze leerden me dat Jezus Christus onze Heiland is en dat we alleen door Hem verlost kunnen worden.6

Ik leerde ook dat ik iedere dag moest bidden om mijn geloof te laten groeien. Eigenlijk moest ik altijd bidden.7 Ik leerde dat als ik de Schriften las en bestudeerde, mijn kennis en getuigenis van de waarheid van het evangelie zouden toenemen. Ze leerden me dat ik God moest liefhebben en dat ik mijn liefde kon tonen door zijn geboden te onderhouden.8 Als kind leerde ik ook hoe belangrijk de tempel is. In mijn jeugd leerde ik dat ik door het sluiten en naleven van heilige tempelverbonden op de weg naar het eeuwige leven zou blijven.

Uiteraard moeten wij allemaal ons hele leven lang deze beginselen naleven om ons geloof en onze rechtschapenheid te laten toenemen.

Het gezin versterken

Wij hebben allemaal de taak en de zegen om ons gezin te versterken. Wij bevinden ons allemaal in verschillende gezinssituaties. Sommige gezinnen bestaan uit een moeder en vader en kinderen. Sommige echtparen hebben geen kinderen meer thuis. Veel leden van de kerk zijn ongehuwd en sommigen zijn ongehuwde ouders. Anderen zijn weduwen of weduwnaars.

Hoe uw gezin er ook uitziet — iedereen kan eraan werken om zijn eigen gezin te versterken of andere gezinnen daarbij te helpen.

Het volgende voorbeeld illustreert enkele manieren hoe we het gezin kunnen versterken. Ik was een keer voor de kerk in Boise (Idaho). Na de bijeenkomst op zaterdagmiddag ging ik naar het huis van mijn nicht en haar gezin. Voordat de kinderen die avond naar bed gingen, hadden we een korte gezinsavond en lazen we een verhaal uit de Schriften. Hun vader vertelde over het gezin van Lehi en hoe hij zijn kinderen bijbracht dat ze zich moesten vasthouden aan de roede van ijzer, die het woord van God voorstelde.9 Als ze zich aan de roede van ijzer vasthielden, zouden ze beschermd worden en vreugde en geluk ontvangen. Als ze de roede van ijzer loslieten, liepen ze het risico in de rivier te verdrinken.

Om de kinderen dat duidelijk te maken, speelde hun moeder de ‘roede van ijzer’ waar ze zich aan vast moesten houden en hun vader speelde de rol van de duivel, die probeerde de kinderen van veiligheid en geluk te beroven. De kinderen vonden het verhaal prachtig en leerden hoe belangrijk het is om de roede van ijzer vast te houden.

Na het verhaal was het tijd voor het gezinsgebed. Hun moeder herinnerde de kinderen eraan om voor de bisschop te bidden, die ernstige oogproblemen had. De driejarige Brooklyn sprak die avond het gebed uit. Ze bedankte onze hemelse Vader voor hun zegeningen en smeekte toen vurig om de bisschop te zegenen ‘omdat zijn ogen kapot waren’.

De volgende ochtend gingen we naar de avondmaalsdienst en gingen we in de kapel zitten. Brooklyn en haar vijfjarige zusje, Kennedy, keken naar het podium en zagen de bisschop staan. De meisjes wezen naar de bisschop en zeiden enthousiast tegen hun moeder: ‘Kijk, daar is de bisschop.’ Toen keken de twee meisjes elkaar aan alsof ze wilden zeggen: ‘We hebben voor de bisschop gebeden en nu is hij beter.’ Ze hadden in geloof gebeden en wisten dat onze hemelse Vader hun nederige gebed zou horen.

De Schriften, de gezinsavond en het gezinsgebed versterken het gezin. We moeten elke kans aangrijpen om ons gezin te versterken en elkaar te steunen om op het rechte pad te blijven.

De Heer en zijn kinderen dienen en de armen en behoeftigen opzoeken en helpen

Gedurende zijn aardse leven verkondigde de Heiland dat we voor elkaar moeten zorgen en elkaar moeten helpen. Hij genas de zieken, liet de kreupelen lopen, gaf de blinden hun gezichtsvermogen terug en liet de doven horen. Hij onderwees de mensen in het evangelie. Hij zegende de mensen en verrichtte grote wonderen.10

Er zijn overal mogelijkheden om behoeftigen te helpen. Ik ben van mening dat we allemaal wel eens behoeftig zijn en de hulp van anderen nodig hebben. ‘Want (…) zijn wij niet allen bedelaars?’11

President Spencer W. Kimball heeft gezegd: ‘God ziet ons echt en waakt over ons. Maar Hij komt meestal door een ander aan onze behoeften tegemoet. Daarom is het van essentieel belang dat wij elkaar dienen.’12

Toen ik vorige zomer van huis was, waaide en regende het hard in onze buurt. Een grote boom van de buren waaide om en kwam in onze tuin terecht. Hij had de elektrische leiding beschadigd. De boom moest verwijderd worden voordat de schade gerepareerd kon worden en ik weer stroom kon hebben in mijn huis.

’s Morgens vroeg belde ik mijn broer die wat apparatuur probeerde te vinden en ons zo snel mogelijk zou komen helpen. Ik belde ook onze bisschop. Binnen enkele minuten waren mijn bisschop, huisonderwijzer, voormalige ringpresident en tien broeders uit de wijk bij mij thuis met hun kettingzagen om ons te helpen. Mijn huisbezoeksters brachten ons die avond een maaltijd. Gedurende de volgende week kwamen er ’s avonds broeders van de hogepriestersgroep, het ouderlingenquorum en uit de buurt langs om ons gezin te helpen.

Ik was op dat moment behoeftig. Ik had hulp van anderen nodig. Mijn ontmoediging sloeg om in vreugde en dankbaarheid. Ik voelde dat mensen mij liefhadden en voor mij zorgden. Die mensen hadden snel opgemerkt dat iemand hulp nodig had. Ze brachten hun getuigenis in praktijk en lieten zien dat ze verbonden hadden gesloten.

Op de hoofdzetel van de kerk krijgen we vaak bedankbriefjes van mensen die geen lid van onze kerk zijn en door leden zijn geholpen na een overstroming, een orkaan, een aardbeving of een andere ramp. Ik wil u bedanken dat u altijd bereid bent om te dienen, lief te hebben, te geven en een ware discipel van Jezus Christus te zijn.

We moeten onze ‘eeuw’ge volmaking’13 voor ogen houden als we ernaar streven in geloof en rechtschapenheid vooruitgang te maken, ons gezin te versterken en de Heer en zijn kinderen te dienen. Hoewel Satan onze inspanningen zal willen dwarsbomen, getuig ik van Jezus Christus en de kracht van zijn zoenoffer, dat ons in staat stelt om zijn wil te doen en onze inspanningen te laten slagen. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. ‘De tijd is zeer kort’, lofzang 34.

  2. Mozes 1:39.

  3. Zie Julie B. Beck, ‘Het doel van de ZHV verwezenlijken’, Liahona, november 2008, pp. 109–111.

  4. Zie Jesaja 41:10–14.

  5. ‘Ik ben een kind van God’, lofzang 195.

  6. Zie Mosiah 3:17.

  7. Zie 3 Nephi 18:15, 18–19, LV 10:5.

  8. Zie Johannes 14:15.

  9. Zie 1 Nephi 8:2–37.

  10. Zie Matteüs 4:23, 9:35, Lucas 4:40, Johannes 2:23, 3 Nephi 17:7–9, 3 Nephi 26:15, Mosiah 3:5, LV 35:9.

  11. Mosiah 4:19.

  12. Spencer W. Kimball, ‘The Abundant Life’, Ensign, juli 1979, p. 4.

  13. ‘De tijd is zeer kort’, lofzang 34.