2009
Wees de bovenste beste
May 2009


Wees de bovenste beste

Ieder moet ernaar streven om zijn plicht te leren en die vervolgens naar zijn beste kunnen uit te voeren.

President Thomas S. Monson

Geliefde broeders van de priesterschap, hier in dit volle Conferentiecentrum bijeen of op andere plaatsen elders in de wereld, de verantwoordelijkheid om tot u te spreken stemt mij ootmoedig. Ik onderschrijf de boodschappen die u al hebt gehoord en spreek mijn oprechte liefde voor ieder van u uit, alsmede mijn waardering voor uw geloof en uw toewijding.

Broeders, onze plichten als dragers van het priesterschap zijn uiterst veelbetekenend. We vinden ze in de Leer en Verbonden: ‘De macht en het gezag van het hogere of Melchizedeks priesterschap bestaat in het dragen van de sleutels van alle geestelijke zegeningen van de kerk (…).’1 En verder: ‘De macht en het gezag van het lagere of Aäronisch priesterschap bestaat in het dragen van de sleutels van de bediening van engelen, en in het bedienen van uiterlijke verordeningen, de letter van het evangelie, de doop van bekering tot vergeving van zonden, overeenkomstig de verbonden en geboden.’2

In 1958 beschreef ouderling Harold B. Lee, die later de elfde president van de kerk zou worden, de priesterschap als ‘het leger van de Heer (…) tegen de krachten van het kwaad’.3

President John Taylor heeft ooit gezegd dat ‘de macht die de priesterschap tentoonspreidt eenvoudigweg de macht van God is.’4

Die opwindende verklaringen van profeten van God dragen bij tot ons begrip dat iedere man en iedere jongen die het priesterschap van God draagt, goed moet leven om dat grote voorrecht en die verantwoordelijkheid te verdienen. Ieder moet ernaar streven om zijn plicht te leren en die vervolgens naar zijn beste kunnen uit te voeren. Doen wij dat, dan zijn wij het middel waardoor onze hemelse Vader en zijn Zoon Jezus Christus hun werk hier op aarde kunnen doen. Wij zijn hun vertegenwoordigers hier.

We worden in de huidige wereld geconfronteerd met moeilijkheden en problemen, en sommige kunnen ons erg ontmoedigen. Maar met God aan onze kant kunnen wij niet falen. Als we zijn heilig priesterschap eervol dragen, zullen wij overwinnen.

Tegen jullie die het Aäronisch priesterschap dragen, wil ik zeggen dat ik oprecht hoop dat ieder van jullie zich bewust is hoeveel je priesterschapsordening betekent. Jij hebt een belangrijke rol te spelen in het leven van elk lid van je wijk als je op zondag het avondmaal zegent of ronddient.

Ik was vroeger secretaris van mijn diakenenquorum. Ik herinner me de vele taken die wij als leden van dat quorum uit te voeren hadden. Het avondmaal ronddienen, de maandelijkse vastengaven ophalen en over elkaar waken zijn enkele die me te binnen schieten. Maar de beangstigendste vond tijdens de leiderschapsbijeenkomst van onze wijkconferentie plaats. Het lid van ons ringpresidium dat de bijeenkomst presideerde, vroeg een aantal wijkfunctionarissen om iets te zeggen. Dat deden ze. Toen ging hij zonder enige waarschuwing ineens staan en zei: ‘We vragen nu een van onze jongere wijkfunctionarissen, Thomas S. Monson, secretaris van het diakenenquorum, om ons een verslag van zijn werk te geven en zijn getuigenis te geven.’ Ik herinner me totaal niet wat ik zei, maar ik ben die ervaring nooit vergeten, en ook niet welke les ik eruit leerde. Het was de apostel Petrus die zei: ‘[Weest] altijd bereid tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u is.’5

In een eerdere generatie heeft de Heer dragers van het priesterschap deze belofte gegeven: ‘Ik zal voor uw aangezicht uit gaan. Ik zal aan uw rechter- en aan uw linkerhand zijn, en mijn Geest zal in uw hart zijn, en mijn engelen zullen rondom u zijn om u te schragen.’6

Dit is geen tijd om te vrezen, broeders, maar een tijd voor geloof — een tijd voor ieder van ons die het priesterschap draagt om zijn bovenste beste zelf te zijn.

Hoewel onze reis door het sterfelijk leven ons soms in gevaar brengt, wil ik vanavond drie suggesties doen die ons in veiligheid zullen brengen als we ze opvolgen. Ze zijn:

  1. IJverig studeren.

  2. Vurig bidden.

  3. Rechtschapen leven.

Die suggesties zijn niet nieuw. Ze zijn ons keer op keer geleerd en steeds herhaald. Echter, als we ze toepassen, zullen we de kracht hebben om de boze te weerstaan. Negeren we ze, dan doen we de deur open voor Satan om invloed en macht op ons uit te oefenen.

Ten eerste: ijverig studeren. Iedere priesterschapsdrager zou dagelijks in de Schriften moeten studeren. Stoomcursussen zijn lang niet zo goed als elke dag in de Schriften lezen en ze in ons leven toepassen. Raak vertrouwd met de lessen die de Schriften ons leren. Raak bekend met de achtergrond van, en het kader waarin de gelijkenissen van de Meester en de aansporingen van de profeten zijn gegeven. Bestudeer ze alsof ieder van hen tot u heeft gesproken, want eigenlijk is dat ook zo.

De profeet Lehi en zijn zoon Nephi kregen elk in een visioen het belang te zien van het verkrijgen en volgen van Gods woord. Over de ijzeren roede die hem werd getoond, zei Nephi tegen zijn ongelovige broers, Laman en Lemuël:

‘En ik zeide tot hen dat [de roede] het woord Gods was; en wie ook naar het woord Gods luisterden en zich eraan vasthielden, zouden nimmer verloren gaan; evenmin konden de verzoekingen en brandende pijlen van de tegenstander hen overweldigen en verblinden om hen weg te voeren naar de ondergang.

‘Daarom spoorde ik, Nephi, hen aan om acht te slaan op het woord des Heren; ja, ik spoorde hen aan met alle krachten van mijn ziel en met alle bekwaamheid die ik bezat, dat zij acht zouden slaan op het woord Gods en eraan zouden denken zijn geboden altijd en in alles te onderhouden.’7

Ik beloof u, of u nu het Aäronisch of het Melchizeks priesterschap draagt, dat ijverige schriftstudie uw kracht om verleiding te vermijden en leiding van de Heilige Geest te ontvangen in alles wat u doet, zal vergroten.

Ten tweede: vurig bidden. Voor God is alles mogelijk. Mannen van de Aäronische priesterschap, mannen van de Melchizedekse priesterschap, denk aan het gebed dat de profeet Joseph Smith uitsprak in het bos dat we heilig noemen. Kijk eens om u heen en aanschouw het resultaat van dat beantwoorde gebed.

Adam bad; Jezus bad. Wij weten wat de uitkomst van hun gebeden was. Hij die zelfs de val van een mus opmerkt, hoort het beslist ook als wij ons hart uitstorten. Denk aan deze belofte: ‘Indien echter iemand van u in wijsheid te kort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.’8

Tegen ieder in mijn gehoor die worstelt met problemen en moeilijkheden, groot of klein, zeg ik dat het gebed geestelijke kracht geeft; het is het paspoort naar gemoedsrust. Gebed is de brug naar onze Vader in de hemel, die ons liefheeft. Spreek Hem in gebed aan en luister dan of er antwoord komt. Door gebed komen er wonderen tot stand.

Zuster Daisy Ogando woont in New York City, een stad met meer dan acht miljoen inwoners. Enkele jaren geleden maakte zuster Ogando kennis met de zendelingen, die haar onderrichtten in het evangelie. Maar na een tijdje raakte ze het contact met de zendelingen kwijt. De tijd verstreek. In 2007 merkte ze echter dat de beginselen van het evangelie die haar door de zendelingen waren geleerd haar toch niet loslieten.

Op een dag stapte Daisy in een taxi en zag de zendelingen een eindje verderop, maar voordat ze contact met ze kon leggen, waren ze uit het gezicht verdwenen. Ze bad vurig tot onze hemelse Vader en beloofde Hem dat ze de zendelingen zou binnenlaten als Hij hen op de een of andere manier naar haar toe zou leiden. Die dag ging ze naar huis met in haar hart het geloof dat God haar gebed zou horen en verhoren.

In de tussentijd hadden twee jonge zendelingen oprecht gebeden en hard gewerkt om mensen te vinden die ze konden onderwijzen. Op een dag liepen ze de werknotities nog eens door van zendelingen die eerder in hun werkgebied waren geweest. Daarbij kwamen ze de naam Daisy Ogando tegen. Toen ze op de middag dat zuster Ogando dat eenvoudige maar vurige gebed had uitgesproken bij haar flat aankwamen, deed ze de deur open en sprak de woorden die elke zendeling die ze ooit heeft gehoord als muziek in de oren klonken: ‘Kom binnen, ik heb op u gewacht!’

Twee vurige gebeden waren verhoord, het contact was opnieuw gelegd, er werden zendelingenlessen gegeven en er werd een datum vastgesteld voor de doop van Daisy en haar zoon, Eddy.

Denk eraan om vurig te bidden.

Mijn laatste suggestie, broeders: rechtschapen leven. Jesaja, de grote profeeet uit het Oude Testament, gaf dragers van het priesterschap deze belangrijke aansporing: ‘Raakt het onreine niet aan (…), reinigt u, gij die de vaten des Heren draagt.’9 Duidelijker kan het eigenlijk niet gezegd worden.

Dragers van het priesterschap zijn misschien niet altijd welsprekend. Ze hebben misschien geen hoge graden in moeilijke studievakken. Ze zijn misschien wel van eenvoudige komaf. Maar God is geen aannemer des persoons en Hij zal zijn dienstknechten steunen in rechtschapenheid als zij het kwaad van onze tijd vermijden en een deugdzaam en rein leven leiden. Dat zal ik illustreren.

Bijna anderhalf duizend kilometer ten noorden van Salt Lake City ligt de prachtige stad Calgary, in Alberta (Canada), locatie van de Calgary Stampede, een van Canada’s grootste festivals en de grootste buitenrodeo van de wereld. Dit tiendaagse festival omvat een rodeowedstrijd, tentoonstellingen, agrarische wedstrijden en huifkarraces. De Stampede Parade, die plaatsvindt op de eerste dag, is een van de oudste en grootste tradities van het festival. De parade volgt een route van zo’n vijf kilometer in het centrum van Calgary en wordt bekeken door zo’n 350 duizend toeschouwers, onder wie velen in westernkleding.

Enkele jaren geleden deed een muziekkapel van een grote middelbare school in Utah auditie voor deelname aan de Calgary Stampede Parade en kreeg een van de felbegeerde plaatsen. Maanden van geld inzamelen, straten op en neer marcheren bij repetities op de vroege ochtend, en allerlei andere voorbereidingen werden getroffen zodat de kapel naar Calgary kon reizen en deelnemen aan de parade, waar één kapel zou worden uitgekozen als de beste.

Uiteindelijk brak de dag van vertrek aan en stapten de enthousiaste leerlingen en hun leiders op de bus en reden ze naar het noorden voor de lange reis naar Calgary.

Onderweg stopte de karavaan in Cardston, in Alberta (Canada), waar de groep overnachtte. De plaatselijke ZHV-zusters maakten verpakte lunches klaar voor de leden van de kapel om op te eten voordat ze weer vertrokken. Brad, een van de leden van de kapel, priester in de Aäronische priesterschap, had geen honger en besloot zijn lunch tot later te bewaren.

Hij zat graag achterin de bus. Hij nam zijn gebruikelijke zitplaats in voor de rest van de reis naar Calgary en gooide het zakje met zijn lunch op de plank achter de achterste rij stoelen. Daar lag de lunch voor het raam terwijl de julimiddagzon er doorheen scheen. Helaas bevatte de lunch een boterham met eiersalade. Voor diegenen onder u die niet begrijpen waarom dat van belang is, wil ik er even op wijzen dat eiersalade gekoeld moet worden. Wordt het niet gekoeld, maar wordt het blootgesteld aan grote hitte, bijvoorbeeld door de zon die op een zonnige dag door het raam van een bus schijnt, dan wordt het een uiterst doeltreffende kweekcel voor verschillende soorten bacteriën die kunnen veroorzaken wat we meestal een voedselvergiftiging noemen.

Een tijdje voor aankomst in Calgary kreeg Brad honger. Hij dacht aan de lunch en schrokte de boterham met eiersalade naar binnen. Toen de bussen in Calgary aankwamen en door de stad reden, raakten de leden van de muziekkapel steeds enthousiaster — allemaal, behalve Brad. Helaas was het enige dat bij hem toenam de hevige buikpijnen en andere ongemakken die een voedselvergiftiging tot gevolg heeft. U bent ermee bekend.

Toen ze op hun bestemming waren aangekomen, verlieten de leden van de kapel de bus. Maar Brad bleef achter. Hoewel hij wist dat zijn medeleden erop rekenden dat hij de volgende morgen zijn trommel speelde tijdens de parade, lag Brad ineengekrompen van de pijn, veel te ziek om de bus te verlaten. Gelukkig voor hem ontdekten twee van zijn vrienden, Steve en Mike, die pas hun diploma hadden gehaald en kort daarvoor waren geordend tot ouderling in het Melchizedeks priesterschap, dat Brad ontbrak. Ze besloten hem te zoeken.

Toen ze Brad achter in de bus vonden en hoorden wat het probleem was, voelden Steve en Mike zich hulpeloos. Maar uiteindelijk bedachten ze dat ze ouderling waren en de macht van het Melchizedeks priesterschap droegen om de zieken te zegenen. Al hadden ze totaal geen ervaring met het zegenen van zieken, hadden deze twee kersverse ouderlingen geloof in de macht die ze droegen. Ze legden Brad de handen op en, zich beroepend op het gezag van het Melchizedeks priesterschap, spraken ze in de naam van Jezus Christus de eenvoudige woorden dat ze Brad zegenden dat hij beter mocht worden.

Vanaf dat moment waren Brads symptomen helemaal weg. De volgende morgen nam hij zijn plek in onder de andere leden van de muziekkapel en marcheerde hij trots door de straten van Calgary. De muziekkapel behaalde de eerste plaats en won het felbegeerde blauwe lint. Maar veel belangrijker was dat twee jonge, onervaren maar goede priesterschapsdragers gehoor hadden gegeven aan de oproep om de Heer te vertegenwoordigen en hun medemens te dienen. Toen het nodig was om hun priesterschap uit te oefenen voor iemand die dringend hun hulp nodig had, konden ze dat doen omdat ze een goed leven hadden geleid.

Broeders, bent u voorbereid op uw reis door het leven? Het pad kan soms moeilijk zijn. Zet uw koers uit, wees voorzichtig en besluit om ijverig te studeren, vurig te bidden en rechtschapen te leven.

Laten we nooit wanhopen, want het werk dat wij doen, is het werk van de Heer. Er is wel eens gezegd: ‘De Heer zal de rug sterken voor de last die hij krijgt te dragen.’

De kracht die wij oprecht nastreven om de moeilijkheden van een complexe, veranderende wereld aan te kunnen, kunnen wij krijgen door net als Jozua krachtig, resoluut en moedig te verklaren: ‘Maar ik en mijn huis, wij zullen de HERE dienen!’10 Van deze goddelijke waarheid getuig ik, en doe dat in de naam van de Heer Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. LV 107:18.

  2. LV 107:20.

  3. Harold B. Lee, ‘Priesthood’ (toespraak tot personeel van seminarie en instituut, Brigham Young University, 17 juli 1958), p. 1.

  4. John Taylor, The Gospel Kingdom, bezorgd door G. Homer Durham (1941), p. 130.

  5. 1 Petrus 3:15.

  6. LV 84:88.

  7. 1 Nephi 15:24–25.

  8. Jakobus 1:5.

  9. Jesaja 52:11.

  10. Jozua 24:15.