2009
Wij zijn bezig met een groot werk en kunnen niet komen
May 2009


Wij zijn bezig met een groot werk en kunnen niet komen

Wij kunnen en mogen ons niet laten afleiden van onze heilige plicht. Wij kunnen en moeten ons blijven concentreren op de zaken die het belangrijkst zijn.

President Dieter F. Uchtdorf

Goedenavond broeders, ik weet al een paar maanden welke boodschap ik u vandaag wil brengen. In de tussenliggende tijd zocht ik naar een verhaal om te illustreren wat ik wilde zeggen. Ik zocht naar een verhaal over een boer. Ik zocht naar een verhaal over dieren. Ter ere van ouderling Scott zocht ik naar een verhaal over kerntechniek. En ter ere van president Monson een over duiven fokken.

Maar één verhaal bleef maar in mijn gedachten komen — een verhaal dat ik vele jaren geleden in mijn geheugen geprent heb. Het gaat niet over boeren, dieren, kerntechniek of duiven. Het gaat over — u raadt het al — luchtvaart. Ik heb het de titel ‘Het verhaal van het controlelampje’ gegeven.

Het verhaal van het controlelampje, ofwel het belangrijkste uit het oog verliezen

Op een donkere decemberavond, 36 jaar geleden, stortte een Lockheed 1011 jumbojet neer in de Everglades van Florida, waarbij meer dan honderd mensen om het leven kwamen. Dit verschrikkelijke ongeluk was een van de dodelijkste vliegrampen in de geschiedenis van de Verenigde Staten.

Wat vreemd was aan dit ongeluk, was dat alle vitale onderdelen en systemen van het vliegtuig perfect werkten: het vliegtuig had zonder enig probleem veilig kunnen landen op de luchthaven van Miami, slechts iets meer dan dertig kilometer verderop.

Maar bij het aanvliegen op de luchthaven merkte de bemanning dat één groen lampje niet aan was gegaan — het lampje dat aangeeft of het voorste landingsgestel wel of niet met succes is uitgeklapt. De piloten weken van de aanvliegkoers af, stelden een wachtpatroon in om rond te cirkelen boven de aardedonkere Everglades, en begonnen het probleem te onderzoeken.

Ze verdiepten zich zo in hun onderzoek dat ze niet beseften dat het vliegtuig geleidelijk aan daalde en steeds dichter bij het donkere moeras onder hen kwam. Tegen de tijd dat iemand merkte wat er gebeurde, was het te laat om een ramp te voorkomen.

Na het ongeluk probeerden onderzoekers de oorzaak vast te stellen. Het landingsgestel was wel degelijk op de juiste manier uitgeklapt. Het vliegtuig bevond zich in perfecte mechanische toestand. Alles werkte zoals het hoorde — alles, behalve één ding: één enkel opgebrand controlelampje. Dat kleine lampje — met een waarde van zo’n twintig cent — was de aanleiding geweest tot een serie gebeurtenissen die uiteindelijk tot de tragische dood van meer dan honderd mensen leidde.

Uiteraard had het defecte lampje het ongeluk niet veroorzaakt; dat vond plaats omdat de bemanning zich concentreerde op iets wat op dat moment belangrijk leek, maar waarbij ze uit het oog verloren wat in werkelijkheid het belangrijkste was.

Concentreer u op zaken die het belangrijkst zijn

De neiging om zich op het onbelangrijke te concentreren ten koste van het belangrijke, doet zich niet alleen voor bij piloten maar bij iedereen. Wij lopen allemaal dat risico. De bestuurder die zich op de weg concentreert, heeft veel meer kans om zonder ongelukken op zijn bestemming aan te komen dan de bestuurder die zich concentreert op sms-en met zijn mobieltje.

Wij weten wat in het leven het belangrijkste is: het licht van Christus leert iedereen dat. Wij getrouwe heiligen der laatste dagen hebben de Heilige Geest als ‘voortdurende metgezel’ om ons zaken van eeuwige waarde te leren. Ik stel me zo voor dat elke priesterschapsdrager die zich vandaag onder mijn gehoor bevindt desgevraagd een goede toespraak over het onderwerp ‘wat het belangrijkste is’ zou kunnen houden. Onze zwakheid schuilt erin dat we ons handelen niet in overeenstemming brengen met ons geweten.

Denk daar eens over na en bedenk waar uw hart en uw gedachten op gericht zijn. Concentreert u zich op de zaken die het belangrijkst zijn? Hoe u uw stiltetijd doorbrengt, kan een belangrijke aanwijzing zijn. Waar denkt u aan als de druk van tijdslimieten weg is? Zijn uw gedachten en uw hart gericht op die kortstondige, vluchtige zaken die alleen maar even van belang zijn, of op de zaken die het belangrijkst zijn?

Wat zit u dwars? Welke smoesjes weerhouden u ervan de echtgenoot, vader, zoon en priesterschapsdrager te worden waarvan u weet dat u die zou moeten zijn? Welke dingen leiden u af van uw plichten of weerhouden u ervan uw roeping ijveriger groot te maken?

Soms zijn de zaken die ons afleiden op zich niet slecht; vaak geven ze ons zelfs een goed gevoel.

Maar het is mogelijk om zelfs goede dingen te ver te voeren. Een voorbeeld zou een vader of grootvader zijn die urenlang op zoek is naar zijn voorouders, of een blog opzet, maar zijn eigen kinderen en kleinkinderen verwaarloost of vermijdt. Een ander voorbeeld zou een tuinman zijn die dag in dag uit onkruid uit de grond trekt, maar het geestelijke onkruid negeert dat zijn ziel dreigt te verstikken.

Zelfs een programma van de kerk kan een afleiding worden als we er te ver mee gaan en toestaan dat het onze tijd en aandacht in beslag neemt ten koste van de zaken die het belangrijkst zijn. We hebben in het leven evenwicht nodig.

Als we onze hemelse Vader en zijn kinderen werkelijk liefhebben, laten we dat in ons gedrag zien. We vergeven elkaar en streven ernaar om goed te doen, want ‘onze oude mens [is] medegekruisigd [met Christus].’1 Wij zien ‘om […] naar wezen en weduwen in hun druk’ en bewaren onszelf ‘onbesmet van de [slechtheden van de] wereld’.2

Beste broeders van de priesterschap, wij leven in de laatste tijd. Het evangelie van Jezus Christus is weer op aarde. De sleutels van het priesterschap Gods zijn weer aan de mens gegeven. Wij leven in een tijdperk van verwachting en voorbereiding. God heeft ons de taak toevertrouwd om onszelf, ons gezin en onze wereld voor te bereiden op de nieuwe dageraad — de dag waarop de Zoon van God ‘bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, [zal] nederdalen van de hemel’3 om zijn millenniaanse regeringsperiode in te luiden.

Ons is het heilig priesterschap toevertrouwd, alsmede de verantwoordelijkheid, de macht en het recht om op te treden als vertegenwoordiger van onze hemelse Koning.

Dat zijn de zaken die het belangrijkst zijn. Dat zijn de zaken van eeuwige waarde die onze aandacht verdienen.

Wij kunnen en mogen ons niet laten afleiden van onze heilige plicht. Wij kunnen en moeten ons blijven concentreren op de zaken die het belangrijkst zijn.

Nehemia

Nehemia uit het Oude Testament is een goed voorbeeld van iemand die zich vol toewijding bleef concentreren op een belangrijke taak. Nehemia was een Israëliet die in Babylonische ballingschap leefde en bekerdrager van de koning was. Op een dag vroeg de koning Nehemia waarom hij zo verdrietig was. Nehemia antwoordde: ‘Hoe zou mijn gezicht niet somber staan, daar de stad, de plaats waar de graven mijner vaderen zijn, verwoest is en haar poorten door vuur verteerd zijn?’4

Toen de koning dit hoorde, werd zijn hart verzacht en gaf hij Nehemia toestemming om terug te keren naar Jeruzalem en de stad te herbouwen. Maar niet iedereen was blij met dat plan. In feite waren enkele heersers in de omgeving van Jeruzalem erg ontstemd ‘dat er iemand gekomen was om het goede voor de Israëlieten te zoeken.’5 Die mannen ‘ontstak[en] in woede en ergerde[n] zich zeer [en] bespotte[n] de Joden.’6

Nehemia was echter onbevreesd en liet zich niet afleiden door de tegenstand. In plaats daarvan zette hij alle hulpmiddelen en mankrachten in die hij tot zijn beschikking had om de stad te herbouwen, ‘want het volk had lust om te werken’.7

Maar toen de stadsmuren begonnen te verrijzen, nam de tegenstand toe. Nehemia’s vijanden dreigden, spanden samen en spotten. Hun dreigementen waren uiterst serieus en werden zo intimiderend dat Nehemia toegaf dat het hen allen ‘bevreesd’8 maakte. Maar ondanks het gevaar en de alomtegenwoordige dreiging van een invasie, zetten zij het werk voort. Het was een tijd vol stress, want de bouwers ‘hadden ieder zijn zwaard aan de heup gegord, terwijl zij aan het bouwen waren.’9

Naarmate het werk vorderde, werden Nehemia’s vijanden wanhopiger. Vier keer drongen zij er bij hem op aan om de veiligheid van de stad te verlaten en een ontmoeting met hen te hebben, onder het voorwendsel dat zij hun conflict konden oplossen, maar Nehemia wist dat zij hem kwaad wilden doen. Iedere keer dat ze aandrongen, gaf hij hetzelfde antwoord: ‘Ik ben bezig een groot werk te doen en kan niet komen.’10

Wat een opmerkelijk antwoord! Met dat duidelijke, onveranderlijke antwoord, met dat sterke voornemen, verrezen de muren van Jeruzalem totdat zij in een verbazende 52 dagen waren herbouwd.11

Nehemia weigerde zich af te laten leiden van de opdracht waarvan de Heer wilde dat hij die uitvoerde.

Wij kunnen niet komen

Het bemoedigt en inspireert mij dat tegenwoordig zo veel getrouwe priesterschapsdragers er ook zo over denken. Net als Nehemia hebt u de Heer lief en streeft u ernaar het priesterschap dat u draagt groot te maken. De Heer heeft u lief en is zich bewust van uw zuivere hart en vaste voornemens. Hij zegent u om uw trouw, leidt u op uw weg en gebruikt uw gaven en talenten voor de opbouw van zijn koninkrijk op deze aarde.

Niettemin is niet iedereen zoals Nehemia. Er is verbetering mogelijk.

Ik vraag me af, beste broeders van de priesterschap, wat we zouden kunnen bereiken als we allemaal, net als het volk van Nehemia, ‘lust om te werken’ hadden. Ik vraag me af wat we zouden kunnen bereiken als we aflegden ‘wat kinderlijk was’12 en ons met hart en ziel overgaven aan ons streven om goede, getrouwe priesterschapsdragers en ware vertegenwoordigers van de Heer Jezus Christus te worden.

Bedenk eens wat we in ons privéleven zouden kunnen bereiken, in ons werk, in ons gezin en in onze wijk of gemeente. Bedenk hoe het koninkrijk van God overal op aarde voortgang zou maken. Bedenk hoe de wereld zelf ten goede te keren zou zijn als iedere man die het priesterschap van God droeg zijn lendenen omgordde en voldeed aan zijn ware potentieel, zich tot het diepst van zijn ziel bekeerde en een trouwe priesterschapsman werd, toegewijd aan de opbouw van Gods koninkrijk.

Het is makkelijk om ons af te laten leiden — om ons te concentreren op dat ene opgebrande lampje of de onbeleefde daden van onvriendelijke mensen, wat hun motieven ook zijn. Maar bedenk eens hoeveel kracht we als individu en als broederschap van de priesterschap zouden hebben als we op elke verleiding om ons op het verkeerde te concentreren of onze normen — de normen van God — te verlagen, zouden antwoorden: ‘Ik ben bezig een groot werk te doen en kan niet komen.’

Wij leven in een tijd met grote problemen en grote kansen. De Heer zoekt mensen als Nehemia — getrouwe broeders die de eed en het verbond van het priesterschap nakomen. Hij wil onwankelbare zielen rekruteren die ijverig aan de opbouw van Gods koninkrijk werken, die als ze tegenstand en verleiding ondervinden, in hun hart zeggen: ‘Ik ben bezig een groot werk te doen en kan niet komen.’

Als ze beproevingen en tragedies ondervinden, zeggen ze: ‘Ik ben bezig een groot werk te doen en kan niet komen.’

Als ze spot en smaad ondervinden, verklaren ze: ‘Ik ben bezig een groot werk te doen en kan niet komen.’

Onze hemelse Vader zoekt hen die weigeren om zich door het onbeduidende te laten tegenhouden in hun streven naar het eeuwige. Hij zoekt hen die niet toestaan dat de aantrekkingskracht van gemak of de valstrikken van de tegenstander hen afleiden van het werk dat Hij hen te doen heeft gegeven. Hij zoekt hen die doen wat zij zeggen — zij die vol overtuiging zeggen: ‘Ik ben bezig een groot werk te doen en kan niet komen.’

Ik getuig plechtig dat God leeft en dat Hij ieder van ons kent. Hij zal zijn hand uitstrekken en hen steunen die opstaan en het priesterschap eervol dragen, want Hij heeft in deze laatste tijd een groot werk voor ons.

Dit evangelie komt niet van de mens. De leer van de kerk is niet iemands giswerk naar de betekenis van Schriftuur uit de oudheid. Het is de hemelse waarheid die God zelf heeft geopenbaard. Ik getuig dat Joseph Smith heeft gezien wat hij zei dat hij had gezien. Hij keek echt in de hemel en communiceerde met God de Vader en de Zoon, en met engelen.

Ik getuig dat onze hemelse Vader spreekt tot hen die Hem in geest en in waarheid zoeken. Ik heb met eigen ogen gezien, en getuig met vreugde, dat God in onze tijd tot zijn profeet, ziener en openbaarder, namelijk Thomas S. Monson, spreekt.

Mijn geliefde broeders, net als Nehemia hebben wij een groot werk te doen. De horizon van ons tijdperk is in het zicht. Het is mijn vurig gebed dat wij ondanks verleidingen nooit onze normen zullen verlagen; dat wij ondanks afleidingen — wat die ook mogen zijn — nooit zullen ophouden ons te concentreren op het belangrijkste; dat wij vastbesloten zij aan zij zullen staan om het vaandel van de Heer Jezus Christus te dragen.

Ik bid dat wij het heilig priesterschap van de almachtige God waardig mogen zijn en dat elke man onder ons zijn hoofd kan opheffen en met vaste stem aan de wereld verkondigen: ‘Wij zijn bezig een groot werk te doen en kunnen niet komen.’ In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Romeinen 6:6.

  2. Jakobus 1:27, naar de Bijbelvertaling van Joseph Smith.

  3. 1 Tessalonicenzen 4:16.

  4. Nehemia 2:3.

  5. Nehemia 2:10.

  6. Nehemia 4:1.

  7. Nehemia 4:6.

  8. Nehemia 6:9.

  9. Nehemia 4:18.

  10. Nehemia 6:3.

  11. Zie Nehemia 6:15.

  12. 1 Korintiërs 13:11.