2009
Het pad van het discipelschap
May 2009


Het pad van het discipelschap

Nu is de tijd om het evangelie van Jezus Christus te omarmen, zijn discipel te worden en zijn wegen te bewandelen.

President Dieter F. Uchtdorf

Deze dag wordt door de christelijke wereld van oudsher palmzondag genoemd. U herinnert zich dat het op die zondag bijna tweeduizend jaar geleden was dat Jezus Christus in de laatste week van zijn aardse leven de stad Jeruzalem inreed.1 Als vervulling van de oude profetie van Zacharia2 reed Hij op een ezel, en een grote schare mensen kwam de Meester begroeten en bedekte de weg vóór Hem met palmtakken en zelfs hun eigen klederen. Toen Hij dichterbij kwam, riepen zij: ‘Gezegend Hij, die komt, de Koning, in de naam des Heren’3 en ‘Hosanna de Zoon van David.’4

De discipelen dachten wellicht dat dit een keerpunt was — het moment waarop de Joodse gemeenschap Jezus eindelijk zou herkennen als de langverwachte Messias. Maar de Heiland besefte dat de vele toejuichingen en het eerbetoon van tijdelijke duur zouden zijn. Hij wist dat Hij spoedig zou opgaan naar de Olijfberg en daar, alleen in Getsemane, de zonden van de wereld op Zich zou nemen.

Het evangelie van Jezus Christus

Het is gepast dat wij de week van palmzondag tot paasochtend onze gedachten op Jezus Christus, de Bron van licht, leven en liefde, richten. De menigten in Jeruzalem zagen Hem misschien als een grote koning die hen van politieke onderdrukking zou bevrijden. Maar in werkelijkheid heeft Hij ons veel meer dan dat gegeven. Hij heeft ons zijn evangelie gegeven, een parel van onschatbare waarde, de grote sleutel van kennis die een leven van geluk, vrede en vervulling ontsluit als we hem begrijpen en toepassen.

Het evangelie is het goede nieuws van Christus. Het is de openbaring dat de Zoon van God naar de aarde is gekomen, een volmaakt leven heeft geleid, verzoening voor onze zonden heeft gedaan en de dood heeft overwonnen. Het is het pad van heil, de weg van hoop en vreugde en de verzekering dat God een plan van verlossing en geluk voor zijn kinderen heeft.

Het evangelie is het pad van het discipelschap. Als wij dat pad bewandelen, kunnen wij vertrouwen en vreugde ervaren — ook in tijden van gevaar, verdriet en onzekerheid.

De weg van de wereld

Wij leven in een tijd waarin velen zich zorgen maken over hun bestaan. Zij maken zich zorgen over de toekomst en twijfelen aan hun vermogen om de moeilijkheden waarvoor ze staan op te lossen. Velen hebben persoonlijk met tegenspoed en verdriet te maken. Zij hongeren naar zingeving en een doel in hun leven.

Door de grote belangstelling voor dit soort zaken, komt de wereld met allerlei nieuwe antwoorden op al onze moeilijkheden. Mensen keren zich van het ene nieuwe idee tot het volgende, in de hoop iets te vinden wat antwoord geeft op de brandende vragen van hun ziel. Zij wonen studiebijeenkomsten bij en schaffen boeken, cd’s en andere producten aan. Zij laten zich meeslepen in de opwinding van het zoeken naar iets nieuws. Maar de vlam van elke nieuwe theorie dooft onvermijdelijk weer, waarna de volgende ‘nieuwe en verbeterde’ oplossing zich aandient en van alles belooft.

Ik zeg niet dat deze wereldse oplossingen geen elementen van waarheid bevatten — vaak is dat wel het geval. Toch leiden ze geen van alle tot de blijvende verandering die wij in ons leven zoeken. Na het aanvankelijke enthousiasme blijft er een innerlijke leegte over, en zoeken wij naar het volgende nieuwe idee als de geheime sleutel tot geluk.

Het evangelie van Jezus Christus, daarentegen, biedt de antwoorden op al onze problemen. Het evangelie is geen geheim. Het is niet ingewikkeld of verborgen. Het kan de deur ontsluiten naar waar geluk. Het is geen theorie of idee van iemand. Het is juist helemaal niet door mensen bedacht. Het komt voort uit de zuivere en eeuwigdurende bron van de Schepper van het heelal, die waarheden kent die wij niet eens kunnen bevroeden. En met die kennis heeft Hij ons het evangelie gegeven — een goddelijke gave, de ultieme formule voor geluk en succes.

Hoe worden wij discipelen van Jezus Christus?

Wanneer wij de allesovertreffende waarheden van het evangelie van Jezus Christus horen, beginnen hoop en geloof in ons te groeien.5 Hoe meer wij ons hart en verstand vullen met de boodschap van de opgestane Christus, des te groter is ons verlangen om Hem en zijn leringen te volgen. Daardoor neemt ons geloof nog verder toe, en kan het licht van Christus ons hart verlichten. Daarbij herkennen wij de onvolmaaktheden in ons leven en verlangen wij ernaar om gereinigd te worden van de deprimerende last van onze zonden. Wij snakken naar de bevrijding van schuldgevoelens en willen ons bekeren.

Geloof en bekering leiden tot de reinigende wateren van de doop, waarin wij een verbond sluiten om de naam van Jezus Christus op ons te nemen en in zijn voetspoor te volgen.

Om ons te schragen in het verlangen naar een rein en heilig leven ondergaan wij de doop met vuur — de onuitsprekelijke gave van de Heilige Geest, een hemelse Trooster die ons vergezelt en leidt als wij wandelen op het pad van rechtschapenheid.

Hoe meer wij vervuld zijn met de Geest van God, hoe meer wij ernaar verlangen om anderen te helpen. Wij worden vredestichters in ons eigen huis en gezin, en wij helpen onze naaste overal met vriendelijke daden van barmhartigheid, vergeving, genade en geduld.

Dit zijn de eerste stappen op de ware weg naar leven en vervulling. Dit is het vreedzame pad van de volgelingen van Jezus Christus.

Het pad van geduld

Het is echter geen kant-en-klare oplossing of snelle remedie.

Een vriend van mij schreef me onlangs dat hij het moeilijk vond om zijn getuigenis krachtig en sterk te houden. Hij vroeg mij om advies.

Ik schreef hem liefdevol terug en deed enkele suggesties om zijn leven meer in overeenstemming te brengen met de leringen van het herstelde evangelie. Tot mijn verrassing kreeg ik een week later alweer een brief van hem terug, met de volgende strekking: ‘Ik heb je adviezen opgevolgd. Ze hebben niet geholpen. Wat heb je nog meer?’

Broeders en zusters, wij moeten doorzetten. Wij bereiken het eeuwige leven niet door een sprintje te trekken — wij moeten volharden in deze wedloop. Wij moeten de goddelijke beginselen van het evangelie steeds opnieuw toepassen. Wij moeten er dagelijks mee aan de slag om ze een deel van ons leven te maken.

Te vaak zien wij het evangelie als een boer die in de ochtend zaait en in de middag al wil oogsten. Toen Alma het woord van God met een zaadje vergeleek, legde hij uit dat het zaadje geleidelijk uitgroeit tot een boom die vruchten voortbrengt, vanwege ons ‘geloof en [onze] ijver en geduld en lankmoedigheid.’6 Zeker, sommige zegeningen volgen direct — spoedig nadat we het zaadje in ons hart hebben gezaaid, begint het te zwellen en te ontspruiten en te groeien, zodat we weten dat het zaadje goed is. Vanaf het moment dat wij het pad van discipelschap betreden, ontvangen wij zichtbare en onzichtbare zegeningen van God.

Maar u kunt de volheid van deze zegeningen niet ontvangen als u ‘de boom verwaarloost en geen aandacht besteedt aan zijn verzorging.’7

Weten dat het zaadje goed is, is niet genoeg. Wij moeten het ‘met grote zorgvuldigheid verzorgen, zodat [het] wortel zal schieten.’8 Alleen dan kunnen wij er de vrucht van plukken, ‘die zoet is boven alles wat zoet is, en (…) rein boven alles wat rein is’ en ons ‘aan die vrucht vergasten totdat [wij] verzadigd [zijn], zodat [wij zullen] hongeren noch dorsten.’9

Het discipelschap is een reis. Wij hebben de louterende lessen van de reis nodig om ons karakter te vormen en ons hart te zuiveren. Door het pad van het discipelschap met geduld te bewandelen, openbaart zich de mate van ons geloof en onze gewilligheid om Gods wil te doen en niet die van ons.

Het is niet genoeg om alleen maar te spreken over Jezus Christus of te verklaren dat wij zijn discipelen zijn. Het is niet genoeg om onszelf te omringen met symbolen van onze godsdienst. Het discipelschap is geen passieve kijksport. Wij kunnen de zegeningen van geloof net zo min ervaren door als toeschouwer aan de zijlijn te staan als een goede gezondheid genieten door op de bank naar sportwedstrijden op de televisie te kijken en de sporters van advies te voorzien. En toch zijn sommigen liever toeschouwer en geven de voorkeur aan ‘passief discipelschap’ als voornaamste manier van aanbidding.

Onze godsdienst wordt niet indirect beleefd. Wij kunnen de zegeningen van het evangelie niet ontvangen door alleen maar te kijken naar het goede dat anderen doen. Wij moeten de zijlijn verlaten en wat wij zeggen zelf in de praktijk gaan brengen.

De weg ligt open voor iedereen

De eerste schrede op het pad van het discipelschap begint, gelukkig maar, precies op de plek waar we ons bevinden! Er zijn geen vereisten vooraf om die eerste stap te zetten. Het maakt niet uit of we arm of rijk zijn. Wij hoeven niet geleerd, welbespraakt of intellectueel te zijn. Wij hoeven niet volmaakt of welsprekend of zelfs welgemanierd te zijn.

U en ik kunnen het pad van het discipelschap vandaag nog inslaan. Laten wij nederig zijn; laten wij met heel ons hart tot onze Vader in de hemel bidden en ons verlangen uiten om dichter bij Hem te komen en van Hem te leren.

Heb geloof. Zoek en u zult vinden. Klop en de deur zal worden opengedaan.10 Dien de Heer door anderen te dienen. Neem actief deel in uw wijk of gemeente. Maak uw gezin sterker door u voor te nemen volgens de beginselen van het evangelie te leven. Wees één van hart en één van zin in uw huwelijk en in uw gezin.

Nu is de tijd om uw leven op orde te brengen zodat u een tempelaanbeveling kunt krijgen en gebruiken. Nu is de tijd om zinvolle gezinsavonden te houden, om het woord van God te lezen en ons in oprecht gebed tot onze hemelse Vader te richten. Nu is de tijd om ons hart te vullen met dankbaarheid voor de herstelling van zijn kerk, voor levende profeten, het Boek van Mormon en de macht van het priesterschap die ons tot zegen zijn. Nu is de tijd om het evangelie van Jezus Christus te omarmen, zijn discipel te worden en in zijn wegen te wandelen.

Sommigen geloven dat ze door hun fouten geen volledige aanspraak op de zegeningen van het evangelie meer kunnen maken. Wat begrijpen zij maar weinig van de doeleinden van de Heer. Een van de grootste zegeningen van het naleven van het evangelie is dat wij erdoor worden gezuiverd en van onze fouten kunnen leren. Wij ‘allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods’,11 en toch kan de kracht van de verzoening van Jezus Christus ons genezen als wij ons bekeren.

Onze geliefde vriend ouderling Joseph B. Wirthlin heeft dit beginsel duidelijk uiteengezet:

‘O, is het niet geweldig om te weten dat onze hemelse Vader ons liefheeft — ondanks onze zwakheden! Zijn liefde is zó bestendig: zelfs als wij het wat onszelf betreft opgeven, zal Hij dat nooit doen.

‘Wij zien onszelf [wellicht] in het licht van ons verleden en ons heden. Onze hemelse Vader ziet ons in het licht van onze eeuwigheid. (…)

‘Het evangelie van Jezus Christus is een evangelie van verandering. Het verandert en verfijnt ons, mensen van de aarde, tot mensen voor de eeuwigheid.’12

Degenen die het pad van het discipelschap om de een of andere reden hebben verlaten, nodig ik uit om vanuit de situatie waarin u zich bevindt tot het herstelde evangelie van Jezus Christus te komen. Wandel opnieuw in de wegen van de Heer. Ik getuig dat de Heer uw leven zal zegenen, u zal begiftigen met buitengewone kennis en vreugde en de hemelse gaven van de Geest op u zal laten neerdalen. Het is altijd de juiste tijd om zijn wegen te bewandelen. Het is nooit te laat.

Tot hen die zich onbekwaam voelen omdat ze niet hun hele leven lid van de kerk zijn geweest, tot hen die denken dat ze de verloren tijd nooit kunnen inhalen, getuig ik dat de Heer uw specifieke mogelijkheden, talenten en vaardigheden nodig heeft. De kerk heeft u nodig; wij hebben u nodig. Het is altijd de juiste tijd om in zijn wegen te wandelen. Het is nooit te laat.

De zegeningen van het discipelschap

Laten wij deze palmzondag, deze paastijd en altijd bedenken dat het herstelde evangelie van onze Heer en Heiland Jezus Christus het vermogen heeft om elke leegte te vullen, elke wond te genezen en elk tranendal te overbruggen. Het is de weg van hoop, geloof en vertrouwen in de Heer. Het evangelie van Jezus Christus wordt in zijn volheid onderwezen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Deze kerk wordt geleid door een levende profeet, die door de Heer Jezus Christus is gemachtigd om richting en aanwijzingen te geven zodat wij de moeilijkheden van deze tijd kunnen overwinnen, hoe zwaar ze ook zijn.

Ik getuig plechtig dat Jezus de Christus leeft. Hij is de Heiland en de Verlosser van de wereld. Hij is de beloofde Messias. Hij heeft een volmaakt leven geleid en verzoening gebracht voor onze zonden. Hij staat altijd naast ons. Hij zal onze strijd voeren. Hij is onze hoop; Hij is ons heil; Hij is de weg. Daarvan getuig ik in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie Matteüs 21:6–11.

  2. Zie Zacharia 9:9.

  3. Lucas 19:38.

  4. Matteüs 21:9.

  5. Zie Romeinen 10:17.

  6. Alma 32:43.

  7. Alma 32:38.

  8. Alma 32:37.

  9. Alma 32:42.

  10. Zie Matteüs 7:7.

  11. Romeinen 3:23.

  12. Joseph B. Wirthlin, ‘Het grote gebod’, Liahona, november 2007, pp. 29–30.