Van vriend tot vriend
De zegeningen van de tempel
‘(…) in het laatste der dagen (…) zal de berg van het huis des Heren vaststaan (…). En alle volkeren zullen derwaarts heenstromen’ (Jesaja 2:2).
Ik ben gek op de tempel. Toen ik nog klein was, nam mijn jeugdwerklerares mijn klas mee naar het terrein van de Salt Laketempel. Het was geweldig om over het terrein te lopen, de prachtige bloemen te bewonderen en de geest van onze hemelse Vader dichtbij het huis des Heren te voelen.
Mijn lerares wees erop dat de tempel van graniet is gemaakt. Ze vertelde welke offers de pioniers gebracht hadden voor die stenen — dat het vijf dagen duurde om één steen naar de bouwplaats voor de tempel te brengen. ‘Zie je al die stenen?’ vroeg ze. ‘Denk eens na hoeveel dagen het de pioniers moet hebben gekost om al die stenen hierheen te brengen zodat ze deze prachtige tempel konden bouwen.’ Ik herinner me dat ik inzag wat een offer onze voorouders hadden gebracht.
Het was een gedenkwaardig uitje. En het was een voorbeeld van hoe jullie, kinderen, nu de zegeningen van de tempel kunnen genieten. Als je dichtbij een tempel woont, dan kun je op het tempelterrein de geestelijke sfeer voelen. Als je eenmaal bent gedoopt en bevestigd, kun je naar een tempelinwijding. En er komen nog heel veel inwijdingen: er worden er momenteel maar liefst elf gepland! Als je twaalf bent, kun je dopen voor de doden doen. En hoe ver je ook van de tempel woont, het is belangrijk dat je je nu voorbereidt op de heilige kans om erheen te gaan.
Kinderen hebben een sterke, goede invloed op volwassen en op andere kinderen. Enkele jeugdwerkkinderen uit het tempeldistrict van de Houstontempel (Texas), schreven een brief aan de aannemers die de tempel daar aan het bouwen waren. In die brief stond: willen u graag vertellen dat de tempel erg belangrijk voor ons is. Omdat de grond is gewijd door een apostel van de Heer, zijn dit gebouw en deze grond erg heilig voor ons. De tempel is de plek waar we naartoe zullen gaan om te trouwen. Wij gaan ernaar toe om te leren wat we moeten weten zodat we kunnen terugkeren naar onze hemelse Vader. Moge de Heer u zegenen dat u dit voor ons doet.’
De aannemers namen deze prachtige brief mee naar hun kantoor. En ze lazen hem elke dag. Toen de tempel klaar was, namen de aannemers hun eigen kinderen mee voor een rondleiding door de tempel, zodat ze de geest konden voelen waar de jeugdwerkkinderen het in hun brief over hadden.
Iets anders wat voor mij een zegen is geweest, is mijn nauwe samenwerking met president Gordon B. Hinckley. In de afgelopen negen jaar is het aantal tempels van de kerk van 51 naar 124 gestegen. Dat wonder heeft mijn geloof gesterkt en heeft mijn begrip van het belang van tempels vergroot.
In 1998 hadden we 51 tempels in bedrijf en waren er zeventien in aanbouw. Tijdens de algemene conferentie zei president Hinckley dat we tegen het einde van het jaar 2000 honderd tempels moesten hebben. Dat betekende dat er naast de zeventien tempels die al in aanbouw waren, nog eens 32 extra gebouwd moesten worden. Wij vonden dat een onmogelijke opgave. Maar niets is onmogelijk als de Heer zijn zegen geeft. Er waren wel veel wonderen nodig om dit op tijd uit te laten komen. Telkens weer lukte alles precies op het juiste moment — wonderen zoals enkele uren vóór de tempelinwijding genoeg graszoden vinden om op de grond rond de tempel te leggen.
In het jaar 2000 werden er 34 tempels ingewijd. Zo veel zijn er nog nooit in één jaar ingewijd. President Hinckley werd geïnspireerd om nog meer tempels te laten bouwen. En de Heer gaf ons grote zegeningen en hielp ons om dat voor elkaar te krijgen, want Hij respecteert zijn profeten. Ik hoop dat jullie de profeten ook respecteren. En ik hoop dat jullie de zegeningen van de tempel altijd belangrijk vinden en dat jullie je erop voorbereiden.