Extra ideeën voor de participatieperiode, juli 2007
Jeugdwerkleidsters kunnen de volgende ideeën gebruiken als aanvulling op de participatieperiode in deze uitgave van de Liahona. Voor de les, de instructies en de activiteit die overeenkomen met deze ideeën, raadpleegt u ‘Gezinsgeloof’ op pp. 4 en 5 van De Kindervriend in deze uitgave.
-
Deel het jeugdwerk op in twee groepen. Laat de ene groep Exodus 20:12 opzoeken en de andere groep Mosiah 13:20. Laat ze hun teksten tegelijkertijd bestuderen. Leg uit dat de tekst in Exodus deel uitmaakt van de tien geboden, die Mozes op de berg Sinaï ontving. In Mosiah wordt Mozes door Abinadi geciteerd. Laat de kinderen de tekst uit het hoofd leren door ze om de beurt één woord te laten zeggen. Ze mogen de eerste paar keer hun Schriften erbij gebruiken.
Voer een paneldiscussie. (Zie ‘Paneldiscussies’, Onderwijzen geen grotere roeping, [1999], pp. 167–168.) Laat drie tot vijf leden uit de wijk of gemeente van verschillende leeftijd, onder wie kinderen, naar het jeugdwerk komen om vragen te beantwoorden over het eren van onze ouders. Laat de panelleden van tevoren weten welke vragen u gaat stellen. Bijvoorbeeld: ‘Wat heeft een van uw kinderen gedaan om u te eren?’ of ‘Vanaf welke leeftijd hoef je niet meer naar je ouders te luisteren?’ Geef aan hoe belangrijk het is om altijd je ouders te eren — zowel je aardse als je hemelse ouders.
Laat een foto van uw ouders zien en vertel hoe u gezegend bent omdat u uw ouders hebt geëerd. Geef uw getuigenis dat onze hemelse Vader zijn kinderen liefheeft.
-
Laat de kinderen iets voorbereiden dat ze thuis op de gezinsavond kunnen vertellen (met toestemming van hun ouders). Zet drie posten op. (Zie ‘Posten’, Onderwijzen geen grotere roeping, pp. 169–170.) Deel de kinderen op in drie groepen en laat iedere groep om de beurt naar een post gaan. Op de eerste post bespreekt u ‘Omdat hier liefde is’ (Kinderliedjes, pp. 102–103) — of een ander lied over het gezin — zodat de kinderen in staat zullen zijn om thuis over de beginselen in het lied te vertellen. Op de tweede post vertelt u een verhaal over de eerste persoon in een familie die lid van de kerk is geworden. Moedig de kinderen aan om hun eigen verhaal over een voorouder of familielid te vinden om op de gezinsavond te bespreken. Op het derde station leert u de kinderen om een eenvoudige versnapering klaar te maken. Kies een versnapering uit die goedkoop is en door een kind gemaakt kan worden.
Zing ‘Het gezin’ (Liahona, april 2004, p. K11). Geef uw getuigenis dat het gezinsgebed, schriftstudie met het gezin en de gezinsavond het gezin kunnen verenigen.
-
Lied: ‘Omdat hier liefde is’ (Kinderliedjes, pp. 102–103). Hang in het lokaal woordstroken op met de woorden: ‘Hier wordt Engels gesproken’, ‘Hier wordt Russisch gesproken’, ‘Hier wordt Frans gesproken’ enzovoort. Vraag de kinderen waar die taal gesproken wordt. Hang nu een woordstrook op met de woorden: ‘Hier wordt liefdevol gesproken’. Vraag waar dat zo zou zijn. Leg uit dat het belangrijk is om thuis liefdevol te praten, ongeacht de taal waarin gesproken wordt.
Laat de kinderen u helpen bij de beeldvorming van een plek waar liefdevol gesproken wordt. Laat de kinderen luisteren terwijl u het beeld begint te vormen. Zing: ‘Iedere dag gaat mijn moeder met ons samen in gebed.’ Laat een meisje de moeder voorstellen. Het kind dat de moeder voorstelt, kan de woorden met gebaren kracht bijzetten. Het kind kan bijvoorbeeld haar knieën buigen als er in het lied ‘gebed’ of ‘bidt’ staat. En het kind kan haar wijsvinger op haar mond leggen als er in het lied ‘zachtjes’ voorkomt. Aan het eind van het vers laat u het kind naar de woordstrook wijzen waarop staat: ‘Hier wordt liefdevol gesproken.’
Laat een jongen een vader voorstellen voor het tweede deel van het lied. Gebruik soortgelijke gebaren om de woorden te bekrachtigen. Laat ook hem aan het eind naar de woordstrook wijzen. Leer ze de laatste regel van het lied door een afbeelding van de Heiland naast de woordstrook met de woorden ‘Hier wordt liefdevol gesproken’ te hangen.
Leg uit dat het beeld dat u geschetst heeft misschien niet het beeld is dat zij nu zien. Vicki F. Matsumori, tweede raadgeefster in het algemeen jeugdwerkpresidium, zegt: ‘Omdat ik in een gezin ben opgegroeid dat geen lid van de kerk was, heb ik mijn moeder niet zien bidden en heb ik mijn vader geen priesterschap zien gebruiken. Het lied vertegenwoordigt het voorbeeld waarvan ik hoop dat mijn eigen kinderen dat thuis gezien hebben en de normen die zich hopelijk in de komende generaties zullen voortzetten.’ Moedig de kinderen aan om zich op een hun eigen eeuwige gezin voor te bereiden.