Iowa gedenken
Handkarren en de pioniers die naar Zion liepen, zijn een symbool geworden van de migratie van de heiligen der laatste dagen en de opbouw van de kerk.
Op een zomerochtend in 1856 begon de zestienjarige Janetta McBride aan een voettocht van Iowa naar de Salt Lake Valley.
Haar reis was eigenlijk al maanden eerder begonnen, toen ze met haar familie Engeland had verlaten en per schip de Atlantische Oceaan was overgestoken. Eenmaal in de Verenigde Staten reisden ze per trein naar het eindpunt van de spoorlijn naar het westen, in Iowa City (Iowa).
In Iowa City voegde Janetta’s familie zich bij de heiligen der laatste dagen die op krachten aan het komen waren en voorraden aan het inslaan voor het laatste deel van de reis — een voettocht met handkarren over een afstand van 2090 kilometer. Janetta McBride werd toegewezen aan de handkarcompagnie van Martin, een van de zeven compagnies die in 1856 en 1857 uit Iowa City vertrokken.
Westwaarts kijken
150 jaar later is het 9 juni 2006. En weer een handkarcompagnie verlaat Iowa City.
Dit keer bestaat de compagnie uit ongeveer zeventig jongemannen en jongevrouwen uit de ring Iowa City. In pionierskleding en met hun handkar vol voorraden verzamelen deze jongeren in het Mormon Handcart Park, vlak buiten Iowa City — dezelfde plek vanwaar de eerste handkarcompagnie precies 150 jaar daarvoor, op 9 juni 1856, vertrok. Westwaarts kijkend kunnen ze niet anders dan aan de oorspronkelijke pioniers denken die hier zo lang geleden stonden.
Kameron Hansen uit de wijk Iowa City 1 denkt aan zijn voorouder Janetta McBride. Kameron (14) is bijna net zo oud als Janetta was toen zij haar voettocht naar Zion aanving.
‘Ik denk graag dat ze blij zou zijn als ze me dit zag doen’, zegt Kameron. ‘Ik hoop dat ze trots is dat haar familie nog steeds getrouw is in de kerk.’ Kameron weet dat zijn reis veel korter en makkelijker wordt dan die van Janetta, maar toch is hij dankbaar voor zijn kans om zijn voorouders te gedenken en te eren.
Anna Shaner uit de gemeente Fairfield is ook dankbaar dat ze de pioniers kan eren. Het verbaast haar dat ze de grens van de beschaving overschreden zonder te weten of ze dat zouden overleven. Anna ontleent veel kracht aan de mensen die, zoals zij het zegt, ‘voldoende geloof en moed hadden om te doen wat ze was opgedragen.’
Deze trek is een geweldige kans voor alle jongeren uit Iowa City om hun voorouders te eren. Of ze nu handkarpioniers in de familie hebben of niet, de jongeren zijn lid van de kerk en daarom zijn de handkarpioniers hun geestelijke voorouders.
Waarom Iowa?
Tegenwoordig is Iowa City, hoofdstad van Iowa, het hart van het middenwesten van de Verenigde Staten, maar 150 jaar geleden was dit de grens van de beschaving — en de trein ging niet verder naar het westen. De meeste bekeerlingen van de kerk die in 1856 buiten Iowa City kampeerden, waren emigranten uit Europa. Ze hadden al ver gereisd en hadden weinig geld voor de aanschaf van wagens en voorraden. De mensen in Iowa City stelden zich tolerant op tegenover de heiligen der laatste dagen, en pioniersdagboeken vermelden dan ook goede daden van de kant van de inwoners van de stad.
Toen president Brigham Young handkarren als een goedkopere en snellere optie aankondigde om naar Zion te reizen, wilden deze heiligen dat graag proberen. De eerste handkarcompagnie verliet Iowa City op 9 juni 1856.
De meeste handkarcompagnies legden de afmattende reis naar de Salt Lake Valley veilig af, maar dat was voor de groep van Janetta McBride, de compagnie van Martin, en voor de compagnie van Willie, een stuk moeilijker. Beide kwamen in vroege sneeuwstormen terecht en er stierven meer dan tweehonderd mensen. Hun reis vroeg grote offers en alleen met geloof in hun hemelse Vader en in zijn plan kon men die doorstaan. Datzelfde geloof motiveerde alle handkarcompagnies die hun karren naar Zion duwden en trokken.
In 2006 maakte de handkartrek deel uit van de viering van een honderdvijftigjarig jubileum, als eerbetoon aan dit geloof. Leden van de ring Iowa City organiseerden evenementen zoals een academisch symposium, een pioniersfestival en een interkerkelijke devotional. Met die evenementen bracht men niet alleen eerbetoon aan de handkarpioniers, maar tevens aan de inwoners van Iowa die hen hielpen.
De profeet navolgen
Na een lange trek van een dag door de heuvels van Iowa hebben de jongeren tijd om na te denken over hun ervaring. Emma Pauley leest nog eens in Ether 12, een hoofdstuk over geloof waarvan ze zich herinnert dat ze het in het seminarie heeft bestudeerd.
‘Ik weet niet of ik helemaal naar Utah had kunnen lopen’, zegt Emma, ‘maar de pioniers konden het, en ik denk dat dit door hun geloof kwam. Alle grootse dingen worden door geloof gedaan.’
Het geloof van de handkarpioniers stelde hen in staat om gehoor te geven aan de oproep van president Young om in de Salt Lake Valley te vergaderen. Hun voorbeeld is een aansporing voor de jongeren uit Iowa City om naar de raad van de huidige profeet te luisteren.
Een manier waarop jongemannen zoals Kameron Hansen de profeet kunnen volgen, is door het Plicht jegens God-programma te voltooien. Hij legt uit: ‘Als ik aan de pioniers denk en aan de offers die zij brachten, wil ik aan alle vereisten van het programma voldoen zodat ook ik de profeet kan volgen.’
De profeet volgen is belangrijk voor deze jongeren en zij zien ernaar uit om de profeet de volgende zondag bij een herdenkingshaardvuuravond te zien. De kans om de stem van een profeet te horen wordt het hoogtepunt van de viering.
De pioniers moeten diezelfde opwinding hebben gevoeld toen ze de Salt Lake Valley inliepen, wetend dat ze met elke stap dichterbij hun leider en meer binnen het bereik van zijn stem kwamen.
‘Het is net of er aan het eind een schat op me wacht’, zegt Skylar Hansen uit de wijk Iowa City.
Nu hun trek voorbij is, komen de jongeren uit Iowa City dichterbij hun schat, maar ze zijn er nog niet helemaal. De volgende dag is zaterdag en dan is er veel werk te verzetten.
Dankzeggen
In 2006 waren leden van de ring Iowa City druk met zorgen voor mensen in de omgeving die in nood waren. Het was hun manier om dank te betuigen aan een gemeenschap die de eerste heiligen had geholpen.
En deze dag kregen de jongeren een kans om zich dienstbaar te maken. Hoewel hij half zeven ’s morgens wel erg vroeg vond, zei Marc Humbert uit de wijk Iowa City 1 dat de trek de dag daarvoor het hem wel makkelijker had gemaakt om op te staan en te gaan helpen. ‘Door met de trek mee te gaan, is mij weer duidelijk geworden wat belangrijk is’, zegt hij. ‘En het was makkelijk om me dienstbaar te maken.’
Marc is niet de enige die graag een ander helpt. Ondanks de stromende regen waren de jongeren duidelijk opgewonden toen ze om beurten rusthuizen bezochten, politieauto’s wasten, proviand aanvulden in opvanghuizen en een park opruimden.
Dit dienstbetoon was wel het minste wat ze konden doen om een stad te bedanken die de heiligen vroeger had geholpen.
De handkargeschiedenis is mijn geschiedenis
Na vrijdag de hele dag gelopen te hebben en op zaterdag dienstbetoon verricht te hebben, zijn de jongeren blij dat het zondag is — tijd om te luisteren naar de profeet in eigen persoon. Nu ze met hun familie een herdenkingshaardvuuravond bezoeken, zijn de jongemannen en jongevrouwen dankbaar voor hun nieuwe inzicht in de handkarervaring. De woorden van president Gordon B. Hinckley inspireren hen om het erfgoed van geloof dat de handkarpioniers nalieten, in stand te houden. Hij zegt: ‘We moeten altijd terugdenken aan hen die zo’n verschrikkelijke prijs hebben betaald om het fundament van dit werk in deze laatste tijd te leggen.’
De pioniers die Iowa City in 1856 verlieten, zouden zich verheugd hebben als ze over de hedendaagse pioniers hadden gehoord die in de ring Iowa City wonen. Misschien zouden ze wel geïnspireerd zijn door de moed van de jongeren die er in deze tijd, in zoverwarrende wereld, naar streven om het evangelie na te leven.
Anna Shaner, bijvoorbeeld, doet erg haar best om een goed voorbeeld te zijn voor haar vriendinnen en familieleden. Haar geloof geeft haar de kracht die ze nodig heeft om op koers te blijven. Ze zegt: ‘De ervaring van de pioniers betekent veel voor me omdat ze het voor mij gedaan hebben. Het is mijn geschiedenis.’
Handkargeschiedenis
Hier is wat achtergrondinformatie over de handkarpioniers:
-
President Brigham Young gaf de heiligen der laatste dagen opdracht om met een handkar naar Zion te reizen omdat het minder duur was dan met een huifkar en zo er veel meer heiligen de tocht konden ondernemen.
-
In totaal waren er van 1856 tot en met 1860 tien handkarcompagnies.
-
De heiligen reisden per spoor naar Iowa City, in Iowa. Na bevoorrading verlieten zeven van de tien handkarcompagnies Iowa City. De andere vertrokken uit Florence (Nebraska).
-
De meeste handkarpioniers waren Europese emigranten. Ze kwamen uit Engeland, Wales, Schotland, Denemarken, Zweden, Noorwegen, Zwitserland en Italië.
-
Behalve de compagnies van Willie en Martin (die laat in het seizoen vertrokken en in vroege sneeuwstormen terechtkwamen) hadden de handkarcompagnies onderweg relatief weinig doden te betreuren.
-
Hoewel de handkarpioniers ontbering doorstonden, bleven de meesten standvastig in hun geloof. Priscilla M. Evans uit de compagnie van Bunker schrijft: ‘De mensen maakten ons belachelijk als we voorbijkwamen met onze karren, maar het weer was goed en de wegen waren prima. En hoewel ik ziek was en we ’s avonds erg moe waren, vond ik het toch een heerlijke manier om naar Zion te gaan.’
Ontleend aan LeRoy R. Hafen en Ann W. Hafen, Handcarts to Zion (1960).