2007
Haal de kinderen uit het water!
Juli 2007


Haal de kinderen uit het water!

Het was een fijne dag in juni van 2003. Ik reed met mijn vijf kinderen van ons huis in Logan (Utah) naar Bear Lake om mijn zus en haar gezin te bezoeken. Hun woning ligt maar een paar minuten lopen van het water af en na een kort praatje besloot ik met mijn kinderen en hun nichtjes, Kami en Erin, op het strand te gaan spelen.

Het water langs de oever was warm en ik zat in een zacht briesje ontspannen te lezen. Ik keek uit over het meer en zag dat Kami ongeveer vijftig meter van de kant af op een schuimmatras dreef. Omdat het meer niet ver uit de oever erg diep wordt, wuifde ik naar haar en riep dat ze dichterbij moest komen, maar ze kon mij op die afstand niet horen.

Ik begon me al snel wat ongemakkelijk te voelen en hoorde de influistering van de Geest dat de kinderen het water uit moesten. Ik riep dat ze dichter bij de oever moesten komen en ze kwamen met tegenzin op mij af. Ik keek om naar de bergen achter ons en zag dat zich daar donkere wolken samentrokken. Er flitste een fel bliksemlicht door de lucht.

‘Kom uit het water’, schreeuwde ik. ‘Er komt onweer!’ Ik rende op Kami af, die nu wel zeventig meter van de oever af was. Op dat moment trof een windvlaag ons. Mijn achtjarige zoontje, Dallin, probeerde een andere schuimmatras uit het water te halen, maar de wind pakte het als een zeil op en smeet hem op de grond.

Ik probeerde zo snel ik kon bij Kami te komen, maar de wind dreef haar verder het water op. Ik ben geen sterke zwemmer en met steeds grotere golven om mij heen, bleef ik doorwaden. Ik zag dat ze zo hard ze kon met haar voeten schopte terwijl ze over de zijkant van de matras leunde, maar daarmee kon ze nauwelijks tegen de wind op. Ze werd toch verder naar het open water geblazen.

Terwijl ik verder waadde, werd het water steeds dieper. Uiteindelijk bereikte het mijn schouders. Vervolgens kwam ik met mijn voeten bij punt waar de bodem van het meer sterk daalde. Ik moest stoppen, maar was nog bijna twintig meter van Kami verwijderd. Ik deed mijn mond open om haar te roepen, maar tot mijn afschuw kwam er geen geluid uit. Toen er uiteindelijk wél geluid uitkwam, was het niet meer dan wat verstikte geluiden. Op dat moment besefte ik hoe koud het water op deze afstand was. Ik zag in dat ik onderkoeld begon te raken. Ik zou de kant ook niet meer halen. We zouden allebei verdrinken.

Op dat moment gebruikte ik alle kracht die nog in me was om naar Kami te roepen, zodat mijn woorden zou horen en zou weten dat ik aan het bidden was. ‘Hemelse Vader, geef ons alstublieft de kracht om dit te doen.’ Plotseling werd mijn lichaam overspoeld door warmte en kreeg ik weer energie. Mijn stem werd helder en sterk. Ik riep: ‘Kami, peddel met je handen!’ Haar kleine tienjarige armpjes peddelden als een hondje in het water voor de matras. Ze was nauwelijks sterk genoeg om iets te beginnen tegen de verschrikkelijke wind, maar het leek wel of er een enorme hand achter haar was die haar voorzichtig in de richting van mijn uitgestrekte hand dreef. Ik bleef haar aanmoedigen totdat onze vingers elkaar raakten. En op dat moment wist ik dat we het zouden halen, omdat onze hemelse Vader haar naar mij had gebracht.

Op de oever was Dallin aan het huilen, keihard gegeseld door wind en zand. Ik had al mijn kracht nodig om met hem, de andere kinderen, de matrassen en speeltjes in de auto te komen. In de verte loeide een sirene luid, ten teken dat de bliksem in de heuvels brand had gesticht. Het leek iets toe te voegen aan de dramatiek van het moment, maar wij wisten dat wij behouden waren door goddelijke tussenkomst.

Ik vertelde de kinderen wat er op het water gebeurd was en zodra we het huis hadden bereikt, dankten we de Heer in gebed dat Hij ons leven had gered. En daarbij voelden we de overweldigende liefde van onze Vader in de hemel. Ik weet dat Hij op zijn kinderen let en ben erg dankbaar dat Hij die dag met ons was.