Het is genoeg
‘Ons gezin kan altijd zo blijven door Vaders mooie plan’ (lofzang 204).
Gebaseerd op een waar gebeurd verhaal
Carlito veegde de tranen uit zijn ogen. Zijn moeder was al maanden ziek. Papa had haar uiteindelijk overtuigd dat ze naar de stad moest, heel ver van hun dorpje in Chili, om naar een dokter te gaan. Na allerlei onderzoeken zei de dokter dat Carlitos mama kanker had.
Mama wilde geen medelijden met zichzelf hebben. ‘Ik heb nog veel te doen’, zei ze.
Op een dag kwamen er twee jonge noordamerikanen aan de deur van hun huisje. ‘Wij zijn van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen’, zei er een in gebrekkig Spaans.
Mama luisterde aandachtig en stelde af en toe een vraag. Ze nam de boodschap van de jonge mannen meteen aan. ‘Het is de waarheid’, zei ze.
Ondanks de ziekte, waardoor ze veel pijn had, was mama vastbesloten om zich te laten dopen en bevestigen.
Op zaterdagochtend reisde de familie naar het kerkje waar ouderling Metzer haar doopte. Ze bibberde toen ze uit de doopvont stapte.
‘Mama, je hebt het koud’, zei Carlito en sloeg zijn armen om haar middel. ‘Je moet naar huis om op te warmen.’
Mama schudde haar hoofd. ‘Ik ben nog niet klaar. Ik blijf tot ik bevestigd ben. Hoe kan ik het nou koud hebben als het evangelie mij verwarmt?’ Ze werd bevestigd als lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.
Maar mama was nog niet tevreden. Ze was vastbesloten dat papa en Carlito ook het herstelde evangelie moesten horen, net als zij. ‘Als je bidt, kom je te weten dat het waar is wat de zendelingen vertellen’, zei ze tegen hen.
De zendelingen leerden hen het evangelie van Jezus Christus. Papa moest zijn sigaretten opgeven. Carlito luisterde naar de lessen van de zendelingen en voelde zich fijn van binnen. Hij begon te begrijpen wat de warmte was waar mama het over had.
Binnen een maand was papa opgehouden met roken. Kort daarna werden papa en Carlito gedoopt en bevestigd. Enkele weken later kreeg papa het Aäronisch priesterschap. Carlito zou nog drie jaar moeten wachten voordat hij het priesterschap kon krijgen.
Mama was erg zwak, maar het lukte haar altijd om naar de kerk te gaan en om andere zieke mensen in het dorp te bezoeken.
‘Wij zijn lid van Gods kerk, maar dat is niet genoeg’, zei mama op een avond tegen papa en Carlito.
‘Wat moeten we nu doen?’ vroeg Carlito. Hij leerde graag het evangelie en wilde het zo goed mogelijk naleven.
‘We moeten ons in de tempel laten verzegelen’, zei mama.
De tempel in Santiago was het dichtst bij. Maar ze hadden niet genoeg geld voor de reis. Al het geld dat papa bijverdiende werd gebruikt om medicijnen voor mama te kopen.
En dus begon mama een tempelpotje. Ze zette het bij de deur. Er kwamen steeds meer munten in, totdat de familie op een dag genoeg geld had voor de reis. In de tempel lieten ze zich voor tijd en eeuwigheid aan elkaar verzegelen.
Mama straalde van geluk. ‘Het is genoeg’, zei ze.
‘Ik weet dat de aarde is geschapen en dat de kerk van de Heer is hersteld zodat gezinnen verzegeld en verhoogd kunnen worden.’
Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen, ‘Uw huwelijk koesteren’, Liahona, mei 2006, p. 36.