Participatieperiode
Gezinsgeloof
‘De kans op een gelukkig gezinsleven is het grootst als de leringen van de Heer Jezus Christus eraan ten grondslag liggen.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, De Ster, januari 2004, p. 49.)
Toen er zendelingen kwamen in het plaatsje in het Engelse Lancashire waar William Jarvis woonde, probeerden enkele mensen te verhinderen dat zij zouden prediken. Maar ze deden het tóch en William en zijn vrouw, Jane, werden lid van de kerk.
Het gezin van William reisde in 1859 van Engeland naar Amerika. Na dertien weken op een boot en veel treinreizen voegden ze zich bij andere immigranten in de handkargroep van George Rowley. William trok een handkar over een afstand van meer dan zestienhonderd kilometer.
Jane werd ziek en stierf. De groep moest dringend op zoek naar eten, dus bleef William achter om zijn vrouw te begraven. Twee Zweedse bekeerlingen bleven om hem te helpen.
Toen ze de reis hervatten, zagen ze enkele indianen op hen af rijden. William maakte zich zorgen. Stel je eens voor hoe opgelucht hij was toen de indianen vriendelijk waren. Ze lachten om de karren waar de mannen zich aan vastgebonden hadden. De indianen spanden zichzelf in en trokken de karren tot ze de groep hadden ingehaald! Williams’ kleinzoon schreef later: ‘Er is beslist nooit een vriendelijke daad meer gewaardeerd.’ (Zie Jeston Jarvis, A Short Sketch of the Life of William Jarvis.)
In juli vieren we de aankomst van de pioniers in de Salt Lake Valley. De pioniers toonden groot geloof. William Jarvis had geloof. Hij was een voorbeeld voor zijn familie. Jullie hebben ook voorbeelden van geloof in je familie en je kunt zelf een voorbeeld van geloof zijn. Volgt je familie Christus in geloof, dan worden jullie gezegend.
Activiteit
Haal pagina K4 uit de Liahona en knip de bladeren uit. Knip de boom uit en plak die op stevig papier. Zet op elk blad de naam van een familielid. (Je kunt eventueel bladeren omtrekken en extra bladeren uitknippen.) Plak de bladeren op je familieboom. Je kunt de familieleden van je vaders zijde aan de ene kant van de boom plakken en de familieleden van je moeders zijde aan de andere kant. Plak je eigen blad op de boomstam, want jij hoort bij allebei de zijden van de familie!
Ideeën voor de participatieperiode
-
1. Speel een spel ‘Wie zijn wij?’ Laat enkele kinderen families uit de Schriften spelen, zoals die van Adam en Eva, Lehi en Saria of Jozef en Maria. Help ze met het beantwoorden van ja/nee-vragen over hun familie. Een kind kan bijvoorbeeld vragen: ‘Staat jullie familie in het Boek van Mormon?’ Als elke familie geïdentificeerd is, vertel er dan wat over en laat zien waar we ze in de Schriften vinden. Vraag de kinderen om één goede eigenschap van de familie te bedenken die zij ook in hun eigen familie zouden willen hebben. Bijvoorbeeld: ‘Ik zou willen dat mijn familie Gods wil volgde zoals de familie van Lehi en Saria.’ Lees de volgende zin uit de zevende alinea van ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ voor: ‘De kans op een gelukkig gezinsleven is het grootst als de leringen van de Heer Jezus Christus eraan ten grondslag liggen.’ Getuig hoe belangrijk het is om een rechtschapen familie te hebben.
-
2. Vraag enkele weken voorafgaand aan deze participatieperiode enkele oudere kinderen zich voor te bereiden om te vertellen over het eerste lid van hun familie dat bij de kerk kwam. Kies zo mogelijk kinderen uit zowel families die al enkele generaties lid zijn als families die nog maar kort lid zijn. (Of vertel verhalen over kerkleiders zoals Brigham Young en Parley P. Pratt uit les 13 van het lesboek Jeugdwerk 5.) Stel een lijst op van eigenschappen die mensen 150 jaar geleden moesten hebben om lid van de kerk te worden. Stel ook een lijst op van eigenschappen die mensen nu moeten hebben om lid van de kerk te worden. Wijs op de overeenkomsten. Getuig van de zegeningen die een familie door het evangelie ontvangt.