Vertel eens
De bijenkorfmeisjes uit de wijk Iowa City 1 waren te jong om deel te nemen aan de handkartrek voor jongeren, maar ze waren vastbesloten om toch mee te doen aan de herdenking van de handkarpioniers. Op aanbeveling van een van hun leidsters gaven ze zich op als vrijwillige verhalenvertellers op het handkarfestival.
De meisjes besloten om de ervaring te laten meetellen als een project van hun Persoonlijke vooruitgang. Elk meisje naaide haar muts van het authentiek pionierskostuum voor het festival zelf. Ze waren uren bezig om het gekozen verhaal uit het hoofd te leren — het verhaal van Fanny Fry, die in 1859 met de handkarcompagnie van George Rowley meereisde.
Fanny raakte van haar familie gescheiden en had de nodige ontberingen te verduren bij het oversteken van de vlakten. Op een dag viel ze flauw en werd overreden door haar eigen handkar. De zusters dachten dat ze dood was en begonnen haar op haar begrafenis voor te bereiden. De bijenkorfmeisjes vertellen met veel plezier hoe verbaasd die beste zusters waren toen Fanny haar ogen opendeed. Ondanks haar verwondingen zette Fanny door en ze werd later herenigd met haar zus.
‘Ik vind dat Fanny erg moedig was om zonder haar familie toch te overleven’, zeg Summer Burch. ‘Ze was taai.’
‘Ik bewonder haar omdat ze zich altijd kranig gehouden heeft, ook als er dingen fout gingen’, zegt Allison Engle.
Op de ochtend van het festival gaven Summer en Allison met hun medebijenkorfmeisjes, Miranda Decker, Kendra Dawson, Lyssa Abel en Jenna Abel, blijk van de eigenschappen die zo in Fanny Fry bewonderden. Het was een koude, winderige, regenachtige dag. Maar ze trotseerden de kou met een bereidwillig hart en een opgewekte glimlach. Ieder meisje was op haar post, in pionierskostuum gekleed en klaar om Fanny’s verhaal te vertellen aan ieder die het horen wilde.