2008
Iedere zuster is een geliefde dochter van hemelse Ouders en heeft een goddelijke bestemming
Augustus 2008


Huisbezoekboodschap

Iedere zuster is een geliefde dochter van hemelse Ouders en heeft een goddelijke bestemming

Behandel de schriftteksten en leringen die tegemoet komen aan de behoeften van de zusters die u bezoekt. Geef uw getuigenis van de leerstelling. Vraag de zusters die u onderwijst om te vertellen wat ze ervan vinden en wat ze geleerd hebben.

Wat houdt het in een geliefde dochter van hemelse Ouders te zijn?

Julie B. Beck, algemeen ZHV- presidente: ‘Jullie [zijn] letterlijke geestdochters van God (…), “kinderen van verhoogde ouders” met een goddelijke aard en een eeuwige bestemming. In de geestenwereld hebben jullie de eerste lessen van je hemelse Ouders ontvangen. Jullie zijn naar de aarde gekomen om jezelf te “bewijzen”. (…)

‘Jullie zijn waardevolle kinderen der belofte. Als je de richtlijnen en geboden van de Heer naleeft en naar zijn stem luistert, heeft Hij beloofd dat Hij je boven alle volken zal verheffen tot een lof, een naam en een sieraad’ (‘Jullie zijn van edele afkomst’, Liahona, mei 2006, pp. 106, 108).

President James E. Faust (1920–2007), tweede raadgever in het Eerste Presidium: ‘De overtuiging dat u een dochter van God bent, voegt troost toe aan uw gevoel van eigenwaarde. Het houdt in dat u kracht kunt vinden in de balsem van Christus. Het zal ertoe bijdragen dat u verdriet en moeilijkheden vol geloof en gemoedsrust tegemoet kunt treden.’ (‘Wat het inhoudt een dochter van God te zijn’, Liahona, januari 2000, p. 123.).

President Lorenzo Snow (1814–1901): ‘Wij geloven dat we kinderen zijn van onze Vader in de hemel, en dat we in onze geestelijke hoedanigheid over dezelfde capaciteiten, machten en vermogens beschikken waarover onze Vader beschikt, zij het in een onontwikkelde staat, die een bepaalde vuurproef moeten ondergaan waardoor ze tot bloei en ontwikkeling zullen komen volgens de aandacht die we schenken aan de beginselen die we hebben ontvangen’ (‘Discourse’, Deseret News, 24 januari 1872, p. 597).

Hoe kan ik mijn goddelijke bestemming begrijpen en bereiken?

President Spencer W. Kimball (1895–1985): ‘U dient allemaal de waarheden van het evangelie tot u te nemen die te maken hebben met de eeuwige aard van uw eigen identiteit en unieke persoonlijkheid. U dient steeds meer de volmaakte liefde van onze Vader in de hemel te voelen en te begrijpen dat Hij u als persoon waardeert. Denk over deze grote waarheden na, vooral op momenten dat u (in de stilte van de zorgen die u als mens kunt ervaren) zich anders zou verbazen en in de war zou zijn.’ (Leringen van kerkpresidenten: Spencer W. Kimball [2006], p. 222.).

Romeinen 8:16–17: ‘Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.’

Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen: ‘We behoren in onze eigen omgeving scheppers te zijn — bouwers van een persoonlijk geloof in God, geloof in de Heer Jezus Christus en geloof in zijn kerk. We behoren een gezin te stichten en in de heilige tempel verzegeld te worden. We behoren de kerk en het koninkrijk van God op aarde op te bouwen. We behoren ons op onze eigen goddelijke toekomst voor te bereiden — heerlijkheid, onsterfelijkheid en het eeuwige leven. Door uw getrouwheid kunt u deze hemelse zegeningen ontvangen.’ (Zie ‘De schepping’, Liahona, juli 2000, pp. 104–105.).