2008
Tempelzegeningen in een gezin met niet-leden
December 2008


Tempelzegeningen in een gezin met niet-leden

In de tempel ben ik tot inzichten gekomen die de relatie met mijn man, die geen lid van de kerk was, en met mijn kinderen heeft verbeterd.

In juni 1986 reed ik mijn moeder naar de Cardstontempel (Canada), zodat ze haar begiftiging kon ontvangen. Ik had mijn begiftiging al ontvangen, maar mijn man, een niet-lid, en ik woonden in een afgelegen deel van Britisch Columbia en ik had mijn aanbeveling laten verlopen. Daarom kon ik met mijn moeder naar de ontvangstbalie lopen, maar verder kon ik haar niet begeleiden. Ik ging naar buiten, leunde tegen de tempelmuur en huilde.

Na die ervaring nam ik mij voor om altijd de tempel binnen te kunnen gaan. Mijn man steunde mij in die beslissing en spoedig daarna bezocht ik de tempel zo vaak als ik kon. Daar leerde ik beginselen die diepe betekenis aannamen in mijn persoonlijke leven en in de relaties met mijn familie en vrienden.

Veranderingen in mijn leven

Ten eerste merkte ik dat ik meer geduld kreeg. Ik probeerde al jaren om minder opvliegend te zijn, maar zonder veel succes. Maar toen ik in de tempel meer inzicht kreeg in mijn relatie tot mijn hemelse Vader en tot andere mensen, veranderde mijn houding. Het begon tot mij door te dringen dat mijn familie en vrienden mensen waren die ik had gekend voordat ik op aarde kwam. Zij waren niet in mijn leven gekomen om mij tegen te werken of te ergeren, maar om met mij door het leven te gaan en gezamenlijk bepaalde levenslessen te leren. Ik kreeg meer begrip voor wat zij mij probeerden te leren. Ook werd ik geduldiger, omdat ik accepteerde dat zij zich op hun eigen tempo ontwikkelden. Ook besefte ik dat het leven niet een strijdtoneel is waarin ik anderen leer hoe ze volmaakt kunnen worden, zodat ik gelukkig kan zijn; het is een blijde reis naar volmaking met de mensen van wie ik hou.

De tweede verandering was mijn houding jegens mijn echtgenoot. Vóór ons huwelijk had ik mij voorgenomen hem als het gezinshoofd te beschouwen en onze relatie boven alles voorrang te geven. Ondanks mijn voornemen had ik soms moeite met zijn beslissingen en liet ik soms toe dat zijn gewoonten hun weerslag hadden op mijn geluk. In de tempel leerde ik dat wij het samen in ons hadden om een volmaakt eeuwig paar te worden. Vanuit mijn nieuwe gezichtspunt zag ik dat als we samenwerkten, we compleet waren. Onze zwaktes en sterktes, interesses en talenten vulden elkaar zo goed aan dat we als team sterker waren dan apart.

Toen ik de eigenaardigheden van mijn man leerde accepteren, werd ik minder kritisch en stelde ik mij open voor meer samenwerking en teamwerk in ons huwelijk. Ik ontwikkelde mij veel sneller dan ik gedacht had tot de persoon die ik graag wilde zijn. Toen mijn man in de gaten kreeg dat ik meer meewerkte, werd hij bovendien liever voor mij.

De derde verandering was dat ik het geloof kreeg dat ik mijn vier volwassen kinderen de vrijheid kon geven om zo te leven als ze wilden zonder dat ik mij verantwoordelijk voelde voor hun wijze van leven. Sommigen waren minderactief in de kerk, maar ik wilde hun toch het goede voorbeeld geven zonder hun keuzevrijheid te schenden. Toen ik een keer in de tempel was, legde ik hun namen op de gebedsrol en bad lang en oprecht voor hen. Ik ontving een diep vredig gevoel dat alles goed zou komen met hen.

Toen ik later nadacht over die ervaring besefte ik dat onze hemelse Vader zelfs meer van hen houdt dan ik, omdat Hij ze beter begrijpt. Hij wil ze zegenen en ze bij Hem terug hebben. Daarom zal Hij ze de nodige leermomenten geven. Als ik mij nu zorgen begin te maken, denk ik aan die ervaring en doe ik wat ik kan, in het besef dat de Heer de rest zal doen.

De vierde verandering in mijn leven kwam, doordat er een algeheel gevoel van vrede over mij is gekomen, dat deels voortvloeide uit een beter eeuwig perspectief dat ik tijdens mijn tempelbezoeken kreeg. Ik ben er zeker van dat de Heer de touwtjes in handen heeft, dat er genoeg bronnen op deze aarde zijn om goed te kunnen leven, dat er oases van deugd in deze woestijn van kwaad zullen zijn. Ik vind niet meer dat ik er alleen voor sta. De Heilige Geest is mijn metgezel en ik kan de hele dag in gebed met mijn hemelse Vader praten. Vroeger brak ik mij het hoofd over beslissingen, nu let ik op de ingevingen van de Geest en handel daarnaar bij mijn keuzes. En aangezien ik niet meer vind dat anderen moeten leven zoals ik dat wil, heb ik meer tijd en energie om mijn eigen behoudenis te bewerken (zie Mormon 9:27).

Dit nieuwe perspectief heeft een zware last van mijn schouders gelicht. De Heer meende het toen hij zei:

‘Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen;

‘want mijn juk is zacht en mijn last is licht’ (Matteüs 11:29–30).

Zegeningen voor het gezin

Ook al zou de enige zegen die van gemoedsrust, zekerheid en geduld zijn, ook dan al is geregeld tempelbezoek voor mij van wezenlijk belang. Maar er zijn andere ervaringen — vele andere — die mij en mijn familie tot zegen zijn geweest.

  • Ik ben aan mijn familiegeschiedenis gaan werken en heb vele heerlijke ervaringen gehad met familieleden van zowel deze als van de andere zijde.

  • In november 1993 trouwde onze tweede dochter in de tempel, waarbij ik aanwezig was.

  • In mei 2006, na 37 jaar huwelijk, werd mijn man lid van de kerk. In augustus 2007 werden hij en ik verzegeld, waarna onze tweede dochter aan ons is verzegeld. Onze oudste dochter, die in november 2006 aan haar man en dochter was verzegeld, is in augustus 2008 aan ons verzegeld.

Ik ben eeuwig dankbaar voor mijn moeder die ons voor is gegaan in de wateren van de doop en die mij er later toe bracht om mijn tempelaanbeveling te hernieuwen. Door haar voorbeeld te volgen, kreeg ik vele zegeningen, die hun weerslag hebben gehad op anderen in onze familie.

In de tempel leerde ik dat mijn man en ik het in ons hadden om een volmaakt eeuwig paar te worden. Vanuit mijn nieuwe gezichtspunt zag ik dat we als team sterker waren dan apart.

Foto-illustraties Craig Dimond; foto van Cardstontempel (Canada) Jed A. Clark