2008
De beste Kerstmis ooit
December 2008


Boodschap van het Eerste Presidium

De beste Kerstmis ooit

In deze tijd van het jaar vult de lucht zich met kerstmuziek. Ik denk vaak aan thuis en voorbije kerstdagen terwijl ik luister naar mijn lievelingskerstliederen, zoals:

Met de kerst kun je nergens beter

zijn dan thuis, want waar

je ook naar uitzwerft

Om op ontelbare manieren blij te zijn

met de kerst, kun je nergens beter

zijn dan thuis, lieflijk thuis.1

Er staat geschreven: ‘De kerst is als een haven van herbronning. Met zijn sfeer van mystiek en betovering lijkt de kerst zich te onttrekken aan de tijd. Alles wat dierbaar is, alles wat blijvend is, wordt vernieuwd: we zijn weer thuis.’2

President David O. McKay (1873–1970) heeft gezegd: ‘Waar geluk krijgt men alleen als men anderen gelukkig maakt — de praktische toepassing van de leer van de Heiland: je leven te verliezen om het te vinden. Kortom, de geest van Kerstmis is de geest van Christus, die ons hart laat opzwellen in broederlijke liefde en vriendschap en ons aanspoort tot dienstbetoon.

‘Het is de geest van het evangelie van Jezus Christus, die als we er gehoor aan geven, zal leiden tot vrede op aarde, omdat het in alle mensen een welbehagen inhoudt.’3

Geven, niet krijgen, brengt het ware kerstgevoel tot leven. We vergeven onze vijanden, denken aan onze vrienden en gehoorzamen God. Het kerstgevoel werpt zijn licht op het venster van onze ziel, we gaan naar de drukke wereld om ons heen kijken en gaan meer geven om mensen dan om bezittingen. Om de ware ‘geest van Kerstmis’ te proeven, hoeven we alleen maar het laatste woord te veranderen en krijgen we de ‘Geest van Christus’.

Hem indachtig zijn

Als we de geest van Kerstmis ervaren, denken we aan Hem wiens geboorte we in deze tijd van het jaar gedenken. Dan denken we aan die eerste kerstdag, die door de profeten vanouds was voorspeld. Dan denken we aan de woorden van Jesaja: ‘Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal hem de naam Immanuël geven’4 — dat ‘God met ons’ betekent.

In Amerika spraken de profeten: ‘De tijd komt en is niet veraf, dat de almachtige Heer (…) met macht in een tabernakel van leem zal wonen. (…) Hij zal verzoekingen ondergaan, en lichamelijke pijn (…). En Hij zal Jezus Christus heten, de Zoon van God.’5

Toen kwam die glorierijke nacht, toen de herders in het veld werden bezocht door de engel van de Heer, die de geboorte van de Heiland aankondigde. Later reisden wijzen uit het Oosten naar Jeruzalem, ‘en vroegen: Waar is de Koning der Joden, die geboren is? Want wij hebben zijn ster in het Oosten gezien en wij zijn gekomen om Hem hulde te bewijzen. (…)

‘Toen zij de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde.

‘En zij gingen het huis binnen en zagen het kind met Maria, zijn moeder, en zij vielen neder en bewezen hem hulde. En zij ontsloten hun kostbaarheden en boden hem geschenken aan: goud en wierook en mirre.’6

De tijden veranderen, de jaren vliegen voorbij, maar Kerstmis blijft heilig. In deze geweldige bedeling van de volheid der tijden hebben we onbeperkte kansen om onszelf weg te cijferen, maar het zijn wel kansen die voorbijgaan. We kunnen harten blij maken. We kunnen vriendelijke woorden spreken. We kunnen geschenken geven. We kunnen goede daden verrichten. En we kunnen zielen redden.

Een kerstgeschenk

In het begin van de jaren dertig in de vorige eeuw gaven Margaret Kisilevich en haar zus Nellie een kerstcadeau aan hun buren, het gezin Kozicki, dat hun hun hele leven is bijgebleven en voor wie dat een inspiratie in hun gezinnen is geworden.

Margaret woonde toen in Two Hills, Alberta (Canada) — een boerendorp met voornamelijk immigranten uit de Oekraïne en Polen. Zij hadden over het algemeen grote gezinnen en waren erg arm. Het was in de tijd van de grote economische crisis.

Margaret kwam uit een gezin met vijftien kinderen. Margarets moeder was ijverig en haar vader was ondernemend — en met vijftien kinderen hadden ze genoeg arbeidskrachten thuis. En daarom was het thuis altijd warm en hadden ze ondanks hun povere omstandigheden nooit honger. In de zomer hadden ze een grote moestuin. Ze maakten zuurkool, kwark, zure room en augurken. Ze hadden ook kippen, varkens en koeien. Ze bezaten weinig geld, maar deze goederen konden ze ruilen voor spullen die ze niet zelf produceerden.

Margarets moeder had vriendinnen met wie ze samen was geëmigreerd. Die vriendinnen hadden een winkel, die diende als magazijn voor mensen in de buurt waar ze overtollige tweedehandskleding en schoenen naartoe brachten of omruilden. Veel van die gebruikte spullen werden aan Margarets familie gegeven.

De winters in Alberta waren lang en koud. Tijdens zo’n bijzonder lange, koude winter merkten Margaret en haar zus Nellie de armoede van hun buren, de familie Kozicki, op die een paar kilometer verderop een boerderij hadden. Als vader Kozicki zijn kinderen met een eigengemaakte slee naar school bracht, ging hij altijd de school in om zich bij de kachel op te warmen, voordat hij terug naar huis ging. Hun schoeisel bestond uit lappen en jutezakken, die in stroken waren geknipt en om hun benen en voeten gewikkeld, vol met stro en met paktouw vastgebonden.

Margaret en Nellie besloten dat ze de familie Kozicki via de kinderen voor hun kerstdiner zouden uitnodigen. Ze besloten ook dat ze niemand iets over de uitnodiging zouden vertellen.

Kerstochtend brak aan en iedereen in het gezin was druk bezig met de voorbereidingen op het middagmaal. Het enorme stuk varkensgebraad was al de vorige avond in de oven gezet. De gestoofde groenten, donuts, broodjes en limonade waren al eerder klaargemaakt. Het menu werd afgerond met zuurkool, augurken en verse groenten. Margaret en Nellie waren verantwoordelijk voor de verse groenten, en hun moeder bleef maar vragen waarom ze zoveel aardappelen, wortels en bietjes klaarmaakten. Maar ze bleven schillen.

Hun vader zag als eerste het span paarden en de slee met dertien mensen op het huis afkomen. Hij hield veel van paarden en kon een span al van verre herkennen. Hij vroeg aan zijn vrouw: ‘Waarom komt de familie Kozicki hiernaartoe?’ Haar antwoord luidde: ‘Ik weet het niet.’

Zij arriveerden en Margarets vader hielp meneer Kozicki de paarden op stal zetten. Mevrouw Kozicki sloeg haar armen om Margarets moeder heen en bedankte haar voor de uitnodiging. Toen ging iedereen het huis in en kon het kerstfeest beginnen.

De volwassenen aten eerst, en toen de borden en het bestek waren afgewassen, aten de kinderen om de beurt in groepjes. Het was een geweldige maaltijd, die alleen maar beter was omdat die met anderen gedeeld werd. Toen iedereen had gegeten, zongen ze samen kerstliederen, waarna de volwassenen gingen zitten praten.

Naastenliefde in actie

Margaret en Nellie namen de kinderen mee naar de slaapkamer en haalden onder het bed allemaal dozen met gebruikte kleding vandaan die ze van de vriendinnen van hun moeder hadden gekregen. Het was een hemelse warboel, met een modeshow waarbij alle kinderen mochten uitkiezen wat ze wilden dragen. Ze maakten zo’n lawaai dat Margarets vader kwam kijken wat er aan de hand was. Toen hij zag hoeveel plezier ze hadden en hoe blij de kinderen van de familie Kozicki met hun ‘nieuwe’ kleren waren, glimlachte hij en zei: ‘Speel maar verder.’

Later in de middag, voordat het te koud en donker werd, nam Margarets familie afscheid van hun vrienden, die gevoed, gekleed en geschoeid vertrokken.

Margaret en Nellie hebben nooit iemand over hun uitnodiging aan de familie Kozicki verteld, en het is een geheim gebleven tot de 77ste kerst van Margaret Kisilevich Wright, in 1998, toen ze er voor het eerst met haar familie over sprak. Ze zei dat het haar beste Kerstmis ooit was geweest.

Als wij de beste Kerstmis ooit willen ervaren, moeten we naar het geluid van de tred van sandalen luisteren. En moeten we de hand van de Timmerman vastpakken. Iedere stap die wij in zijn voetsporen zetten, laten we wat twijfel achter ons en vergaren we meer wijsheid.

Van Jezus van Nazaret werd gezegd dat Hij toenam ‘in wijsheid en grootte en genade bij God en mensen.’7 Zijn wij vastbesloten om dat ook te doen? In de heilige Schrift staat een eerbetoon aan onze Heer en Heiland, van wie werd gezegd: ‘Hij is rondgegaan, weldoende (…) want God was met hem.’8

Het is mijn gebed dat wij in deze kersttijd en alle die nog gaan komen in zijn voetsporen zullen treden. Dan zal ieder Kerstmis de beste Kerstmis ooit zijn.

Antonio Correggio, Het Kerstkind, © Superstock, kopiëren niet toegestaan

Margaret en Nellie haalden onder het bed allemaal dozen met gebruikte kleding vandaan, die ze van de vriendinnen van hun moeder hadden gekregen. Het was een hemelse warboel, waarbij alle kinderen mochten uitkiezen wat ze wilden dragen.

Illustraties Daniel Lewis; rechts: Harry Anderson, De wijzen uit het Oosten, © Kerkgenootschap der Zevende-dags Adventisten, kopiëren niet toegestaan; foto Busath Photography

Afdrukken