2010
Fiji: De vruchten van geloof
April 2010


Fiji De vruchten van geloof

Een gezin ontdekt waarheid, een ander gezin groeit in liefde, en een jonge vrouw vertrouwt op haar geloof.

Fiji werd eens beschouwd als een idyllisch toevluchtsoord ver weg van de wereld — een plek waar men de problemen van een jachtige, verstedelijkte levensstijl kon ontvluchten. Dat is echter verleden tijd. Het vliegtuig, de satelliet en de wereldhandel hebben nu het moderne leven met al zijn problemen die elders in de wereld worden gevonden op Fiji geïntroduceerd. De leden van de kerk op Fiji gaan op dezelfde manier met die problemen om als de kerkleden in andere delen van de wereld doen: stipte gehoorzaamheid aan de beginselen van het evangelie.

Drie voorbeelden op Fiji geven aan hoe die beginselen het leven van leden vorm geven.

Familie Kumar

George Kumar keek uit naar een manier van leven waarmee hij een productief, moreel leven voor zijn oudste zoon Ryan kon waarborgen. De familie Kumar vond zoveel meer: eeuwige evangeliewaarheden die hen allemaal een nieuwe, gelukkiger manier van leven brachten.

Het evangelie schonk het gezin nieuwe levenskracht, zegt broeder Kumar. ‘We brengen meer tijd met elkaar door — tijd voor elkaar, met meer aandacht voor de onderlinge band.’ Zij bidden dagelijks als gezin, en de wekelijkse gezinsavond is ‘vaste prik’, zegt Ryan.

Het was Ryan die de weg naar de kerk baande.

Toen Ryan midden in zijn tienertijd zat, maakte George Kumar zich zorgen over het pad dat zijn zoon in zijn leven insloeg. Bezorgd dat Ryan en zijn vrienden hun tijd niet productief gebruikten, vond George een manier om zijn zoon te laten omgaan met jonge mensen die zich anders gedroegen. George hoorde van een neef die werkzaam is op de school van de kerk in Suva dat Ryan voor inschrijving in aanmerking kwam. (Deze kerkschool verzorgt middelbaar onderwijs.)

Toen hij op de kerkschool was begonnen, begon Ryans gedrag te verbeteren. ‘Dat kwam door het voorbeeld van de andere scholieren’, zegt hij. Daarvoor had hij met zijn vrienden veel tijd besteed aan nutteloze zaken. Maar toen hij het verschil in de scholieren op de kerkschool zag ‘verloor ik elk verlangen om die dingen te doen’, legt hij uit.

Ryan kreeg een getuigenis van het evangelie, en zijn ouders waren zo blij met de veranderingen in zijn leven dat ze direct toestemden toen hij vroeg of zich mocht laten dopen en bevestigen. Ryan zei zijn oude groep vrienden vaarwel. Hij had nieuwe gevonden.

Toen hij echter zijn ouders vroeg of zij naar de zendelingen wilden luisteren, ‘aarzelden we’, herinnert George zich. Maar ze konden ook niet ontkennen dat het evangelie Ryan ten goede had veranderd en dat de kerk een goede invloed had. De verandering in Ryans gedrag was zo radicaal dat hij in zijn derde en laatste jaar op de kerkschool gekozen werd tot hoofdmonitor, een eer die meestal alleen ten deel valt aan een scholier die alle klassen van de school heeft doorlopen.

Sommige veranderingen in Ryans gedrag kwamen zijn ouders aanvankelijk vreemd voor. Waarom lukte het hen bijvoorbeeld niet om hem op de eerste zondag van de maand iets te laten eten? Maar toen Ryan het doel van vasten uitlegde, begrepen zijn ouders dat de veranderingen in zijn leven dieper gingen dan ze zich hadden gerealiseerd.

Het was Ryans jongere broer, Michael, ook niet ontgaan dat zijn broer veranderd was. Hij luisterde naar het evangelie. ‘Ryan begon naar kerkactiviteiten te gaan, en wat mij opviel was dat hij elke keer blij en gelukkig thuiskwam’, zegt Michael. ‘In feite ben ik zelf naar de zendelingen toegestapt. Ik wilde de lessen volgen. Ik wilde gedoopt en bevestigd worden.’

Toen de zendelingen na Michaels doop de lessen voor nieuwe leden aan hem gaven, begon zijn moeder, Alitiana, mee te luisteren. Zij sprak erover met haar man en spoedig hadden George en zijn vrouw een eigen getuigenis.

Ryan had in 2006, vlak voordat hij naar het zendingsgebied Wellington (Nieuw-Zeeland) vertrok, het voorrecht om zijn ouders te dopen. En later, voordat Michael op zending ging, had hij het voorrecht om met zijn ouders naar de tempel te gaan. Ouderling Michael Kumar meldde zich in augustus 2008 bij het zendingsgebied Salt Lake City Zuid, kort voordat Ryan terugkeerde uit Nieuw-Zeeland.

Tiende betalen en ook nog een zoon op zending financieel ondersteunen, bleek moeilijk voor de familie Kumar. Het inkomen van broeder Kumar ging helemaal op aan de hypotheek en andere verplichtingen. Ze brachten echter de noodzakelijke offers; het hele gezin zag de noodzaak ervan in. Als broeder Kumar bijvoorbeeld opgewekt zei dat ze die avond de ‘normale’ maaltijd aten, wist het hele gezin dat er geen vlees op tafel kwam. ‘Dat waren de dagen waarop we alleen brood en warme chocolademelk hadden’, herinnert Michael zich.

Ryan zegt dat hij dankbaar is voor de offers die zijn ouders brachten. ‘Ik zag dat ze de verbonden die ze hadden gesloten waren toegedaan.’

Ryans jongere broer merkt op dat ze zich sinds hun bekering ‘als gezin beter door beproevingen weten heen te slaan. Onze hemelse Vader staat ons bij.’

De bekering van het gezin had ook zijn invloed op anderen. Twee van Ryan en Michaels neven die bij de Kumars in waren komen wonen, besloten ook de zendelingenlessen te volgen en lid van de kerk te worden.

De zegeningen die de offers van de Kumars tot gevolg hadden, zijn zowel van stoffelijke als geestelijke aard geweest. Het lukte hen om economischer te leven en meer met hun geld te doen. En toen Michael op zending was gegaan, vond broeder Kumar een nieuwe baan met een hoger salaris, waarmee hij de hypotheek sneller hoopt af te betalen.

Maar de geestelijke zegeningen die de Kumars ontvingen, zijn belangrijker voor hen. George en Alitiana groeien in hun roepingen — hij als quorumpresident ouderlingen de wijk Lami 2, ring Suva-Noord, en zij als tweede raadgeefster in het jeugdwerk van de wijk.

Ryan merkt op dat zijn levensvisie nu hemelsbreed verschilt van die van veel van zijn leeftijdgenoten: ‘Ik heb altijd iets te doen — iets om het koninkrijk op te bouwen.’ En wat de toekomst betreft, zegt hij, zorgt het evangelie ervoor dat gelovigen ‘die vanuit een eeuwig perspectief bezien.’

George en Alitiana Kumar waren beiden bekend met het christendom toen zij kennis namen van het evangelie. Maar ze vonden geen troost in wat hun geleerd was. ‘In andere religies’ zegt broeder Kumar, ‘word je geleerd God te vrezen — om bang voor Hem te zijn. Maar door de verzoening van Jezus Christus maken we nog steeds een kans.’

De Kumars grijpen die tweede kans met beide handen aan.

De familie Naivaluvou

Peni en Jieni Naivaluvou verdubbelden de omvang van hun gezin toen zij vier meisjes uit Vanuatu in huis namen die de school van de kerk op Fiji bezoeken. Maar de Naivaluvous zien dit niet als een offer. Zij vinden dat ze hier ruimschoots voor gezegend zijn. Een van die zegeningen, zo geloven zij, is de uitbreiding van hun gezin, toen Hagoth in januari 2009 geboren werd.

Aan het begin van 2008 hoorden bisschop en zuster Naivaluvou uit de wijk Tamavua, ring Suva-Noord, dat twee jonge scholieren uit Vanuatu een kamer zochten. Dus bekeken ze hun eigen woonsituatie. Hun zoons, Soane (18) en Ross (16), waren op dat moment op Tonga, waar hun vader vandaan komt, alwaar zij op een school van de kerk bezochten. De twee meisjes uit Vanuatu woonden, tegen hoge kosten voor hun ouders, in bij een niet-mormoons gezin in Suva. De twee meisjes zouden goed gezelschap voor de toen 13-jarige Andrea Naivaluvou zijn; Andrea bezoekt ook de kerkschool en was altijd eerder thuis dan haar ouders, die van hun werk kwamen. Dus besloten broeder en zuster Naivaluvou de twee meisjes uit Vanuatu kosteloos in huis te nemen.

De meisjes stonden erop bij te dragen in de kosten, maar hun uitgaven waren daarmee toch nog minder dan de helft van wat zij eerder kwijt waren — een zegen voor hun ouders.

In april kwamen er twee andere meisjes uit Vanuatua langs, die zich gelijk op hun gemak voelden bij de familie Naivaluvou thuis. Niet lang daarna vroegen deze twee meisjes of zij daar misschien ook konden komen wonen. De Naivaluvous gaven daar maar wat graag gehoor aan.

Hoe ging het in zijn werk om vier extra meisjes in huis te hebben? ‘We hebben zo’n band opgebouwd dat het net lijkt of het onze dochters zijn’, zegt bisschop Naivaluvou. The Naivaluvous maakten het vanaf het begin duidelijk dat de meisjes deel van het gezin uitmaakten. De vier meisjes uit Vanuatu zijn feitelijk familie van elkaar, maar bij de Naivaluvous thuis behandelden ze elkaar als zussen van dezelfde ouders. Voor Andrea Naivaluvou was het ook ‘alsof zij mijn zussen’ waren, zegt ze; de oudere meisjes pasten op haar en hielpen haar zelfs met haar huiswerk als dat nodig bleek. De vier meisjes begonnen bisschop en zuster Naivaluvou Ta en Na te noemen — ‘pa’ en ‘ma’ in Fijisch.

Misschien is dit wel de eerste keer, zegt zuster Naivaluvou, dat meisjes uit Vanuatu die de kerkschool bezoeken, inwonen bij een gezin dat lid is van de kerk. De vader van een van de meisjes heeft toen hij op bezoek was zijn dank uitgesproken jegens de Naivaluvous voor de liefde die zij zijn dochter betonen.

Zuster Naivaluvou legt uit dat een van de meisjes, de dochter van een districtspresident op Vanuatu, een groot voorbeeld was voor het gezin dankzij haar grote geloof; bisschop Naivaluvou zegt dat haar voorbeeld zijn gezin geholpen heeft om consequenter in schriftstudie en gezinsgebed te zijn.

Het echtpaar zegt dat het stoffelijk gezegend is, omdat zij met anderen hebben gedeeld. Ze hebben meer met hun geld kunnen doen. En zuster Naivaluvou gelooft dat de zegen dat ze na dertien jaar weer zwanger was, terug is te voeren is op hun bereidwilligheid om anderen in hun liefde te laten delen.

Toen de twee zoons van de Naivaluvous aan het eind van het schooljaar van Tonga naar huis kwamen, sloten ook zij de jonge vrouwen direct in hun hart. Maar misschien kan het Soane niet kwalijk worden genomen dat hij de meisjes niet precies als zussen zag. Want hij werd aangewezen als begeleider van een van de jonge vrouwen naar het schoolbal. Hij kweet zich als een heer van deze taak.

Toen het schooljaar er op zat voor de vier meisjes en zij eind 2008 naar Vanuatu terugkeerden, viel het afscheid allen zwaar, herinnert bisschop Naivaluvou zich. Het was alsof hij en zijn vrouw vier dochters vaarwel zeiden. En toen het nieuwe schooljaar in 2009 aanving, waren de Naivaluvous wat blij dat zij hun vier ‘dochters’ weer konden verwelkomen — en nog twee meer.

Met slechts vier slaapkamers beschikbaar, zullen sommigen zich afvragen hoe ze plaats wisten te maken voor zes jonge vrouwen en hun eigen dochter en de nieuwe baby bovendien. Maar de familie Naivaluvou wist daar zonder moeite een oplossing voor te vinden.

Het ging per slot van rekening niet om beperkte ruimte. Het was gewoon een kwestie van het uitbreiden van hun cirkel van liefde.

Asenaca Ramasima

In 2008 kreeg Asenaca Ramasima twee onderscheidingen, waarschijnlijk de twee belangrijkste onderscheidingen die een scholier op de kerkschool in Fiji in de wacht kan slepen. Ten eerste werd ze verkozen tot dux, de beste leerling van de school. Bij die onderscheiding hoorde een studiebeurs. Maar ze ontving ook de ‘Leeuw des Heren’-onderscheiding, uitgereikt aan een voorbeeldige seminarieleerling. Ze koestert deze tweede onderscheiding zelfs meer dan de eerste, omdat die haar eraan herinnert hoe ze in haar eigen dagelijkse leventje geprobeerd heeft haar geloof in praktijk te brengen.

Het leven heeft Asenaca, hoewel ze pas negentien is, al een fiks portie tegenspoed toebedeeld. En toch straalt ze zoveel vreugde uit — vreugde in de kennis dat ze een eeuwige familie heeft, omdat ze in 2001 in de Suvatempel zijn verzegeld, en vreugde in de kennis dat haar hemelse Vader haar kent en van haar houdt.

Asenaca is de jongste van vijf kinderen, na vier broers. Toen hun vader stierf, herinnert ze zich, riep hun oudste broer, die toen op zending was, hen allemaal op niet te vergeten dat zij hun vader niet kwijt waren, dat hij altijd dichtbij zou zijn.

Haar broers werden de kostwinners van het gezin, terwijl hun moeder de bindende kracht werd die hen allen bij elkaar hield. De kinderen zijn er alleen maar beter van geworden dat zij het voorbeeld van hun ouders volgen.

‘Mijn vader was mijn inspiratie. Hij zei altijd tegen ons: ‘Werk hard, werk hard’, zegt Asenaca met zachte stem. Haar best doen op school is haar manier om haar vader te eren en haar moeder te helpen. De studiebeurs die hoort bij de dux-onderscheiding is een waardevolle bijdrage in de kosten van haar eigen opleiding.

Het voorbeeld van haar ouders was het fundament van haar geestelijke opleiding. ‘We werden thuis elke dag bijgespijkerd door middel van schriftstudie en de leringen van onze ouders’, zegt Asenaca. Haar moeder, voegt ze eraan toe, blijft bouwen aan dit fundament van haar gezin.

Asenaca’s eigen geregelde schriftstudie draagt ertoe bij dat zij haar geloof in Jezus Christus sterkt en bijhoudt. Zij maakt tijd vrij voor haar schriftstudie, hoe druk haar schema ook is.

Haar geloof in Jezus Christus heeft haar op zijn beurt geholpen om dicht bij haar hemelse Vader te blijven, zodat ze een beroep kan doen op zijn hulp. ‘Ik weet dat Hij er altijd is’, zegt ze. ‘Als ik doe wat Hij van mij vraagt, zal Hij er voor mij zijn, en zal zijn Geest bevestigen wat het goede is.’

Die leiding is belangrijk als vrouwen van haar leeftijd op haar in praten om ‘pret te maken’ zoals zij dat noemen, dat wil zeggen: drinken, roken, en het niet zo nauw nemen met de goede zeden. Maar ‘die zaken druisen in tegen mijn geweten’, zegt Asenaca, en dankzij haar geloof en de veiligheid die zij voelt door goddelijke leiding, ‘kan ik nee zeggen.’

Dienen in de kerk, zegt ze, heeft haar geholpen om aan haar zelfvertrouwen te werken, wat ze anders was misgelopen. Dat is belangrijk als ze straks haar opleiding aan de kerkschool beëindigt, omdat ze hoopt toegelaten te worden tot de Brigham Young University in Provo (Utah) of BYU–Hawaï, waar ze boekhouden wil studeren.

Die universiteiten zijn heel ver weg van haar ouderlijk huis in een buitenwijk van Suva. Is het een beetje eng om zo ver van huis te gaan? Asenaca denkt een moment na over deze vraag en begint dan breed te glimlachen. Ja, antwoordt zij — maar ze doet het om haar doelen te bereiken.

Het is gemakkelijk te geloven dat Asenaca zal doen wat ze zegt. Tot zo ver heeft ze haar doelen altijd nog weten te bereiken. En zoals alle getrouwe leden in Fiji heeft ze zowel geestelijke groei als stoffelijke zegeningen ervaren doordat ze haar geloof oefent en de geboden onderhoudt.

Foto’s Don L. Searle

George, Alitiana en Ryan Kumar.

Ouderling Michael Kumar werkzaam in het zendingsgebied Salt Lake City Zuid.

Voor: Peni, Jieni en Andrea Naivaluvou. Achter: Soane en Ross Naivaluvou.

Suvatempel (Fiji).