2010
Hij zal de pijnen van zijn volk op Zich nemen
April 2010


Wij spreken over Christus

Hij zal hun krankheden op Zich nemen

Een paar jaar nadat mijn vrouw, Gisèle, en ik terugkeerden uit het zendingsgebied Suva (Fiji) werd er bij Gisèle maagkanker vastgesteld. Deze bezoeking bestond uiteindelijk uit drie zware operaties, gevolgd door complicaties, die resulteerden in de volledige verwijdering van haar maag. Het was toen ik mijn vrouw zo zag lijden dat ik de verzoening van Jezus Christus beter ben gaan begrijpen.

Ik herinner mij dat ik het ontzettend moeilijk had met de lijdensweg van Gisèle. Wat had ze gedaan om een dergelijk lijden te verdienen? Had zij de Heer niet getrouw gediend? Had zij zich niet aan het woord van wijsheid gehouden? Waarom had God deze ziekte niet voorkomen? Waarom?

Op een nacht stortte ik mijn hart uit in gebed en vertelde de Heer uitvoerig over al mijn frustraties. ‘Ik kan het niet langer aanzien dat mijn lieve vrouw zo veel pijn heeft!’, vertelde ik Hem. Toen besloot ik de Schrift te raadplegen. Ik vond dit troostrijke vers over Jezus Christus in Alma 7:11–12:

‘En Hij zal uitgaan en pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen doorstaan; en wel opdat het woord wordt vervuld dat zegt dat Hij de pijnen en ziekten van zijn volk op Zich zal nemen.

‘En Hij zal de dood op Zich nemen, opdat Hij de banden des doods moge verbreken, die zijn volk binden, en Hij zal hun krankheden op Zich nemen, zodat naar het aardse lichaam zijn hart van barmhartigheid moge worden vervuld, opdat Hij volgens het aardse lichaam zal kunnen weten, hoe zijn volk hulp te verlenen volgens hun krankheden.’

Tot op dat moment had ik nooit overwogen wat de wonderlijke verzoening van de Heiland allemaal inhield. Ik had mij niet echt gerealiseerd dat Jezus Christus de pijnen van Gisèle — of die van mij — op Zich zou nemen. Ik legde mijn pijn en angst op Hem die ‘de pijnen en ziekten van zijn volk’ op Zich neemt. Door dit nieuwe inzicht viel er een zware last van mij af!

Met Giséle gaat het nu heel goed, alsof ze nooit kanker heeft gehad. Elke keer als ze voor controle gaat, zegt haar arts dat ze ‘een wonder’ is. Ik ben ontzettend dankbaar voor haar lichamelijke genezing, maar ik ben ook dankbaar voor de genezing die over mij kwam, een geestelijke genezing. De troost die alleen de Heiland ons kan geven, schonk mij het vredige gevoel dat alles goed zou komen.

Als ik nu voor beproevingen kom te staan, denk ik altijd terug aan die bewogen les en aan wat de Heer tegen de profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘De Zoon des Mensen is onder dat alles afgedaald. Zijt gij groter dan Hij?’ (LV 122:8.) Denken aan het offer van Jezus biedt mij steevast troost.

Ik ben onze Heiland eeuwig dankbaar dat Hij bereid was om het ondraaglijke te dragen. Ik getuig van zijn liefde, zijn barmhartigheid en zijn waakzame zorg voor zijn kinderen. Hij is onze Heiland, en ik heb Hem lief.

Simon Dewey, O mijn Vader, kopiëren niet toegestaan.