2010
Een groot werk van God
April 2010


Boodschap van het Eerste Presidium

Een groot werk van God

President Dieter F. Uchtdorf

6 april 1830

Honderdtachtig jaar geleden kwamen Joseph Smith, Oliver Cowdery en anderen bijeen om De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen te stichten. Het was in alle opzichten een eenvoudige maar geestelijke bijeenkomst. Joseph tekende op dat na het avondmaal ‘de Heilige Geest […] in grote mate op ons [werd] uitgestort — sommigen profeteerden, terwijl wij allen de Heer prezen en ons buitengewoon verheugden.’1

Wat op die dag plaatsvond, ging voorbij aan de wereld; er waren geen krantenkoppen of herauten. De hemelen zullen niettemin hebben gejubeld en God hebben verheerlijkt — want op die dag keerde de Kerk van Jezus Christus terug op aarde!

Solomon Chamberlain

Vanaf die dag tot op heden hebben miljoenen gelovige zoons en dochters van onze hemelse Vader de ingevingen van de Heilige Geest gevolgd en de heilige wateren des doops betreden. Solomon Chamberlain was zo iemand.

Solomon was een geestelijk man die uren in gebed doorbracht om God vergeving van zijn zonden af te smeken en naar de waarheid te worden geleid. Rond 1816 werd Solomon in een visioen beloofd dat hij, als de apostolische orde eenmaal weer op aarde was gevestigd, de dag zou zien waarop de Kerk van Christus zou worden gesticht.

Jaren later reisde Solomon per schip naar Canada toen er werd aangelegd in het kleine stadje Palmyra (New York). Daar voelde hij zich er sterk toe gedrongen om van boord te gaan. Omdat hij niet wist waarom hij van boord was gegaan, begon hij met ingezetenen te praten. Het duurde niet lang of hij hoorde over een ‘gouden bijbel’. Hij zei dat die twee woorden ‘een elektrische schok teweegbrachten [die] van top tot teen door mijn lichaam ging.’

Uiteindelijk kwam hij het huis van de familie Smith uit, waar hij het geweldige nieuws van het herstelde evangelie te horen kreeg. Na een verblijf van twee dagen bij de Smiths, waarin hij een getuigenis kreeg van de waarheid, vervolgde Solomon zijn reis naar Canada, in het bezit van 64 net gedrukte, ongebonden bladzijden van het Boek van Mormon. Overal waar hij kwam, sprak hij de mensen aan ‘zowel hoog als laag, rijk als arm (…) om zich voor te bereiden op het grote werk van God dat spoedig zou aanvangen.’2

Een groot werk van God

Sinds die dag in april 1830 hebben miljoenen de waarheid van het herstelde evangelie ontdekt en zich laten dopen. Ik getuig dat dit ‘grote werk van God’ nu op aarde is. Ik getuig dat de Heer over zijn kerk waakt en er leiding aan geeft door middel van zijn profeet, president Thomas S. Monson. Het is geen kleine zegen om in deze laatste dagen te leven. Dit zijn glorierijke tijden, voorzien door profeten vanouds en vergezeld van waakzame hemelscharen. De Heer is zijn kerk indachtig. Hij is ook de mensen, zoals Solomon Chamberlain, indachtig die de ingevingen van de Heilige Geest volgen en zich voegen bij hun broeders en zusters wereldwijd om dit grote werk van God te helpen verbreiden.

Noten

  1. Joseph Smith, History of the Church, deel 1, p. 78.

  2. ‘A Short Sketch of the Life of Solomon Chamberlain’, typescript, bibliotheek voor kerkgeschiedenis (op het internet op www.boap.org/LDS/Early-Saints/SChamberlain.html); zie ook William G. Hartley, ‘Every Member Was a Missionary’, Ensign, september 1978, p. 23. Een paar dagen na de oprichting van de kerk liet Solomon Chamberlain zich in het Seneca Lake (New York) door Joseph Smith dopen.

Foto Matthew Reier, genomen op de filmset van Joseph Smith: The Prophet of the Restoration

Foto Matthew Reier; illustraties Maryn Roos

Kinderzone