2010
Hij is opgewekt
April 2010


Dit geloven wij

Hij is opgewekt

Waar ik ook naartoe reis, ik probeer altijd een bezoekje aan de plaatselijke begraafplaats te brengen. Dat is voor mij een moment van bezinning, waarop ik nadenk over de zin van het leven en de onvermijdelijke dood. Ik herinner mij dat ik op de kleine begraafplaats van het plaatsje Santa Clara (Utah, VS) de Zwitserse namen in mij opnam die op de verweerde grafzerken prijkten. Veel van die mensen hadden huis en haard in het groene Zwitserland achtergelaten om gehoor te geven aan de oproep ‘Kom tot Zion’ en de nederzettingen te stichten waar ze nu ‘in vrede rusten’. Ze doorstonden overstromingen in het voorjaar, droogte in de zomer, schaarse oogsten en slopende arbeid. Ze lieten een erfgoed van opoffering na.

De grootste begraafplaatsen, en in veel opzichten de begraafplaatsen die de meeste emoties oproepen, zijn de rustplaatsen van wie gesneuveld zijn op het slagveld dat we oorlog noemen, in het uniform van hun land. Daar denkt men aan vervlogen dromen, onvervulde verwachtingen, verdrietige harten, en levens die zijn afgemaaid door de zeis van de oorlog.

In steden in Frankrijk en België onderstrepen velden vol witte kruisen de verschrikkelijke prijs die voor de Eerste Wereldoorlog is betaald. Duinkerken, in Frankrijk, is in feite één groot kerkhof. Boeren vinden in het voorjaar bij het ploegen hier een helm, daar een geweerloop — grimmige herinneringen aan de miljoenen mannen die de grond letterlijk met hun levensbloed hebben doordrenkt.

De dood, een nieuw hoofdstuk in het levensboek

Vele jaren geleden stond ik naast het bed van een jonge man, vader van twee kinderen, die balanceerde op de rand van het hiernamaals. Hij nam mijn hand in de zijne, keek me in de ogen, en vroeg smekend: ‘Bisschop, ik weet dat ik ga sterven. Zeg me wat er met mijn geest gebeurt na mijn dood.’

Ik bad om hemelse leiding. Mijn oog viel op het Boek van Mormon dat op het tafeltje naast zijn bed lag. Ik begon eruit voor te lezen:

‘Welnu, met betrekking tot de staat van de ziel tussen de dood en de opstanding — (…) de geest van ieder mens zodra hij dit sterfelijke lichaam heeft verlaten (…) wordt huiswaarts gevoerd naar die God die hem het leven heeft geschonken.

‘(…) En dan zal het geschieden dat de geest van hen die rechtvaardig zijn, wordt ontvangen in een staat van geluk die het paradijs wordt genoemd, een staat van rust, een staat van vrede, waarin hij van al zijn moeiten, en van alle zorg en droefenis zal uitrusten’ (Alma 40:11–12).

Mijn jonge vriend sloot zijn ogen, bedankte me oprecht en gleed stilletjes weg naar het paradijs waarover we hadden gesproken.

Overwinning op het graf

Laat de arts Lucas de ervaring van Maria en de andere Maria beschrijven toen zij het tuingraf naderden:

‘Zij vonden de steen van het graf afgewenteld, (…)

‘(…) en toen zij er ingegaan waren, vonden zij het lichaam van de Here Jezus niet.

‘En het geschiedde, terwijl zij daarover in verlegenheid waren, dat, zie, twee mannen in een blinkend gewaad bij haar stonden.

‘En zij zeiden (…) tot hen: Wat zoekt gij de levende bij de doden?

‘Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt’ (Lucas 24:2–6).

Dat verkondigt het christendom met kracht. De zekerheid van de opstanding schenkt iedereen de vrede die alle verstand te boven gaat. Het schenkt troost aan degenen wier dierbaren in de velden van Vlaanderen liggen, of in de diepten der zee verdronken zijn, of rusten in het nietige Santa Clara. Het is een alomvattende waarheid.

Als de minste van zijn discipelen geef ik mijn persoonlijk getuigenis dat de dood is overwonnen, dat de overwinning op het graf is behaald. Mogen de woorden, geheiligd door Hem die ze vervuld heeft, bij iedereen bekend worden. Vergeet ze niet. Koester ze. Houd ze in ere. Hij is opgewekt.

  1. We zijn naar de aarde gekomen om te leren, te leven, om vooruitgang te maken op onze eeuwige reis naar volmaaktheid.

  2. Sommigen blijven kort op aarde, anderen hebben een lang leven. De maatstaf is niet de lengte van ons leven, maar de kwaliteit ervan.

  3. Dan komt de dood en begint er een nieuw hoofdstuk van ons leven.

  4. Dit nieuwe hoofdstuk leidt tot die heerlijke dag van de opstanding, waarop lichaam en geest worden herenigd en nooit meer worden gescheiden.

Uit “Hij is opgewekt’, Liahona, april 2003, pp. 2–7.

Christus zei tot de treurende Marta: ‘Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven’ (Johannes 11:25–26).

Christus’ opstanding, onderdeel van de verzoening, maakt het voor iedereen mogelijk om op te staan.

V.l.n.r.: Roger Loveless, Mijn Verlosser leeft, kopiëren niet toegestaan; foto-illustraties Matthew Reier, Christina Smith en Welden C. Andersen; Harry Anderson, Zie mijn handen en voeten; Carl Heinrich Bloch, Lazarus,