Het talent van Taylor
Heather Hall (Utah, VS)
Kunt u mij vertellen welke talenten Taylor heeft, zodat ik die aan zijn klas kan vertellen?’, vroeg de jeugdwerklerares van de achtjarigen aan mij. Ze belde omdat de klas van Taylor een les zou krijgen over de talenten die ze van hun hemelse Vader hadden gekregen.
Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik ging de afgelopen acht jaar na om met een fatsoenlijk antwoord te komen. Taylor had, vier dagen oud, een beroerte gekregen die een ernstige hersenbeschadiging en onbeheersbare stuipen hadden veroorzaakt. Hij kon niet zien, spreken of communiceren. Hij had zich mentaal nooit verder ontwikkeld dan een kind van zes maanden. Hij brengt zijn tijd grotendeels door in een rolstoel, en we verzorgen hem en proberen hem het zo gerieflijk mogelijk te maken.
We juichten toen hij leerde giechelen of uit een speciale beker leerde drinken en jubelden toen hij kon staan en een paar pasjes leerde lopen. Maar hoewel we juichten en jubelden, huilde ons hart dat deze kleine overwinningen waarschijnlijk het hoogst haalbare waren voor onze Taylor. En ik dacht niet dat zijn jeugdwerklerares dat van mij wilde horen.
Ik schraapte mijn keel en antwoordde bedremmeld: ‘Ik kan eigenlijk geen echte talenten van Taylor bedenken.’
Wat deze lieve zuster toen zei, veranderde voor eeuwig de band die ik met mijn zoon had.
‘Toen ik over de les nadacht’, zei ze, ‘besefte ik dat ieder kind van God een talent heeft. Ik denk dat Taylors talent is dat hij anderen leert hoe ze kunnen dienen. Als u het goed vindt, wil ik daar met de klas over praten, hoe ik Taylors talent in de kerk heb gadegeslagen. Ik heb de andere jeugdwerkkinderen zien leren hoe ze zijn rolstoel moesten duwen, hoe ze deuren voor hem konden openhouden, en hun angst konden overwinnen om zijn kin met een zakdoek af te vegen. Ik denk dat dat een groot talent is waarmee hij anderen tot zegen is.’
Ik ging mompelend akkoord, waarna we het gesprek snel beëindigden. Ik vraag mij af of deze jeugdwerklerares wist welk een grote invloed dat gesprek op mijn leven zou hebben. Taylor veranderde er niet door. Hij heeft nog steeds heel veel verzorging nodig. De bezoeken aan ziekenhuizen, artsen en therapeuten bepalen nog steeds een groot deel van mijn leven. Maar mijn perspectief veranderde en ik begon zijn talent te zien.
Ik zag hoe mensen in onze omgeving hun gedrag aanpasten om voor hem te zorgen. Ik zag ook hoe hij ons eraan herinnert om pas op de plaats te maken, zijn noden te zien, en mededogender, oplettender en geduldiger te worden.
Ik weet niet wat God voor heeft met Taylor om hem zulke grote problemen te geven, maar ik geloof dat zijn jeugdwerklerares mij daar een glimp van heeft laten zien. Hij is hier om zijn talent met ons te delen. Hij is hier om ons te leren dienen.