2010
Het komt wel goed
September 2010


Het komt wel goed

‘De Heer versterkte hen, zodat zij hun lasten met gemak konden dragen’ (Mosiah 24:15).

  1. Het was voor Elliott de eerste dag op een nieuwe school en hij was nerveus.

    Mam, ik ga mijn oude vrienden missen.

    Dat weet ik, maar je kunt nieuwe vrienden krijgen.

  2. Toen hij op school kwam, ging Elliott in de nieuwe klas zitten. De andere kinderen kenden elkaar al. Ze praatten en lachten. Elliott zat er stilletjes bij.

  3. In de pauze was er niemand die met Elliott wilde spelen. Hij wist niet wie hij moest vragen. Een paar jongens op het schoolplein deden lelijk tegen hem. Elliott was niet blij.

  4. Elliott kwam verdrietig thuis van school.

    Wat scheelt er?

    Er was niks aan op school. U zei dat ik nieuwe vriendjes zou krijgen, maar dat is niet zo. Sommige jongens deden gemeen tegen mij, terwijl ik niets gedaan had.

  5. Het spijt me dat je een zware dag hebt gehad. Als je het blijft proberen, komt het wel goed. Misschien moeten we erover bidden. Wat vindt jij?

    Goed. Ik wil het heel graag naar mijn zin hebben op school.

  6. Elliott bad elke dag dat hij het naar zijn zin zou krijgen op school. Soms ging het niet goed op school, maar hij kreeg langzamerhand vriendjes met wie hij kon spelen.

  7. Elliott bleef bidden om hulp. Na een paar weken speelde Elliot elke dag met nieuwe vriendjes. Hoewel sommige kinderen niet altijd aardig voor hem waren, kon hem dat eigenlijk niet zoveel schelen. Elliott wist dat zijn hemelse Vader hem zegende, zodat hij met plezier naar zijn nieuwe school ging.

Afdrukken