Boodschap van het Eerste Presidium
Het Boek van Mormon is ons tot gids
Wij allen hebben wel eens van die momenten dat we ernaar verlangen om terug te keren bij God en bij Hem te wonen. Hij gaf ons zijn geliefde Zoon als onze Heiland om ons de weg te wijzen en ons te leren hoe we die moeten volgen. Hij gaf ons profeten om ons de weg te wijzen. De profeet Joseph Smith werd geïnspireerd om de profetenkroniek te vertalen die nu het Boek van Mormon heet. Het is ons zekere kompas dat ons op onze weg naar God leidt.
Joseph Smith heeft van dat waardevolle boek gezegd: ‘Ik zei tegen de broeders dat het Boek van Mormon het nauwkeurigste boek op aarde en de sluitsteen van onze godsdienst is, en dat de mens dichter bij God komt door zich aan de leringen erin te houden, dan door welk ander boek ook.’1
De voorschriften in het Boek van Mormon zijn geboden van God. Sommige zijn rechtstreekse geboden van de Heiland bij monde van zijn profeten gegeven omtrent wat wij moeten doen en wie wij moeten worden. Het Boek van Mormon geeft ons het voorbeeld van de Heiland om ons geloof en onze vastberadenheid te vergroten om zijn geboden te gehoorzamen en Hem te volgen. Het boek staat vol leerstellingen van Christus om ons te leiden. Hier is een voorbeeld uit 2 Nephi:
‘[Jezus] zeide tot de mensenkinderen: Volgt Mij. Welnu, mijn geliefde broederen, kunnen wij Jezus volgen, indien wij niet gewillig zijn, de geboden des Vaders te onderhouden?
‘En de Vader zeide: Bekeert u, bekeert u, en laat u dopen in de naam van mijn geliefde Zoon’ (2 Nephi 31:10–11).
Het boek maakt duidelijk dat we de Heilige Geest als een doop met vuur moeten ontvangen om ons te helpen op het enge en nauwe pad te blijven. We leren dat we altijd in de naam van Christus moeten bidden, niet moeten verslappen, en als we dat doen, hebben we deze belofte: ‘Daarom moet gij standvastig in Christus voorwaarts streven, met volmaakt stralende hoop, en liefde voor God en voor alle mensen. Welnu, indien gij voorwaarts streeft, u vergastend aan het woord van Christus, en tot het einde volhardt, zie, zo zegt de Vader: Gij zult het eeuwige leven hebben’ (2 Nephi 31:20).
Het Boek van Mormon maakt in de prachtige toespraak van koning Benjamin duidelijk wat het betekent om liefde voor God en voor alle mensen te hebben. Als onze aard veranderd wordt door de kracht van de verzoening en door onze getrouwe gehoorzaamheid aan de geboden, worden we vervuld met de liefde van God (zie Mosiah 4:1–12).
Het Boek van Mormon geeft ons ook het vertrouwen dat we zó gezuiverd kunnen worden in dit leven dat we geen verlangen meer hebben om kwaad te doen (zie Mosiah 5:2). Die hoop geeft ons moed en troost als Satan probeert ons te verleiden en te ontmoedigen.
Elke keer dat ik een paar regels in het Boek van Mormon las, voelde ik mijn getuigenis groeien dat het boek waar was, dat Jezus de Christus is, dat we Hem op weg naar huis kunnen volgen, en dat we onze dierbaren mee kunnen nemen. Voor mij was het ’t boek der boeken. Het is het woord van God.
Ik bid dat wij, en al onze dierbaren, er dagelijks een diepe teug van zullen nemen. Ik getuig in de naam van Jezus Christus dat het een ware gids voor ons.