2012
Praatuurtje
April 2012


Praatuurtje

‘Ik eer mijn ouders en doe wat ik kan om mijn huisgenoten te sterken’ (‘Mijn evangelienormen).

‘Mag ik even jullie aandacht. Het is tijd voor ons praatuurtje’, riep mama.

Josie had al de hele dag uitgekeken naar het praatuurtje. Elke avond kwamen Josie en haar kleine broertjes, Ben en Wes, met hun ouders bijeen in de woonkamer om te praten over wat er in hun leven aan de hand was.

Papa had gezegd dat hij Josie vanavond zou helpen met het oefenen van de ochtendmededelingen. Het voorlezen van de ochtendmededelingen was een belangrijke taak op Josies school. Morgen zou Josie een klein stukje van haar lievelingsliedje over de luidsprekers op school laten horen en daarna de microfoon gebruiken om de activiteiten van die dag en het dagmenu voor te lezen.

Josie rende naar de woonkamer omdat ze haar tekst graag wilde oefenen.

‘Daar is onze beroemde omroeper!’, riep papa toen Josie naast hem op de bank neerplofte. ‘En, wat vind je van morgen?’

‘Ik kijk ernaar uit maar ben ook een beetje zenuwachtig. Ik ben bang dat ik een fout maak en dat iedereen het hoort’, zei Josie.

‘Daarom gaan we oefenen’, zei papa. ‘Begin maar te lezen en dan luister ik waar het beter kan.’

‘Bedankt, papa.’

Josie oefende de tekst zo vaak met papa dat ze de tel kwijtraakte. Toen stond Josie op en las de tekst nog een laatste keer voor aan haar ouders en broertjes. Mama en papa begonnen te juichen. Ben gaf haar een high five, en Wes lachte en klapte in zijn handjes.

Josie ging met een fijn gevoel en vol vertrouwen naar bed.

De volgende dag verliep alles gladjes. Hoewel ze nerveus was, speelde er een lach om haar mond toen ze haar muziek over de luidsprekers hoorde. Ze was blij dat ze de tekst met papa geoefend had en ze las die langzaam en foutloos voor.

‘Je hebt het uitstekend gedaan’, zei mevrouw Blake, het hoofd van de school.

Aan het eind van de schooldag stond Josie op de bus te wachten. Een oudere jongen draaide zich om en vroeg: ‘Ben jij het meisje dat de mededelingen voorlas?’

Josie glimlachte. ‘Ja’, zei ze.

‘Waarom heb je dat liedje gekozen?’, vroeg de jongen. Het was een stom liedje. Daarmee heb je de ochtendmedelingen verziekt.’ Toen noemde hij haar iets lelijks en lachte erom met zijn vrienden.

Josie zat alleen voor in de bus. Ze was helemaal van slag.

Toen Josie thuiskwam, zat mama met Wes te spelen.

‘Mama, ik weet dat het nog geen tijd voor het praatuurtje is, maar ik vroeg mij af of we nu even met elkaar kunnen praten.’

‘Natuurlijk, Josie. Wat is er gebeurd? Is het niet goed gegaan bij de ochtendmededelingen.’

‘Nee’, zei Josie. ‘Het is heel goed gegaan. Tenminste, dat dacht ik, totdat een jongen tegen mij zei dat ik een stom liedje had uitgekozen. En hij gaf mij ook een hele gemene scheldnaam.’

Mama klopte op de vloer naast haar. Josie liep naar haar toe en ging zitten. Mama gaf haar een dikke knuffel. Josie en mama spraken over alles wat er die dag was gebeurd, met inbegrip van het compliment van mevrouw Blake.

‘Ik vind het spijtig dat die jongen en zijn vrienden zo gemeen tegen je deden’, zei mama. ‘Maar het lijkt erop dat de mensen die je respecteert, zoals mevrouw Blake, heel blij waren met hoe je de mededelingen hebt voorgelezen. Papa en ik zijn heel trots op je. Je hebt heel hard geoefend en hebt het er goed vanaf gebracht!’

Josie sloeg haar armen weer om haar moeder heen. ‘Bedankt, mama’, zei Josie. ‘Ik voel mij een stuk prettiger.’ Josie was blij dat er altijd tijd was om te praten.

Illustraties Jared Beckstrand