Bosbessen en het Boek van Mormon
Suellen S. Weiler (Georgia, VS)
Een paar jaar geleden verhuisde ons gezin van een grootstedelijk gebied naar een klein, landelijk huisje aan de rand van een rustig dorpje. Vlakbij was er een verlaten bosbessenkwekerij en via vrienden van de eigenaar kregen wij toestemming om zoveel bosbessen te plukken als we maar wilden.
Die zomer stapten we een paar ochtenden in de week met emmers en zakken in de auto, waarna we een aangenaam, heerlijk uur lang bosbessen plukten. Op zekere ochtend gaf onze jongste zoon, Hyrum aan dat hij liever thuis bleef. Hij was ervan overtuigd dat we alle bosbessen hadden geplukt en dat het tijdverspilling was om nog een keer terug te gaan. Hij was heel verbaasd dat er nog een overdaad aan bosbessen te vinden was. Er hingen trossen op plekken die hij over het hoofd had gezien, en de sappigste bosbessen hingen aan takken waarvan hij zeker was dat hij die al volledig leeggeplukt had.
In zo’n beetje dezelfde tijd gaven de jeugdleiders in onze wijk onze tieners de uitdaging om het hele Boek van Mormon uit te lezen vóór ze in augustus weer naar school gingen. Onze kinderen kwamen met de uitdaging thuis en we besloten ons er als gezin op te werpen.
We hadden het Boek van Mormon nog niet uit of de Ensign van augustus 2005 lag op de deurmat, met daarin de oproep van president Gordon B. Hinckley (1910–2008) om het Boek van Mormon vóór het einde van het jaar uit te lezen. Hyrum en zijn broer Joseph waren uitgelaten omdat ze al gehoorzaam aan de oproep van de profeet waren geweest! Hun oudere broer en zus, Seth en Bethany, maakten hen er echter op attent dat president Hinckley ons gevraagd had het te lezen, hoe vaak we het daarvoor al hadden gedaan.
‘Maar waarom?’, vroegen de jongens. ‘We hebben elk woord in het boek gelezen, en wat zouden we nog meer kunnen leren dan wat we al hebben gelezen?’
Na een moment van stilte bracht iemand de bosbessen ter sprake. ‘Herinner je je nog dat we dachten dat we alle bosbessen al hadden geplukt? Maar toen we teruggingen, waren er altijd veel meer bosbessen dan we gedacht hadden — elke keer! Ongeacht hoe vaak we gingen, ongeacht hoe kort daarvoor we waren geweest, er waren altijd bosbessen bij de vleet.’
Snel zagen we het verband. Evenals de nabijgelegen kwekerij en haar overvloedige oogst aan bosbessen is het Boek van Mormon een voortdurende bron van spirituele voeding met elke keer nieuw te ontdekken waarheden. Daarom lazen we nogmaals het Boek van Mormon.
Doordat ik gehoor gaf aan de oproep van de profeet las ik dingen in het Boek van Mormon die ik al vaker had gelezen, maar die ik nu in een nieuw verband zag of anders uitlegde omdat ze op nieuwe omstandigheden of moeilijkheden van toepassing waren. Ik weet dat we, elke keer als we het Boek van Mormon oprecht lezen, nieuw inzicht kunnen krijgen en tot de Heiland kunnen naderen.