Een winnende beslissing
Dit was haar kans om voor het winnende team uit te komen — hoe kon ze daar nou nee tegen zeggen?
‘Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt’ (Mosiah 13:16).
Miranda rende het huis in, waar het gelukkig koeler was dan het hete zomerweer buiten. Ze was bezweet omdat ze haar laatste voetbalwedstrijd had gespeeld en teleurgesteld omdat ze hadden verloren. Alweer.
Mama kwam de kamer in met een waterfles en een zak sinaasappelschijfjes die over waren van de wedstrijd. ‘Je hebt goed gespeeld. Het is heel moeilijk als je op doel staat.’
Miranda had goed gespeeld — ze had veel ballen tegengehouden en harder uitgetrapt dan normaal. Maar de meeste kinderen van haar team hadden nog nooit eerder gespeeld. En vandaag was het officieel: ze hadden dit seizoen alle wedstrijden verloren.
‘Weet je, ik wou dat ik in een team speelde dat af en toe ook won.’ Er liepen enkele tranen over haar wangen, die op haar blauw-groene shirt vielen. Toen ze haar ogen dichtkneep, ging de telefoon.
Mama nam de telefoon op en zei even later: ‘Het is voor jou.’
‘Hallo, Miranda? Ik ben Tom, de coach van de Chili Kickers. Ik zag je vandaag spelen. Je speelde een geweldige wedstrijd.’
Haar hart begon sneller te kloppen. De Chili Kickers waren het beste team in de competitie!
‘Ons team gaat volgende maand naar het regionale kampioenschap. Je speelde vandaag zo goed, dat ik je wil vragen of je onze reservekeeper wil zijn.’
Haar hart sloeg over. Dit was haar kans om voor het winnende team uit te komen!
‘Heel graag!’ zei Miranda. Nadat ze nog even enkele details hadden doorgenomen, hing ze op en rende naar de andere kamer om haar moeder het goede nieuws te vertellen. Samen schreven ze de datums van de trainingen en de wedstrijden op de kalender.
Plotseling stopte haar moeder met schrijven.
‘O nee. Miranda, deze wedstrijden zijn op zondag. Hier, kijk maar.’ Ze wees naar het schema en keek bezorgd naar Miranda. ‘Wat moeten we nu doen?’
Miranda’s hart zonk in haar schoenen. Ze beet op haar lip terwijl ze over haar opties nadacht. Mama liet haar waarschijnlijk wel spelen als ze dat echt wilde. Maar toen ze over spelen op zondag nadacht — en dat ze dan niet naar de kerk kon — kreeg ze een akelig gevoel in haar maag. Ze wist dat ze op zondag naar de kerk hoorde te gaan om onze hemelse Vader te aanbidden. En dat kon ze niet doen als ze ging voetballen.
‘Ik denk dat ik hem moet terugbellen om te zeggen dat ik niet kan spelen’, zei Miranda. Ze probeerde niet te huilen. Hoewel ze wist dat het de juiste keuze was, was het moeilijk om zo’n goede kans voorbij te laten gaan.
‘Weet je wat ik vind?’ zei haar moeder, terwijl ze haar armen om Miranda heen sloeg. ‘Ik vind dat je een geweldige meid bent.’
Toen Miranda de volgende zondag in het jeugdwerk zat, dacht ze na over de goede beslissing die ze had genomen. De coach was verbaasd toen Miranda hem opbelde en zei dat ze niet op zondag wilde spelen. Hij probeerde haar over te halen, maar zij bleef bij haar beslissing. Toen ze naar de jeugdwerkliedjes en de les luisterde, glimlachte Miranda. Door dat vredige gevoel in haar hart wist ze dat ze de juiste beslissing had genomen. Ze had een winnende beslissing genomen.