2015
Hoe belangrijk kan het zijn?
Oktober 2015


Hoe belangrijk kan het zijn?

Kelly Laing, Washington (VS)

Toen ik aan boord van de USS West Virginia werkzaam was, waren ze op zoek naar een officier die Portugees sprak. Ze hadden iemand nodig die drie weken voor de Braziliaanse marine wilde werken. Ik was de enige die Portugees sprak.

Aanvankelijk had ik geen interesse. Ik was net drie maanden lang weggeweest en ik keek ernaar uit om mijn familie weer te zien. Maar de oproep liet me niet los. Ik ging in gebed en kreeg van mijn hemelse Vader een duidelijk antwoord dat ik moest gaan. Dus dat deed ik.

De voorbereidingen waren uitermate moeilijk. Ik bereikte een punt waarop ik het wilde opgeven. Ik dacht: hoe belangrijk kan het zijn? Maar de Heilige Geest moedigde me aan om door te zetten.

Illustration depicting men on board a Navy ship.  One of the men is pointing and yelling at a man sitting at a table.  Another officer is standing in the doorway.

Illustratie Allen Garns

Na veel vertraging kwam ik eindelijk op een Braziliaans schip aan. Toen ik naar de officiersmess werd gebracht, stond de kapitein tegen een jonge officier te schreeuwen. Toen hij me zag, stopte hij en zei in gebroken Engels: ‘O, mijn Amerikaanse vriend is aangekomen. Welkom. Kan ik u iets te drinken aanbieden?

Ik antwoordde in het Portugees dat ik wel een populaire Braziliaanse frisdrank wilde hebben. Die had ik sinds mijn zending niet meer gehad. Hij zei dat er op het schip veel verschillende alcoholische dranken waren. Maar ik zei dat ik geen alcohol dronk.

Later werd er op de deur van mijn hut geklopt. Toen ik opendeed, stond daar die jonge officier uit de eetzaal.

‘U bent Amerikaan’, zei hij. ‘U drinkt geen alcohol. U spreekt Portugees. Bent u wellicht mormoon?’

‘Dat ben ik’, antwoordde ik.

Hij sloeg zijn armen om me heen en begon te huilen.

Deze officier, luitenant Mendes, was nog niet zo lang lid van de kerk en was pas afgestudeerd aan de militaire zeevaartschool in Brazilië. Aan boord van het schip was hij er al snel achtergekomen dat de kapitein van hem verwachtte dat hij aan hun wilde levensstijl deelnam als ze in een haven aanlegden. Maar luitenant Mendes had zich steeds opgegeven om aan boord te blijven en had zich aan activiteiten in havensteden onttrokken. De kapitein was dat zat. Toen ik de eetzaal binnenkwam, stond hij daarover net tegen luitenant Mendes te schreeuwen.

‘In de volgende havenstad ga je met de andere officiers de stad in’, had hij gezegd. ‘Je laat die bezoekende Amerikaanse officier maar eens zien hoe je plezier kunt hebben. Dat verwacht hij van ons.’

Maandenlang had luitenant Mendes gebeden dat de kapitein zijn normen en waarden zou begrijpen en accepteren. Maar toen ik daar was, gingen de gesprekken in de eetzaal geregeld over het evangelie. We spraken met de andere officiers over Joseph Smith, de herstelling, het woord van wijsheid en de wet van kuisheid. De houding tegenover luitenant Mendes veranderde al snel. De officiers verwijderden de naaktfoto’s, en in de volgende havenstad gingen we naar een restaurant in plaats van naar een club.

Tegen het eind van mijn drie weken aan boord, en na veel gesprekken met de kapitein en de officiers over ons geloof, werd het hart van de mannen verzacht. ‘Nu begrijp ik het beter’, zei de kapitein tegen luitenant Mendes voordat ik wegging. Hij voegde er aan toe dat hij niet meer zou verwachten dat hij tegen zijn principes inging.

Ik zal die ervaring nooit vergeten. Luitenant Mendes en ik leerden dat onze Vader in de hemel ons persoonlijk kent, ons liefheeft, en zich bezighoudt met ons privéleven.