2015
Deed ik wel genoeg?
Oktober 2015


Dienen in de kerk

Deed ik wel genoeg?

De auteur woont in Utah (VS).

Door een les over verloren schapen ging ik begrijpen hoe ik mijn roeping het beste kon vervullen.

Composite photo of a lamb on a cliff.  There is a tree growing out of the side of the rocky cliff.

Samengestelde foto-illustratie Mike Boyland/iStock/Thinkstock en Oleksiy Fedorov/Hemera/Thinkstock

Ik was 23 toen ik in onze wijk voor gehuwde studenten als ZHV-presidente werd geroepen. Ik herinner me hoe incapabel ik mij voelde, terwijl ik tegelijkertijd heel erg mijn best wilde doen. Ik was enthousiast om te dienen, maar twijfelde aan mijn vermogen om een goed leidster te zijn.

Na enkele maanden als ZHV-presidente, had ik het gevoel dat ik niet genoeg deed. Ik wilde echt een band met de zusters hebben, en afgestemd zijn op hun behoeften, maar ik had het gevoel dat ik tekortschoot.

Ik sprak met mijn bisschop en uitte mijn twijfels. Ik legde uit dat ik de zusters niet zo goed kon bereiken als ik wilde. Ik beschreef dat ik wenste dat er vijf van mij waren om de functie uit te voeren zoals ik vond dat het moest. Ik probeerde mijn gevoelens luchtig en met een vleugje humor te uiten, maar al snel sprongen de tranen van ontmoediging mij in de ogen. De bisschop glimlachte en gaf het beste leiderschapsadvies dat ik ooit heb gekregen.

‘Ken je het verhaal van de herder die een schaap van zijn kudde kwijtraakte en “de negenennegentig” achterlaat om het te vinden?’ vroeg hij (zie Lukas 15:4–7). Ik knikte.

‘Er schuilt veel wijsheid in die gelijkenis’, vervolgde hij. ‘De herder wist dat de negenennegentig veilig zouden zijn als hij ze achterliet om dat ene verloren schaap te zoeken.’

Toen gaf mijn bisschop mij het volgende advies:

‘Weet je, de negenennegentig kunnen prima op elkaar passen tijdens je afwezigheid. Ze beuren elkaar op en houden het goed uit. Ik stel voor dat je je concentreert op de schapen die verloren lijken. De rest redt zich wel.’

Ik voelde dat wat hij me had verteld waar was, en dat ik me niet over de hele kudde tegelijk druk hoefde te maken. Het was mijn doel om de verloren schapen te vinden en die uit te nodigen om terug in de kudde te komen. Op die manier konden de doeleinden van onze hemelse Vader vervuld worden en kon ik een werktuig in zijn handen zijn.

Toen ik de raad van de bisschop opvolgde, begreep ik beter hoe de Heer wilde dat ik in zijn koninkrijk diende. Ik ervoer ook geestelijke vervulling, wat mij in mijn roeping sterkte omdat ik de Heer diende zoals mij was opgedragen. Mijn bisschop had mij door de macht van de Heilige Geest een grote gave van begrip en inzicht gegeven.

Ik getuig dat als we bidden en onze priesterschapsleiders om inspiratie vragen, zij geïnspireerd zullen worden om ons te laten zien hoe wij rechtschapen leiding kunnen geven.