2015
Mijn zoektocht naar de waarheid
Oktober 2015


Mijn zoektocht naar de waarheid

De auteur woont in Californië (VS).

Mij was altijd geleerd dat er geen God bestond, maar dat wilde ik wel zelf bepalen.

Afbeelding
illustration of young men and a woman talking

Illustratie Dan Burr

Aangezien ik in een prestatiegericht en ongodsdienstig Aziatisch land was opgegroeid, wilde ik altijd al succes hebben, maar had ik geen eeuwige beginselen of waarheden als richtsnoer. In mijn land betekende succes dat je rijk en machtig was.

Mijn ouders hadden me altijd geleerd dat er geen God bestond. Voor hen was godsdienst onzin, iets dat alleen bestemd was voor zwakke mensen. Heel lang beschouwde ik mezelf als atheïst. Zij leerden me dat ik alleen op mezelf moest vertrouwen. Dus al van jongs af aan heb ik mijn hoge ambities gebruikt als motivatie om heel hard te studeren en te werken.

Mijn ouders hadden hoge verwachtingen van me. Ze wilden dat ik voortdurend hoge cijfers haalde. Als ik een slecht cijfer kreeg, vond ik het naar als ik hun teleurgestelde gezichten zag en ze hoorde ruziemaken. Ik moest naast mijn gewone huiswerk ook in het weekend extra huiswerk maken om mijn hoge cijfergemiddelde aan te houden.

Zelfs na het bereiken van de doelen die ik had gesteld, had ik het gevoel dat het leven meer voor me in petto had. Diep in mijn hart wist ik dat er toch zeker nog meer te ontdekken moest zijn.

Op een dag besloot ik zelf uit te zoeken of er een God bestond. Als Hij bestond, wilde ik weten wat Hij van me verwachtte of anders dat godsdienst inderdaad slechts onzin was, bedacht door mensen. Ik was niet bang voor het antwoord, welke van de twee het ook zou zijn. Ik wilde gewoon de waarheid weten.

Rond die tijd raakte ik bevriend met Taylor, een van de andere spelers in het basketbalteam waartoe ik behoorde. Op een ochtend vroeg ik hem om een lift naar school. Hij zei ja, maar dan moest ik een uur eerder opstaan om met hem mee naar het seminarie te gaan. Ik stemde aarzelend in, want ik wist niet wat seminarie was. Ik genoot van het seminarie, maar meer vanwege wat ik voelde dan wat ik leerde.

Kort daarna vroeg Taylor of ik mee naar de kerk wilde. Ik vond de kerk eerst een beetje saai en vreemd, maar uiteindelijk kreeg ik in de dienst een warm, vredig gevoel dat mij ontroerde.

Ik was echter nog steeds niet overtuigd dat dit fijne gevoel iets met God te maken had. Hoe kon ik te weten komen of dat gevoel niet uit mijzelf kwam? Hoe kon ik te weten komen of ik dat gevoel niet zelf opwekte?

Na veel innerlijk overleg benaderde ik Taylors moeder met mijn vragen. Zij vertelde me dat ik antwoord op mijn vragen kon krijgen door in de Schriften te lezen en te bidden over de vragen waar ik mee zat. Ik bad zonder een antwoord te krijgen, en ik vond het moeilijk om me aan de regels en geboden die ik leerde te houden. Ik was vaak gefrustreerd. Ik verwachtte een wonderbaarlijke, dramatische verschijning van God, of de een of andere wonderbaarlijke gebeurtenis die zou aantonen dat God echt bestond. In feite wilde ik in één keer een onwankelbaar getuigenis. Maar hoe meer ik bad, hoe meer duidelijkheid ik kreeg. Hoe beter ik me aan de geboden hield, hoe gelukkiger ik werd. Hoe meer ik in de Schriften las, hoe meer openbaring ik kreeg. Geleidelijk aan werd mijn getuigenis sterker, net als de zon die in de ochtend opkomt.

Het duurde twee jaar voordat ik besloot om me te laten dopen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Hoewel ik voordien veel goede morele normen en beginselen had nageleefd, kan ik nu zeggen dat ik de eeuwige en ultieme waarheid heb gevonden: God leeft. Jezus is de Christus, onze Heiland en Verlosser. De hemelen zijn geopend. Er is een profeet van God op aarde. De verzoening van Jezus Christus heeft echt plaatsgevonden. God vergeeft echt alle zondaren die zich bekeren. Ik ben misschien niet zo slim of begaafd als andere mensen, maar wat ik weet, is onbetaalbaar.

Afdrukken