Voor jonge kinderen
Pauls pompoenen
De auteur woont in Utah (VS).
Paul hielp zijn vader in de tuin. Hij wou dat zijn broer Eric er was om te helpen. Maar Eric was ver weg op zending.
‘Ik word nooit zo groot als Eric’, zei Paul. ‘Hoe kan ik dan net als hij op zending gaan?’
‘Maak je maar geen zorgen’, zei papa. ‘Je groeit heus wel.’
Papa gaf Paul een handje pompoenzaadjes. Hij hielp Paul ook met zaaien.
‘Als deze zaadjes groeien, worden ze dan grote pompoenen?’ vroeg Paul.
‘Als je er goed voor zorgt wel’, zei papa.
Paul ging elke dag de tuin in om te kijken. Hij gaf ze water en al snel kwamen de scheuten op. De bladen werden groter. Paul haalde voorzichtig het onkruid weg.
In de herfst waren de pompoenplanten gegroeid. En er lagen grote oranje pompoenen!
Paul liet ze aan zijn vader zien. ‘Je hebt goed voor je pompoenplanten gezorgd!’ zei papa.
‘Ja! En ik zorg goed voor mezelf, zodat ik ook kan groeien.’ Paul glimlachte. ‘En als ik groot ben, kan ik ook op zending gaan, net als Eric!’
Illustraties Amy Wummer