Regel op regel
Genesis 1:26–27
Wat betekent het om naar Gods beeld geschapen te zijn?
26 En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen!
27 En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.
Het beeld van God
‘Het verlaagt de mens in geen enkel opzicht om een macht te erkennen die hoger is dan de mens zelf. Integendeel, het verhoogt hem. Als we onthouden dat wij naar het beeld van God geschapen zijn, zullen we het niet moeilijk vinden om Hem te benaderen. […] Als we dit door geloof te weten komen, zal het gemoedsrust en grote innerlijke vrede teweegbrengen.’
Thomas S. Monson, ‘The Lighthouse of the Lord’, Ensign, november 1990, 95–96.
Laten Wij
Door deze meervoudsconstructie klinkt het alsof God het tegen iemand anders heeft — en dat had Hij ook. Joseph Smith heeft ons geleerd dat ‘het hoofd van de Goden in het begin een raadsvergadering van Goden bijeenriep; zij kwamen bijeen en stelden een plan op om de wereld en de mensen te scheppen.’ (History of the Church, 6:308.) Deze raadsvergadering werd bijgewoond door de Heer Jezus Christus en anderen (zie Moses 2:26–27; Abraham 4:26–27).
Naar Ons beeld
‘God was eens zoals wij nu zijn. Hij is een verhoogde Persoon en zit in de hemel op zijn troon! Dat is de grote verborgenheid. Als de sluier vandaag uiteen werd gereten en […] u Hem nu zou zien, zou u Hem in menselijke gedaante zien — net als uzelf, met het personage, het beeld en de vorm van een mens.’
Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 40.
‘De mens is het kind van God, geformeerd naar het goddelijke beeld en begiftigd met goddelijke eigenschappen. En zoals een zoontje van een aardse vader en moeder bij machte is om na verloop van tijd een man te worden, kan het onontwikkelde nageslacht van celestiale ouders zich, door eeuwen en tijdperken ervaring op te doen, ontwikkelen tot een God.’
Het Eerste Presidium, ‘The Origin of Man’ Improvement Era, november 1909, 81; Ensign, februari 2002, 30.
Heersen
‘De aarde met alles wat erop is, behoort verantwoordelijk gebruikt te worden om de mensheid in stand te houden. Maar we zijn allen beheerders — geen eigenaars — van deze aarde en haar rijkdommen, en we zullen aan God rekenschap moeten afleggen van wat we met zijn scheppingen hebben gedaan.’
‘Environmental Stewardship and Conservation’, mormonnewsroom.org; zie ook Leer en Verbonden 104:13–15.
MANNELIJK EN VROUWELIJK
‘Alle mannen en vrouwen zijn naar het beeld van de universele Vader en Moeder geschapen, en zijn letterlijk zoons en dochters van God.’
Het Eerste Presidium, ‘The Origin of Man’ Improvement Era, november 1909, 78; Ensign, februari 2002, 29.
‘Het geslacht is een essentieel kenmerk van iemands voorsterfelijke, sterfelijke en eeuwige identiteit en doel.’
‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, november 2010, 129.