7 dingen aan bekering waar we bang voor zijn …
en waarom dat niet nodig is
Vaak zijn we bang om ons te bekeren. Maar we kunnen moed putten uit de waarheid.
We weten allemaal dat iedereen bekering nodig heeft (zie Romeinen 3:23). We weten dat we ons moeten bekeren om ware vreugde te vinden door de macht van het zoenoffer van Jezus Christus (zie Alma 36:24). We weten ook dat het een slecht idee is om bekering uit te stellen (zie Alma 34:32–34). En toch is dat precies wat zovelen van ons doen. Waarom? We weten beter, toch?
Eén mogelijk antwoord is angst. Of het nu gaat om een ernstige zonde die we aan onze bisschop moeten belijden of een gewoonte, houding of gedrag, hoe klein ook, welke onze volledige toewijding aan het evangelie en de normen van de Heer in de weg staat, angst kan ons afhouden van wat we moeten doen om ons te veranderen.
Hier zijn zeven angsten die ons ertoe kunnen brengen om ons niet te bekeren, en een paar ideeën en leerstellingen waar we moed uit kunnen putten om datgene te doen waarvan we weten dat het ons gemoedsrust en geluk brengt.
1. Angst voor schaamte
Als ik mijn bisschop vertel wat ik heb gedaan, zal hij teleurgesteld zijn — en ik zal me diep schamen. Wat als ik het aan mijn ouders moet vertellen? Stel dat anderen er achter komen?
Er zijn veel ergere dingen dan schaamte, bijvoorbeeld de geestelijke last van zonden die je niet beleden hebt en het gezelschap van de Heilige Geest kwijtraken. Als je je bij het belijden aan je bisschop schaamt, duurt dat maar heel even; dat gevoel zal geheel worden weggevaagd door een golf van opluchting en vreugde. Iedereen die een zonde aan zijn of haar bisschop heeft beleden, kan dat bevestigen.
2. Angst voor gevolgen
Als ik mijn bisschop over mijn zonden vertel, zijn er misschien gevolgen — niet aan het avondmaal deelnemen, niet het avondmaal zegenen of ronddienen, niet op zending gaan wanneer ik dat wil. Dat zou mijn leven te veel overhoop gooien.
Bedenk dat de positieve gevolgen van bekering veel zwaarder wegen dan de schijnbaar negatieve gevolgen. Focus op de goede dingen die de Heer belooft aan hen die hun zonden belijden en zich bekeren.
3. Angst voor inspanning
De veranderingen die ik moet aanbrengen lijken zo moeilijk. Het kan ook zo lang duren.
Alles wat de moeite waard is, kost inspanning. Vergeving, gemoedsrust en geestelijke groei zijn enkele van de meest waardevolle zaken die je je kunt voorstellen.
4. De angst voor een gedeukt zelfbeeld
Ik ben een ‘voorbeeldige tiener’. Als ik toegeef dat ik fouten heb gemaakt, is dat afgelopen — ik zou niet meer een ‘voorbeeldige tiener’ zijn. Wat zou ik dan zijn? Wie zou ik dan zijn? Ik probeer het liever gewoon te vergeten en door te gaan alsof er niets aan de hand is.
We moeten onze zonden nederig voor God erkennen zodat Hij ‘zwakke dingen sterk voor ons [kan] laten worden’ (Ether 12:27). En het zelfbeeld dat je moet proberen te vestigen in jou is het beeld dat onze hemelse Vader en Jezus Christus van je hebben: een kind van God dat dan wel onvolmaakt is, maar met Hun hulp oneindig en goddelijk potentieel heeft.
5. Angst om je individualiteit kwijt te raken
Als ik me aan de normen van de kerk houd, verlies ik dingen die mij maken tot wie ik ben, zoals mijn favoriete films, tv-programma’s, muziek en manieren om mezelf te uiten. Ik ben dan gewoon zo’n doorsnee mormoon. Ik ben liever gewoon mezelf.
Door bekering kun je de Heilige Geest in je leven hebben. En door de Geest kun je een diepere, echtere en betere geestelijke identiteit ontdekken. Die zal gebaseerd zijn op wie je in Gods ogen kunt worden in plaats van iets wat gebouwd is op het zanderige fundament van smaak, voorkeur, gewoonten en grillen.
6. Angst voor mislukking
Ik heb zo vaak geprobeerd om me te veranderen, maar ik blijf dezelfde fouten maken. Misschien heb ik al mijn kansen verspeeld. Misschien zal ik nooit kunnen veranderen. Als ik het nog een keer probeer en het lukt niet, zegt dat toch genoeg?
Bekering is niet makkelijk. Dat is ook niet de bedoeling. Maar het is jouw pad naar vreugde, dus houd eraan vast. Oprechte bekering is niet aan grenzen gebonden (zie Mosiah 26:30). De Zoon van God gaf zichzelf als oneindig en eeuwig offer om voor onze zonden te boeten, zodat we vergeving kunnen ontvangen als we geloof hebben en ons bekeren (zie Alma 34:9–16). Zag je het? Oneindig en eeuwig. Je valt niet buiten de verzoening, want die heeft geen grenzen. Blijf het proberen.
Wat als ik me echt kan veranderen? Dan wordt er misschien veel meer van mij verwacht. Misschien is het beter om fouten in stand te houden en middelmatig te blijven, zodat er niet van mij verwacht wordt dat ik meer verantwoordelijkheid neem.
Bang zijn voor hogere verwachtingen of meer verantwoordelijkheid kan een teken van luiheid of onzekerheid zijn. Maar het plan van onze hemelse Vader is er een van verbetering en vooruitgang. Vóór dit leven heb je dat plan aanvaard; omarm het nu door je in te zetten en geloof te hebben. Probeer de persoon te zien die je hemelse Vader van jou wil maken en het soort leven dat Hij wil dat je leidt. Als je de persoon kon zien die jij in potentie bent, zou je dat maar nauwelijks zelf kunnen geloven. Met de hulp van onze hemelse Vader en de Heiland ligt het binnen je bereik.