Precies wat de dokter voorschreef
Bekering is een recept, geen straf.
Ik heb er een hekel aan om naar de dokter te gaan. Ik zie op tegen het gedoe, het wachten, de injecties, de opdracht om het ‘rustig aan te doen’. Toen ik nog heel klein was, vond ik verpleegsters en artsen maar gemene mensen die dachten dat ik een speldenkussen was, maar naarmate ik ouder werd ging ik snappen dat ze niet slecht waren; ze waren me aan het helpen. En kort nadat ik ze had gezien voelde ik me bijna altijd beter. Het maakte niet uit hoe saai de wachtkamer was, hoe hard ik gilde als ik een injectie kreeg, of hoe teleurgesteld ik was als de dokter me zei dat ik moest blijven liggen. Uiteindelijk was het ’t altijd waard.
Soms is bekering net als een bezoek aan de dokter.
Vreugde of pijn?
Krimp je ineen als je denkt aan dat vies smakende medicijn of die scherpe naalden? Gebeurt dat ook als je uitspraken hoort als ‘door eeuwige kwelling gepijnigd’, ‘met de pijnen der hel gekweld’ en ‘gal van bitterheid’? (zie Alma 36:12–18). Beschreef Alma zo niet het begin van zijn bekering?
Toen de engel aan Alma en de zoons van Mosiah was verschenen, herinnerde Alma zich al zijn zonden en zag hij in hoe hij tegen God in opstand was gekomen. Hij voelde zich zo ellendig dat hij wenste dat hij ‘naar lichaam en ziel niet meer [hoefde te] bestaan (Alma 36:15). Au. In vergelijking daarmee zijn injecties van een dokter bijna als kusjes van een babyzeehondje. Dus waarom heeft Alma daarna ‘onophoudelijk gearbeid om zielen tot bekering te brengen’? (Alma 36:24). Waarom wilde hij andere mensen laten doormaken wat voor hem zo pijnlijk was geweest?
Misschien was dat om wat daarna kwam.
Hij dacht aan zijn Heiland, Jezus Christus.
‘Ik riep in mijn hart: O Jezus, Zoon van God, wees barmhartig jegens mij.’ […]
‘En nu, zie, toen ik dit dacht, kon ik mij mijn pijnen niet meer herinneren; ja, ik werd niet meer verscheurd door de gedachte aan mijn zonden.
En o, wat een vreugde, en wat een wonderbaar licht zag ik; ja, mijn ziel werd vervuld met een vreugde die even buitengewoon was als voordien mijn pijn.’ (Alma 36:18–20; cursivering toegevoegd). Alma ondervond dat hoe moeilijk en zelfs pijnlijk het ook kan zijn om onze zonden onder ogen te zien, de vreugde die we daarna ervaren het de moeite waard maakt. De vreugde die hij voelde was uitzonderlijker en zoeter dan al het andere dat hij ooit had gevoeld (zie Alma 36:21).
Niets om bang voor te zijn
Als mensen ineenkrimpen bij de gedachte aan bekering, is dat misschien omdat ze alleen naar het pijnlijke gedeelte kijken. Vaak kost bekering tijd en soms kost iets goedmaken veel nederigheid en hard werken, maar zoals ouderling Richard G. Scott (1928–2015) van het Quorum der Twaalf Apostelen ons leert: ‘Bekering is geen straf. Het is het hoopgevende pad naar een heerlijker toekomst.’1 President Russell M. Nelson, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, noemt het ‘de zoete zegen van bekering.’2 Met andere woorden, er is geen reden om bang te zijn voor bekering of een aspect ervan te ontlopen. Ongeacht hoe moeilijk het is onze zonden onder ogen te zien en ze goed te maken, de genezende kracht van de Heiland die uit zijn verzoening voortvloeit, is er altijd om ons hulp te bieden, en de vreugde die we krijgen zal alle gevoelens van pijn, schaamte of verdriet die we daarvoor hebben gehad geheel wegnemen en tenietdoen.
Het beste voor jou
Weet je wat Primum non nocere betekent? Als je arts bent waarschijnlijk wel. Primum non nocere is Latijns voor ‘ten eerste geen kwaad doen’. Het is een basisbeginsel voor alle artsen, een belofte die ze afleggen. Dat betekent niet dat ze beloven om nooit pijn te doen, maar wel dat alles wat ze doen altijd op het welzijn van hun patiënt is gericht.
Denk je dat God en Jezus Christus zulke beloftes doen? Zeker weten! Kijk maar naar Jesaja 1:18; Jesaja 41:13; Romeinen 8:28 en 3 Nephi 13:14. (Echt, zoek ze op. En dit zijn er nog maar een paar!) Het verschil is dat mensen soms fouten maken. Maar Jezus Christus en onze hemelse Vader zijn volmaakt, dus je kunt er helemaal zeker van zijn dat alles wat Zij van je vragen het beste voor jou is. Altijd. Dus als God een dosis bekering voorschrijft, is dat omdat Hij weet dat dit een zegen voor je is. Bekering is geen straf. Het is genezing, zwakheid overwinnen, de natuurlijke mens afleggen en ons van zonde afkeren om ons tot God te wenden.
‘Omarm de verzoening van Jezus Christus en bekering als zaken die we dagelijks verwelkomen en toepassen volgens de instructies van de grote Geneesheer’, zei ouderling Jörg Klebingat van de Zeventig. ‘Neem een houding aan van aanhoudende, vreugdevolle bekering door dit als uw levensstijl te kiezen.’3
Als de grote Heelmeester, Jezus Christus, aan jou bekering voorschrijft, laat je dan niet tegenhouden door angst voor pijn of vernedering. Vertrouw op zijn beloften dat hoewel het misschien even zeer doet, Hij je met groot erbarmen tot Zich zal nemen (zie 3 Nephi 22:7), en dat je net als Alma vervuld zult worden met een vreugde die net zo uitzonderlijk is als je pijn (zie Alma 36:19–20).