Onder heiligen der laatste dagen
De kerk schoonmaken en in het evangelie onderwijzen
Ik stond op een zaterdagmiddag klaar om met mijn familie naar het strand te gaan. Ze waren van Amazonas naar La Guaira gereisd om een paar dagen met mij door te brengen. De zon scheen en er stond een aangenaam zeebriesje. Ik vond het leuk om te zien dat mijn zussen er zin in hadden.
Toen we onderweg waren, herinnerde ik me plots dat ik het kerkgebouw die dag moest schoonmaken. Ik had de keuze: mijn taak doen of met mijn familie naar het strand gaan. Ik besloot er met mijn moeder en zussen over te praten. Ze hadden nog nooit een mormoonse kerk bezocht en boden enthousiast hun hulp aan, zolang we daarna rechtstreeks naar het strand gingen.
Toen we de kerk binnengingen, legde ik uit wat er moest gebeuren en hoe ze dat moesten doen. Wat een snel karweitje had moeten zijn, duurde uiteindelijk vier uur omdat ze zoveel interesse hadden! Ik toonde mijn familie de verschillende ruimtes, de schilderijen en de doopvont. Ik was dolgelukkig. Ik kon haast niet geloven dat mijn familie me hielp met iets wat zoveel voor me betekende. Terwijl we daar waren, leerden mijn tienerzussen, Thalia en Gineska, enkele lofzangen. Ze stelden me ook vragen over de kerk.
Op zondag ging mijn familie voor het eerst mee naar de kerk. Ze voelden zich meteen thuis. De jongevrouwen verwelkomden mijn zussen hartelijk. De zendelingzusters spraken met hen en maakten een afspraak voor de volgende dag. We hielden gezinsavond en ik leerde hen hoe ze moesten bidden. We baden vaak samen. We luisterden ook naar lofzangen en bekeken kerkvideo’s.
Voor mijn familie naar huis terugkeerde, nam ik ze mee naar de Caracastempel. Ik getuigde van de zegeningen van de tempel en spoorde ze aan om in Amazonas naar de kerk te gaan.
Toen ze weg waren, nam ik contact op met de zendelingen in hun gebied. De zendelingen en leden van de wijkraad bezochten mijn familie en begeleidden hen op het pad naar bekering. Mijn zussen baden vurig dat mijn vader hun de toestemming zou geven om zich te laten dopen.
Dankbaar en dolgelukkig reisde ik naar Amazonas om Thalia en Gineska te dopen. Hun ogen schitterden van hoop en dankbaarheid ten opzichte van onze hemelse Vader, omdat Hij hen naar het evangelie geleid had. Doordat we samen de kerk hadden schoongemaakt, was onze familieband hechter geworden. Ik zal die ervaring nooit vergeten, en mijn zussen ongetwijfeld evenmin.