Martins keuze
De auteurs wonen in Utah (VS).
Martin wist dat hij beter geen thee kon drinken. Wat moest hij doen?
‘Wees eerlijk en trouw op ieder moment.’ (Kinderliedjes, 81.)
Martin werd langzaam wakker. Zijn moeder schudde zijn schouder.
‘Martin,’ zei ze, ‘tijd om op te staan.’
Martin wreef zijn ogen uit. Het was nog donker, maar hij wist hoe laat het was. Ze stonden elke ochtend om half zes op om samen in het Boek van Mormon te lezen. Het was niet altijd even makkelijk om zo vroeg op te staan.
Martin kroop uit bed en slenterde de woonkamer in. Hij strekte zich uit en geeuwde. Zijn broers en zussen zagen er ook moe uit, maar ze waren er.
Ze lazen ieder vijf minuten voor. Martin wilde eigenlijk terug naar bed. Maar hij bleef luisteren. Na elk vers leek hij zich een beetje beter te voelen. Toen ze klaar waren, voelde Martin zich geestelijk sterk.
En die geestelijke kracht had Martin elke dag nodig. Er waren in de kerk in Kenia maar een aantal kinderen van Martins leeftijd en die woonden allemaal ver weg. Na schooltijd ging Martin naar een katholieke jeugdbeweging voor jongens. Op een dag gingen ze met de jeugdbeweging kamperen.
Martin had veel plezier. Hij zong kampeerliedjes. Hij hakte hout. Hij hielp zelfs met het maken van een kampvuur.
Maar op de tweede dag haalde een van de leiders een theepot tevoorschijn. ‘Nu gaan we thee drinken’, zei hij.
De andere jongens waren enthousiast. Zij dronken thuis alleen op bijzondere gelegenheden thee. Ze namen allemaal een kopje en wachtten tot de leider het vulde.
Martin voelde zich een beetje ongemakkelijk. Hij wist dat hij beter geen thee kon drinken. Maar hij wilde zijn vrienden niet beledigen.
Toen herinnerde hij zich hoe hij zich voelde als hij de geboden onderhield. Als hij de profeet volgde en samen met zijn familie in het Boek van Mormon las, voelde hij zich gelukkig. Deed hij dat niet, dan voelde hij zich niet zo gelukkig.
Martin wist wat hij moest doen.
‘Nee, dank u’, zei hij toen de leider de thee wilde inschenken. ‘Ik drink geen thee.’
De leider was verbaasd, maar liet Martin water drinken terwijl de andere jongens thee dronken. Sommige jongens vroegen waarom Martin geen thee dronk, maar niemand lachte hem uit. Martin was gelukkig. Hij wist dat hij door het woord van wijsheid sterk zou worden. En hij was blij dat hij sterk genoeg was om het goede te kiezen.