Onder heiligen der laatste dagen
Het gebed op mijn dak
Op een regenachtige dag ging ik naar de zolder en zag dat ik lekkage had. Tussen twee dakspanten druppelde het water van de uiteinden van de spijkers af. In voorgaande jaren had ik veel zelf in huis geklust en was ik niet bang om nieuwe projecten aan te pakken. Maar nu zat ik slecht in mijn vel en was ik mijn zelfvertrouwen kwijt. Ik had niet het gevoel dat ik de emotionele kracht had om de lekkage te verhelpen, ook al besefte ik heel goed dat er vóór de winter iets aan gedaan moest worden.
Een week of twee later klom ik het dak op, gewapend met een Stanleymes, een plamuurmes en een met bitumen geladen kitspuit. Ik had bedacht dat ik gewoon de oorzaak van de lekkage moest vinden en die met een dikke laag teer afdichten. Maar ik had geen idee waar ik die oorzaak moest zoeken. De moed zonk me in de schoenen. Ik stopte even en bad de Heer om me naar het juiste punt te leiden zodat ik de lekkage kon verhelpen. Ik verwachtte dat Hij me de plek gewoon zou laten zien. In plaats daarvan kreeg ik één woord in gedachten: ga op zoek.
Dat was niet het antwoord dat ik wilde, maar ik begon rond te kijken. Mijn blik viel op een ventilatie-opening. Ik trok er twee dakspanen rond de opening af en zag wat de oorzaak van de lekkage zou kunnen zijn. Ik sneed de oude, droge teer weg en bracht een dikke laag nieuwe teer aan. Ik bevestigde de dakspanen weer en had de klus in minder dan een uur geklaard. Mijn somberheid was opgeklaard en ik had een goed gevoel over wat ik had gedaan om het probleem op te lossen. Toen het weer regende, controleerde ik de zolder op lekkage en hij was droog!
Ik moest denken aan Oliver Cowdery, die niet verder dacht ‘dan alleen te vragen’ (LV 9:7). Net als hij had ook ik verwacht dat de Heer me een snel antwoord op mijn gebed zou geven zonder dat ik daar zelf iets voor hoefde te doen. En ik bedacht hoeveel beter ik me voelde toen ik zelf de moeite had gedaan om het in mijn gedachten ‘uit [te] vorsten’ (LV 9:8) — om te onderzoeken. Ik ontdekte dat de Heer niet alles voor ons doet. Hij zal ons helpen en leiden, maar verwacht van ons dat we zelf doen wat wij kunnen omdat we daardoor vooruitgang maken.