Het eeuwige belang van het gezin
Naar een toespraak van 27 oktober 2015.
In zijn toespraak tijdens het negende Wereldcongres over het gezin in Salt Lake City, Utah (VS) zei ouderling Russell M. Ballard dat zij die in het traditionele gezin geloven alle mogelijke steun moeten mobiliseren om hun geloof, gezin en vrijheid te versterken en beschermen.
Tempels betekenen veel voor heiligen der laatste dagen, want daar trouwen echtparen voor tijd en eeuwigheid en niet alleen maar tot de dood hen scheidt. De kerk heeft 23 jaar geleden in ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ verklaard dat ‘het huwelijk tussen man en vrouw van Godswege is geboden en dat het gezin centraal staat in het plan van de Schepper voor de eeuwige bestemming van zijn kinderen.’1
Die leer maakt duidelijk hoe sterk ons standpunt over het gezin is. We geloven ook dat we iedereen met begrip, liefde en medeleven de hand moeten reiken. Ik zal mij eerst richten op de leerstellige redenen waarom traditionele gezinnen zo’n belangrijke rol spelen in onze kerk. Vervolgens zal ik het verband uitleggen tussen godsdienstige gevoeligheden rond de thema’s gezin en godsdienstvrijheid. Tenslotte zal ik enkele algemene beginselen voorstellen om de mensen om ons heen de hand te reiken ondanks misverstanden en meningsverschillen.
De visie van de kerk op het gezin
Om een context te creëren voor de visie van onze kerk op het gezin wil ik de woorden van een liedje dat onze kinderen vaak zingen citeren. Het heet ‘Lang geleden in de hemel’. Er wordt duidelijk in uitgelegd waar we vandaan komen, waarom we hier zijn en waar we heen gaan. De leden van de kerk noemen dit het heilsplan. Het is een eeuwig plan van onze hemelse Vader.
Heel lang geleden was ik in de hemel, echt waar.
Jij en ik woonden in vreugde met anderen daar;
hemelse Vader vertelde ons toen van zijn plan
waardoor de mens eens verlost en verhoogd worden kan.
Vader zocht iemand die zoveel van jou en mij hield
dat Hij voor ons wilde sterven, ja, voor ied’re ziel.
Eén zei: zend mij, ik breng elk van uw kinderen weer.
Jezus zei: Vader, zend Mij en aan U zij de eer.
Wij kozen Jezus, die als de Messias hier kwam,
’t kwaad overwon en de zonden van elk op Zich nam;
gaf ons de hoop op een leven in eeuwige pracht,
thuis in die hemel waar Vader op jou en mij wacht.2
Met dit lied in gedachte zal ik een paar belangrijke onderdelen van het heilsplan uitleggen die onze sterfelijkheid en ons eeuwige wezen, en die van ons gezin verduidelijken.
Vóór onze geboorte woonden we bij God. Hij is onze hemelse Vader. Hij is de letterlijke Vader van onze geest en wij zijn zijn geestkinderen. Daarom zijn alle mensen die in dit leven geboren worden in geestelijke zin broers en zussen.
‘Het is Gods bedoeling — dat is zijn werk en zijn heerlijkheid — ons in de gelegenheid te stellen om al zijn zegeningen te ontvangen.’ Onze keuze om zijn geboden te gehoorzamen of niet te gehoorzamen bepaalt onze eeuwige bestemming. ‘Jezus Christus staat centraal in Gods plan. Met zijn verzoening heeft Jezus Christus het plan van zijn Vader verwezenlijkt en het voor ons allen mogelijk gemaakt om de onsterfelijkheid en het eeuwige leven te ontvangen.’3 Huwelijks- en gezinsbanden worden door priesterschapsbevoegdheid vastgelegd, zodat ze na de dood standhouden als we ‘zowel voor tijd als voor alle eeuwigheid’ in de tempel trouwen (Leer en Verbonden 132:7).
Ik hoop dat u door deze korte schets begrijpt hoe onze theologie volledig met het traditionele gezin verbonden is. De maatschappij, de wet en de gangbare mening zullen misschien veranderen, maar de maatschappelijke versie van het gezin kan en zal Gods doeleinden en zijn plan voor zijn kinderen niet vervangen.
In onze huidige wereld, waarin huwelijk en kinderen steeds minder waarde toegekend worden, is De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen niet de enige die het traditionele gezin als een van haar voornaamste leerstellige elementen benoemt.
Paus Franciscus heeft gezegd: ‘Hij [God] schiep man en vrouw voor geluk. Zij mochten hun reis maken met iemand die hen aanvult. Zij mochten de wonderbaarlijke ervaring van liefde meemaken: liefhebben en geliefd worden, en hun liefde vrucht zien dragen in kinderen.’4
De Southern Baptist Church verklaart: ‘Het huwelijk verenigt één man en één vrouw voor het leven in een verbond. […] Man en vrouw zijn evenveel waard in de ogen van God, want ze werden beiden naar Gods beeld geschapen.’5
Onze leerstellige geloofsopvattingen over het eeuwige gezin en uitspraken van andere vooraanstaande christelijke leiders maken het begrijpelijker waarom we het traditionele gezin zo toegewijd koesteren, beschermen en propageren.
Maatschappelijke steun aan de godsdienstige visie
Er zijn er die denken dat dergelijke leer en uitspraken slechts irrationele religieuze stemmen vertegenwoordigen. Maar in juni 2015 heeft het Amerikaanse Hooggerechtshof benadrukt dat oprechte, weldenkende mensen, zelfs als ze het homohuwelijk erkennen, een andere mening toegedaan kunnen zijn:
‘Het huwelijk is hun die naar hun godsdienst leven heilig. […]
‘Er zijn ontelbare verwijzingen naar de schoonheid van het huwelijk in godsdienstige en filosofische geschriften die tijd, cultuur en geloof overbruggen, en tevens in kunst en literatuur in al hun vormen. Het is redelijk en noodzakelijk te zeggen dat die verwijzingen gebaseerd waren op de gedachte dat het huwelijk een verbintenis tussen twee personen van een verschillend geslacht was. […]
‘Het huwelijk is in hun beleving van nature een geslacht gedifferentieerde verbintenis tussen man en vrouw. Dit was gedurende lange tijd, en is nog steeds, de welgemeende visie van weldenkende, oprechte mensen hier en in de hele wereld.’6
Het hooggerechtshof erkende terecht dat veel oprechte, weldenkende mensen in de wereld in het traditionele huwelijk blijven geloven.
Geloof, gezin en vrijheid
Aangezien weldenkende, oprechte mensen het huwelijk uitsluitend zien als een verbintenis met een persoon van het andere geslacht, moet de publieke opinie die visie ruimte geven en moet godsdienstvrijheid haar beschermen. Juist omdat een godsdienstige overtuiging de visie van gelovigen op het doel van het leven raakt, zal die visie hun interactie met de maatschappij bepalen.
Ik moet hierbij denken aan een nieuwsbericht over een leerkracht die jonge kinderen een verhaaltje voorlas over twee prinsen die verliefd op elkaar werden. De leerkracht deed dat zonder waarschuwing of informatie. Toen de ouders vroegen of de school hen op de hoogte wilde brengen als het verhaaltje weer voorgelezen zou worden, weigerde de school.7
Zou het schoolbestuur er echt last van hebben gehad, als het de ouders had toegestaan hun kinderen thuis te houden wanneer het lesmateriaal in strijd met hun geloof was? De beslissing van de school lijkt een regelrechte aanval op de rol van ouders bij de opvoeding van hun kinderen.
We leven in een tijd van uitersten. Het lijkt vaak moeilijk om tot een compromis te komen. We horen verhalen van mensen die hebben geprobeerd om hun normen trouw te blijven en die dan van fanatisme of onverdraagzaamheid beschuldigd worden, of buiten proportie gestraft worden.
Van de bijna 200 landen in de wereld hebben de meeste het exclusieve recht van ouders om hun kinderen te onderwijzen erkend door het Handvest van de Verenigde Naties betreffende de rechten van de mens te ondertekenen. In artikel 18 van dat verdrag staat: ‘De […] partijen […] verbinden zich om respect voor de vrijheid van ouders te tonen […] zodat zij hun kinderen de godsdienstige en morele opvoeding kunnen geven die met hun eigen overtuigingen overeenkomt.’8
Die internationale bescherming van mensenrechten staat op één lijn met de opinie van de kerk. In de proclamatie over het gezin staat: ‘Ouders hebben de heilige plicht om hun kinderen in liefde en rechtschapenheid op te voeden, […] en ze te leren dat ze elkaar moeten liefhebben en helpen, [en] de geboden van God moeten naleven. […] De echtelieden — de moeders en vaders — zullen door God verantwoordelijk worden gehouden voor het nakomen van deze verplichtingen.’9
Het lijkt misschien of het tij zich tegen ons gekeerd heeft, maar we hebben voldoende steun om aan onze ideeën over het traditionele huwelijk vast te houden. Ik heb maar een paar bronnen genoemd. Er zijn er nog veel meer.
We moeten alle mogelijke steun mobiliseren om ons geloof, het gezin en onze vrijheid te versterken en beschermen. Sommige mensen doen hun best om ons die rechten te ontnemen. In een nieuwsbericht stond dat er miljoenen dollars zijn gestoken in het tenietdoen van de bescherming van godsdienstvrijheid in de Verenigde Staten.10
De reactie van mijn collega, ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen, was denk ik heel goed: ‘Hoewel we ernaar streven zachtmoedig te zijn en twist te mijden, betekent dat niet dat we moeten marchanderen met onze toewijding aan de waarheden die we begrijpen. We moeten ons standpunt of onze waarden niet opgeven.’11
Als onze tegenstanders oprecht zijn in hun toewijding aan de waarden verscheidenheid en gelijkwaardigheid, dan moeten we in staat zijn om samen te werken en mededogen en vrede te vinden. De ideeën van de een aan de ander opdringen, zoals dat gebeurde met de kinderen die lesmateriaal kregen dat in strijd was met de wensen van hun ouders, vermindert verscheidenheid en brengt de gelijkwaardigheid uit balans. Als we compromissen sluiten en alle kinderen van God, die onze broeders en zusters zijn, liefhebben, weven we een vreedzaam, kleurrijk tapijt van idealen en geloofsovertuigingen.
Algemene beginselen bij naastenliefde
Nu ik het belang van het traditionele huwelijk en onze taak om onze rechten te verdedigen heb besproken, wil ik uitleggen waarom we hun met wie wij van mening verschillen, een vriendschappelijke hand moeten reiken. Jezus Christus heeft geboden:
‘Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen;
‘zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is’ (Mattheüs 5:44–45).
Net zoals we familieleden met wie we van mening verschillen niet moeten schuwen, zo kunnen en mogen we hen die er anders dan wij uitzien of denken of handelen, ook niet schuwen. Wij laten medemenselijkheid zien als we alle kinderen van God liefde en vriendelijkheid betonen. We zijn een voorbeeld in discipelschap als we niet fel tekeer gaan, als we geen spottende labels opplakken en als we in de openbare discussie naar eerlijke resultaten door begrip en wederzijds respect streven.
De kerk heeft onlangs een wet gesteund die de belangen van de lhbt-gemeenschap in evenwicht moet brengen met de belangen van traditioneel religieuze gelovigen. Die wet beschermt lhbt-mensen tegen ontslag of het ontzeggen van een woning op grond van hun seksuele oriëntatie of identiteit. Tegelijkertijd wordt het godsdienstig geweten en het recht om diep religieuze overtuigingen te praktiseren door die duidelijke wet beschermd.12
Geen van beide partijen kreeg alles wat ze wilde, maar ons overleg met de lhbt-gemeenschap en het wetgevend lichaam van Utah heeft de verdeeldheid in ons gebied verminderd zonder dat we compromissen op principiële zaken hoefden te sluiten.13 We kunnen elkaar liefhebben zonder persoonlijke, goddelijke idealen op te geven. En we kunnen over die idealen spreken zonder anderen naar beneden te halen.
Jezus Christus was het ultieme voorbeeld van naastenliefde. Slechts enkele uren voordat Hij aan het pijnlijke proces van lijden voor ons aller zonden begon, kwam Hij met zijn apostelen samen om het Pascha te vieren, zijn laatste avondmaal, en ze de laatste instructies tijdens zijn sterfelijk leven te geven. Hij sprak onder anderen deze bezielende, invloedrijke woorden: ‘Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben’ (Johannes 13:34).
Wij kunnen duidelijk en enthousiast over de voordelen van een huwelijk tussen man en vrouw zijn zonder hen die anders denken te beschimpen of kwetsen. Ongeacht ons geloof en onze leefwijze moeten wij elkaar als broeders en zusters trachten te begrijpen. Vergeet niet dat we allemaal, getrouwd of alleen, een uniek deel uitmaken van Gods grote plan.
Tot besluit
De profeet Joseph Smith en zijn broer Hyrum werden op 27 juni 1844 door een bende om het leven gebracht terwijl ze in een staatsgevangenis zaten. Na hun martelaarschap werden de leden van de kerk vervolgd en met vernietiging bedreigd terwijl ze de Nauvootempel aan het bouwen waren. Maar zij gingen door, zelfs al wisten ze dat ze de tempel achter zouden moeten laten. Voordat ze door de bendes werden verdreven, waren ze dag en nacht in de tempel om heilige beloften te doen die hun gezinsleden voor eeuwig met elkaar zouden verbinden.14
Tijdens de tocht naar de Salt Lake Valley hebben mijn overgrootouders aan zowel mijn moeders als mijn vaders kant een monumentale prijs aan lijden en ontbering betaald. Pioniersfamilies werden door de dood gescheiden, maar hoewel zij op hun barre tocht naar het westen kinderen, echtgenoten, ouders, grootouders en vrienden moesten begraven, gingen zij voort.
Hun geloof in een goddelijk plan, ontworpen door hemelse Ouders die van ons houden, gaf hun moed in tijden van enorme moeilijkheden. Zij waren op zoek naar een plek waar ze hun kinderen zonder vervolging konden leren van God te houden en Hem te dienen. Ik ben dankbaar dat ze voor mij de weg hebben gebaand.
De leer en de theologie van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen beginnen en eindigen met het gezin. Ik herhaal nog eens wat ik eerder heb gezegd: wij geloven dat we vóór dit aardse leven deel uitmaakten van het geestelijke gezin van God. Wij geloven dat we ons als kinderen van hemelse Ouders hier op aarde moeten voorbereiden op onze terugkeer, waarbij we de zegeningen ontvangen die hun die Gods geboden onderhouden, zijn beloofd.
Die kennis zal ons allen voorbereiden op onze sterfdag. Dan zullen we bij onze terugkeer naar Gods heilige tegenwoordigheid zeker weten wat het ware doel van zijn plan voor ons is. Daarom doen wij, zoals in de proclamatie over het gezin vermeld staat, ‘een beroep op burgers en overheidsdienaren met verantwoordelijkheidsbesef overal ter wereld om maatregelen te bevorderen die erop gericht zijn het gezin als fundamentele eenheid van de maatschappij te handhaven en te versterken.’15