Beginselen voor uw bediening
Loopt u dit essentiële aspect van bediening mis?
Bediening is u ‘verblijd[en] met hen die blij zijn’, net zozeer als ‘huil[en] met hen die huilen’ (Romeinen 12:15).
Bij bedienen denken we al snel aan mensen helpen die dat nodig hebben. We praten over tuinieren voor een weduwe, eten brengen aan een zieke of iets geven aan wie het moeilijk hebben. We knopen Paulus’ raad om te ‘huil[en] met hen die huilen’ in onze oren, maar letten we ook genoeg op het eerste aspect van dat vers: ons ‘verblijd[en] met hen die blij zijn’? (Romeinen 12:15.) Ons verblijden met hen die wij bedienen – of dat nu inhoudt hun successen mee te vieren of ze helpen vreugde in moeilijke tijden te vinden – is een belangrijk aspect van uw bediening zoals de Heiland dat zou doen.
Hier zijn vier nuttige ideeën om ons te richten op het goede dat God op ons pad plaatst.
1. Wees opmerkzaam
Bonnie H. Cordon, algemeen jongevrouwenpresidente, maakt ons duidelijk dat we hen die we bedienen, moeten zien – niet alleen hun zorgen en moeilijkheden zien, maar ook hun sterke kanten, talenten en successen. Ze zegt dat ze aan ons ‘een pleitbezorger en vertrouweling [moeten] hebben, iemand die hun omstandigheden kent en hun dromen en doelen steunt.’1
In de gelijkenis van de schapen en de bokken zegt de Heiland dat degenen aan zijn rechterhand zullen vragen: ‘Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien en te eten gegeven? Of dorstig en te drinken gegeven?
‘Wanneer hebben wij U als een vreemdeling gezien en gastvrij onthaald?’ (Mattheüs 25:37–38.)
‘Broeders en zusters, het sleutelwoord is gezien’, aldus zuster Cordon. ‘De rechtvaardigen zagen wie in nood was omdat ze keken en opletten. Ook wij kunnen met een wakend oog hulp en troost bieden, successen meevieren en zelfs meedromen.’2
2. Vind redenen om iets te vieren
Vier grote of kleine successen mee. Het kan om kanker overwinnen of oppakken van het leven na een stukgelopen relatie gaan, een nieuwe baan of een teruggevonden schoen, een maand overleven na het verlies van een dierbare of een week overleven zonder suiker.
Bel om de betrokkene te feliciteren, stuur een kaartje of ga samen ergens lunchen. Als we elkaar deelgenoot maken van onze zegeningen, dankbaar in het leven staan, en de zegeningen en successen van anderen meevieren, ‘verheugen [we ons] in de vreugde van onze broeders’ (Alma 30:34).
3. Zie de hand van de Heer
Soms betekent ons verblijden met anderen dat we ze wijzen op redenen om zich te verblijden – wat voor moeilijkheden of genoegens ook op ons pad komen. De simpele waarheid dat onze hemelse Vader op ons let en klaarstaat om ons op te beuren, kan een ongelooflijke bron van vreugde zijn.
U kunt anderen helpen om de hand van de Heer in hun leven te zien door te vertellen hoe u die bij uzelf hebt gezien. Stel u kwetsbaar op en geef aan hoe uw hemelse Vader u door uw moeilijkheden heen heeft geholpen. Dit getuigenis kan anderen laten inzien hoe Hij ook hen geholpen heeft (zie Mosiah 24:14).
4. Perk uw vermogen om u te verblijden niet in
Helaas perken we ons eigen vermogen om ons met anderen te verblijden soms in. Dat geldt vooral als we niet zeker weten wat we te bieden hebben of waar we in het leven staan. In plaats van ons in het geluk van een ander te verheugen, gaan we ons met hen vergelijken. Dat is echt een valstrik. Ouderling Quentin L. Cook van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Zegeningen vergelijken, is waarschijnlijk de beste manier om vreugde te verdrijven. Wij kunnen niet tegelijk dankbaar en jaloers zijn.’3
‘Hoe kunnen we die neiging, die we bijna allemaal hebben, weerstaan?’ vroeg ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen. ‘We kunnen onze vele zegeningen tellen, en we kunnen de prestaties van anderen toejuichen. Maar we kunnen vooral anderen dienen, de beste oefening die ooit voor het hart is voorgeschreven.’4 Laten we geen vergelijkingen trekken, maar de mensen die we bedienen complimenteren. Vertel vrijuit wat u in hen of hun gezinsleden waardeert.
Paulus herinnert ons eraan dat wij allemaal leden van het lichaam van Christus zijn, en ‘als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee’ (1 Korinthe 12:26). Met de hulp van onze hemelse Vader kunnen we opmerken wat er met anderen gebeurt, grote en kleine successen meevieren, ze de hand van de Heer helpen zien en afgunst overwinnen, zodat we ons werkelijk samen in de zegeningen, talenten en het geluk van anderen kunnen verblijden.