2019
De Laietempel (Hawaï): een eeuw van vergadering
Oktober 2019


De Laietempel: een eeuw van vergadering

De Laietempel (Hawaï) werd honderd jaar geleden ingewijd. Veel heiligen zijn er in de loop van de tijd naartoe gekomen om hun tempelzegens te ontvangen terwijl het evangelie over de hele wereld werd verspreid.

Laie Hawaii Temple rendering

Ontwerpweergave van architecten Hyrum Pope en Harold W. Burton.

Een van de grote zendingen van de Kerk van Jezus Christus in de laatste dagen is tempelzegens voor alle mensen, zowel de levenden als de doden, ter beschikking te stellen. De profeet Joseph Smith verklaarde dat ‘het doel van het vergaderen van […] Gods volk in enig tijdperk van de wereld […] was een huis voor de Heer te bouwen waar Hij de verordeningen van zijn huis […] aan zijn volk kon openbaren.’1

Aan het begin van de twintigste eeuw waren er slechts vier tempels in bedrijf, alle in Utah (VS). De fysieke vergadering naar Utah was dus de voornaamste manier om toegang tot tempelzegens te krijgen. Dat veranderde in 1919. Op 27 november 1919 wijdde president Heber J. Grant (1856–1945) de Laietempel in. Dit betekende een historisch kantelpunt in de herstelling, want daarmee kwamen de tempelzegens voor veel landen beschikbaar.

De Laietempel was in veel opzichten de eerste internationale tempel. Er konden meteen leden uit Hawaï, Nieuw-Zeeland, Samoa, Tonga, Tahiti, Japan en Australië terecht. Door de aanhoudende groei van de kerk in Oceanië en Azië nam het aantal landen dat een beroep op deze tempel deed ook toe.

We staan nu stil bij deze belangrijke mijlpaal van honderd jaar vergadering van Israël aan beide kanten van de sluier.

Vergadering vanuit Samoa

De eilanden van Samoa liggen op zo’n vierduizend kilometer van Hawaï. In 1919 zei John Q. Adams, de zendingspresident in Samoa: ‘Na de voltooiing van de tempel in Laie leek het of onze mensen door een intens verlangen werden gegrepen om genoeg wereldse goederen te vergaren zodat ze naar de tempel konden gaan.’ Aulelio Anae, bijvoorbeeld, had twintig jaar pro deo als zendeling gearbeid. Door die jaren van offers had broeder Anae niet genoeg geld om naar Hawaï te reizen, dus verkocht hij alles wat hij bezat. Het lukte hem om zo 600 of 700 Amerikaanse dollars bij elkaar te schrapen.2 Broeder Anae en andere Samoaanse leden offerden alles wat ze konden op om in de jaren 1920 naar Laie te verhuizen.

Eén gezin, de Leota’s, kwam op nieuwjaarsdag 1923 in Hawaï aan. De zevenjarige Vailine Leota wist te vertellen: ‘Onze eerste [aanblik] van de tempel […] was echt prachtig.’3 Twee weken later ontvingen Vailine’s ouders, Aivao en Matala, al hun begiftiging. Ze werden eveneens als echtpaar verzegeld en hun kinderen werden aan hen verzegeld. De Leota’s hebben vijftig jaar lang trouw in het huis van de Heer gediend en zijn begraven ‘nabij de tempel waar ze zoveel van hielden’.4 Er wonen tegenwoordig honderden trouwe nakomelingen van hen verspreid over Hawaï.

Een onmogelijke onderneming

Er zijn veel leden uit Oceanië naar Hawaï geëmigreerd. Daarnaast organiseerden veel wijken en gemeenten uit verschillende landen groepsreizen, oftewel excursies, naar de tempel. Deze geestelijke vorm van vergadering stelde kerkleden in de gelegenheid om hun tempelverordeningen te ontvangen, en daarna terug te keren en de kerk in hun eigen land op te bouwen.

Bij de inwijding bad president Grant of de Heer de heiligen in Nieuw-Zeeland en alle eilanden in Oceanië de kans wilde bieden om hun geslachtsregisters te verzamelen, naar de tempel te gaan en zo heilanden voor hun voorouders te worden.

Een groep Maori-leden uit Nieuw-Zeeland begon nog geen zes maanden na de inwijding met groepsreizen naar de tempel. Deze heiligen waren verblijd met het nieuws van de inwijding, ook al bevonden ze zich op ruim achtduizend kilometer van Hawaï.

Waimate en Heeni Anaru hadden een groot verlangen om met de eerste groep naar de tempel te reizen. Die onderneming leek evenwel onmogelijk vanwege de armoede van het gezin en de torenhoge kosten van 1200 Nieuw-Zeelandse pond voor de reis. Ze zouden een wonder nodig hebben.

De familie Anaru had jarenlang de raad van de profeet opgevolgd en hun genealogische gegevens verzameld. Die gegevens lagen vervolgens op een stapel terwijl de Anaru’s op een wonder wachtten. Hun zoon, Wiwini, kende het geloof van zijn ouders: ‘Mijn moeder wanhoopte nooit dat ze [niet] op een dag met mijn vader aan een tempelaltaar zou knielen.’

Er vond een wonder plaats. Waimate sleepte een contract van de Nieuw-Zeelandse overheid voor een groot landontwikkelingsproject in de wacht. Hij kreeg voor dit project genoeg geld vooruitbetaald om de reis naar Hawaï te bekostigen. Waimate en Heeni overwonnen hun angst om over de oceaan te reizen en maakten in mei 1920 met veertien heiligen de oversteek naar Hawaï. Ze ontvingen hun begiftiging en lieten zich verzegelen. Het onmogelijke was gebeurd.

Er zijn duizenden verhalen zoals die van de familie Anaru over heiligen der laatste dagen die naar de Laietempel reisden om verordeningen te ontvangen en aanspraak op de beloften van de Heer in zijn huis te maken. Dit vergde grote offers, maar resulteerde in sterkere heiligen die voorbereid waren om bij terugkeer in hun eigen land de kerk te leiden.5

Laie uitbouwen

De inspanningen van de kerk om een modern Laie te creëren, zijn de heiligen der laatste dagen in Oceanië nog meer tot zegen geweest. In de jaren 1950 en 1960 werden er zendelingen uit Hawaï, Tonga, Samoa, Nieuw-Zeeland, Tahiti, de Cookeilanden, Fiji en Noord-Amerika geroepen om met hun culturele talenten en bouwkundige vaardigheden het Church College of Hawaii (nu Brigham Young University–Hawaii), het Polynesian Cultural Center en een nieuw bezoekerscentrum voor de tempel vorm te geven. Op 3 mei 1960 ontvingen 47 zendelingen uit Tonga en Samoa hun tempelverordeningen – een voorbeeld van de geestelijke zegeningen die met hun aardse werk gepaard gingen. (Zie Building Missionaries in Hawaii, 1960–1963, Bibliotheek voor kerkgeschiedenis, Salt Lake City, 100.)

Eén zendeling, Matte Teʻo, liep ernstige brandwonden op voordat hij Samoa verliet, maar hij ging toch naar Hawaï. Artsen vreesden dat zijn geblakerde hand misschien geamputeerd moest worden. Veel van zijn medezendelingen baden voor hem. Eenmaal in de tempel riep broeder Teʻo tot de Heer: ‘Raak deze hand aan.’ ‘Herstel deze hand, zodat ik toch een beetje kan helpen.’ Hij begon onmiddellijk te genezen. Aan zijn hand is tegenwoordig geen litteken meer te zien. Hij is nu verzegelaar in de Laietempel en zegt: ‘Deze tempel […] heeft een grote invloed op al deze gemeenschappen, niet alleen hier, maar in heel Oceanië.’ (In Christensen, Stories of the Temple in Lāʻie, Hawaiʻi, 328–330.)

Geestelijke vergadering vanuit Azië

Na de Tweede Wereldoorlog en de hervestiging van de kerk in Japan organiseerden de heiligen daar de eerste Aziatische groepsreis naar de tempel. In 1965 maakten 165 toegewijde heiligen een volgeboekte vliegreis van Tokio naar Hawaï om tempelverordeningen te ontvangen. Die reis had een ongelooflijke toename in kracht voor de kerk in Japan tot gevolg. Van deze leden is 95 procent actief in de kerk gebleven. Vijf van hen werden later tempelpresident in hun eigen land, onder wie ouderling Yoshihiko Kikuchi, de eerste algemeen autoriteit uit Japan.6

In 1970 reisde een groep Koreaanse leden naar Laie. Gemeentepresident Choi Wook Whan zei: ‘We gingen naar de tempel en dat opende onze ogen voor de wijze waarop we eeuwig heil kunnen ontvangen. Het eeuwige plan werd werkelijkheid, ons getuigenis is zo enorm versterkt, dat het moeilijk is uit te leggen. Wat een grote zegen is het voor de mensen in Korea dat ze de gelegenheid hebben om de tempel te bezoeken.’7

Laie Hawaii Temple at night

Foto van fries van Hawaïaanse tempel met dank aan de Bibliotheek voor kerkgeschiedenis; avondfoto van LAIETEMPEL Carla Johnson

Onze overleden verwanten vergaderen

Wanneer tempelverordeningen voor een land binnen bereik komen, staan de zegeningen van de Heer niet alleen de levenden in dat land ter beschikking, maar ook de overledenen uit dat land aan de andere kant van de sluier. Die zegen is veel leden in Aziatische landen ten deel gevallen. In hun cultuur worden geslachtsregisters al eeuwenlang nauwgezet bijgehouden.

Kwai Shoon Lungs ouders emigreerden van China naar Hawaï. Hij werd in 1894 in Kauai geboren en in 1944 op zijn vijftigste verjaardag gedoopt. Broeder Lung gaf les in familiegeschiedenis in de kerk en vertelde zijn leerlingen: ‘Ik had ’s nachts eens een visioen waarin ik veel van mijn overleden verwanten zag. Ze wenkten mij om voor hen te werken.’ Drie dagen later ontving hij zijn geslachtsregister van zijn tante in China: 22 pagina’s in Chinese lettertekens met zijn voorouders tot in het jaar 1221 n.C. Samen met zijn zoon Glenn en schoondochter Julina heeft hij in de tempel duizenden verordeningen voor hun familie verricht. Glenn en Julina Lung hebben later, van 2001 tot 2004, trouw als president en mater van de Laietempel gediend.8

De rol die niet verbrandde

Michie Eguchi kwam begin 1900 vanuit Japan naar Hawaï. Ze had onder meer een Japanse zijden rol bij zich. Haar kleindochter Kanani Casey ging op zending naar Japan en kwam er later achter dat op haar oma’s rol voorouders uit een periode van bijna duizend jaar stonden.

In 2013 brandde Kanani’s huis volledig af. Haar gezinsleden en zij raakten bijna alles kwijt door de brand. Ze hadden hun genealogie in plastic bakken onder hun bed opgeborgen. Ze keerden na de brand naar het huis terug. Daar troffen ze een berg as en roet aan.

‘Het enige wat ik echt hoopte te vinden, was de rol met de vertalingen en de familiegeschiedenis’, zei Kanani. ‘Ik wist wel dat al het tempelwerk voor mijn Japanse voorouders al gedaan was, maar de rol was me ontzettend dierbaar.’

Toen Kanani en haar man, Billy, door de as waadden, stuitten ze uiteindelijk op een blauwe plastic zak. In de zak troffen ze de rol plus de vertalingen en een boek met familiegeschiedenis aan, wonderlijk genoeg nog intact. De rol was alleen ietsje verschroeid aan de randen, maar al het andere in hun slaapkamer was vergaan.

Kanani meent dat de Heer de rol heeft bewaard ‘ten behoeve van mijn nageslacht als bewijs van zijn liefde voor ons, en om het belang van familiegeschiedenis en tempelwerk aan te tonen.’ (In Christensen, Stories of the Temple in Lāʻie, Hawaiʻi, 172–174.)

Vergadering door opleidingsmogelijkheden

De zegeningen van de Laietempel zijn ook ten goede gekomen aan hen die voor een studie naar Laie zijn gekomen. Sinds de jaren 1950 zijn er tienduizenden studenten vanuit heel Polynesië en Azië getrokken naar wat nu BYU–Hawaii is. Veel studenten hebben dopen voor de doden verricht en als tempelwerker gediend. De Laietempel heeft studenten liefde voor familiegeschiedenis en tempelwerk bijgebracht. Ze zijn ook beter voorbereid wanneer er een tempel in hun eigen land komt.

Choon Chua James, oorspronkelijk uit Singapore, kwam in de jaren 1970 met haar zus naar BYU–Hawaii. Ze zijn in 1978 allebei met een man uit een ander land getrouwd. Zuster James mijmerde: ‘Ons huwelijk in de Laietempel bracht twee bekeerlingen en twee culturen voor tijd en alle eeuwigheid samen – hopelijk het begin van een duurzaam erfgoed van tempelzegeningen in onze familie. Er zijn naast die van ons in de Laietempel nog honderden eeuwige huwelijken tussen studenten van BYU–Hawaii gesloten. Dat is misschien wel het grootste erfgoed van het zestigjarig bestaan van de universiteit.’ (In Christensen, Stories of the Temple in Lāʻie, Hawaiʻi, 236.)

De vergadering gaat voort

De Laietempel in Hawaï ligt op het kruispunt van Oceanië tussen Amerika en Azië, en heeft de deur naar tempelzegens voor veel landen geopend. Zo werd de vergadering van Israël op de eerste plaats een geestelijke vergadering – leden kunnen er hun tempelzegens ontvangen en daarna naar hun eigen land terugkeren om de kerk daar op te bouwen. En zo werd het herstelde evangelie naar vele culturen en volken aan beide kanten van de sluier verbreid.

Nu we vieren dat de Laietempel honderd jaar bestaat, zijn we bevoorrechte getuigen van een mijlpaal in de herstelling en vervulling van de profetie van de profeet Jakob in het Boek van Mormon: ‘Groot zijn […] de beloften van de Heer aan hen die zich op de eilanden van de zee bevinden’ (2 Nephi 10:21).

Noten

  1. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 449.

  2. Zie James Adams Argyle, samensteller, ‘The Writings of John Q. Adams’, 14, FamilySearch.org.

  3. Vailine Leota Niko, in Clinton D. Christensen, samensteller, Stories of the Temple in Lāʻie, Hawaiʻi (2019), 70–71.

  4. Aivao Frank Leota (1878–1966), FamilySearch.org.

  5. Zie Christensen, Stories of the Temple in Lāʻie, Hawaiʻi, 64–65.

  6. Zie Christensen, Stories of the Temple in Lāʻie, Hawaiʻi, 114–117.

  7. Choi Wook Whan, in ‘Going to the Temple Is Greatest Blessing’, Church News, 17 april 1971, 10.

  8. Zie Christensen, Stories of the Temple in Lāʻie, Hawaiʻi, 166.