Kinderen en jongeren dienen

Brittany Beattie

Afdeling priesterschaps- en gezinszaken

Wat voor roeping ze ook hebben, alle volwassenen kunnen aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren in hun wijk bijdragen.

Onze liefhebbende hemelse Vader heeft ieder van ons unieke talenten, gaven, passies en interesses gegeven. Met die talenten kunnen we de mensen om ons heen dienen in ons streven om Jezus Christus ‘één van hart en één van zin’ na te volgen (Mozes 7:18). En wij dienen niet alleen volwassenen, maar ook kinderen en jongeren.

Of u nu jeugdwerkleerkracht, jongerenleider, of dienende broeder of zuster bent, of u gaat in een andere hoedanigheid met kinderen en jongeren in de kerk om, u hebt het vermogen om kinderen en jongeren te inspireren, aan te moedigen, op te bouwen, en ze te helpen om het potentieel te verwezenlijken dat hun hemelse Vader in hen ziet.

Uw bemoediging en bediening kunnen deel uitmaken van kerkgesteunde aspecten van de thuisgerichte inzet. Bedenk echter wel dat het in de eerste plaats de ouders zijn die de heilige rol hebben om de groei van hun kinderen aan te sturen en hen te ondersteunen. Dat geldt ook als de ouders geen lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zijn, of als ze niet actief in de kerk zijn. Wat voor vormen kan die kerkelijke steun aannemen, en hoe kan ieder van ons daar een bijdrage aan leveren?

Hier volgen vier ideeën:

1. Leer de kinderen en jongeren kennen.

Het is moeilijk om iemand te steunen als u niet weet wat voor steun die nodig heeft. Kent u de kinderen en jongeren om u heen goed genoeg om te weten aan welke doelen ze werken, wat voor hulp ze daar eventueel bij nodig hebben, of wat er belangrijk voor ze is? Kent u aan de andere kant ook hun sterke kanten en interesses zodat u ze in contact kunt brengen met mensen die hen zouden kunnen helpen?

Een voorbeeld: Jessica Ocampo uit Guatemala bood aan om op haar vriendin Lisbetts zoon David te passen terwijl Lisbett als leidster naar het jongevrouwenkamp was. Jessica vroeg of ze in die tijd iets kon doen om David te helpen, en Lisbett zei dat David nog niet kon fietsen. Jessica vroeg haar eigen zoons om te helpen, en samen leerden ze David fietsen. Ze wisten ook dat David in het basketbalteam van de wijk speelde en zich op een toernooi aan het voorbereiden was, dus ze trokken een dag uit om hem met zijn voorbereiding te helpen. David mag dan in één dag niet erg veel beter zijn geworden in basketbal, maar hij zei: ‘Ze lieten zien dat ze echt om me gaven.’ Hij voegde daar aan toe: ‘Ik heb op mijn telefoon nog de video van toen ik leerde fietsen.’

Andere ideeën

Als u buiten de lessen of activiteiten in de kerk met kinderen om wilt gaan, zorg er dan voor dat u toestemming van de ouders krijgt. Vermijd situaties waarin u met een kind of jongere alleen bent. Idealiter is een van de ouders van het kind aanwezig als u hulp verleent. Het is ook belangrijk om veiligheidsmaatregelen te nemen.
Begroet in de kerk kinderen, jongeren en hun ouders. Leer hun namen en vraag ze hoe hun week verlopen is.
Vraag de leden van uw bedieningsgezinnen wat ze leuk vinden, waar ze bang voor zijn, of geïnteresseerd in zijn. Weet waar ze mee bezig zijn. Praat vervolgens met ze en vraag in gebed hoe u ze kunt steunen.

2. Zet uw talenten in en kijk of u anderen ergens bij kunt betrekken.

U bent uw hele leven al vaardigheden en talenten aan het ontwikkelen. U hebt unieke ervaringen waarmee u inzichten en kennis over een scala aan onderwerpen hebt opgedaan. Kunt u met uw talenten en wijsheid kinderen of jongeren helpen om hun plannen te verwezenlijken? Kunt u hen helpen om kansen te herkennen waarmee ze hun doelen kunnen bereiken?

Een voorbeeld: Olalekan Babatunde uit Osun (Nigeria) is advocaat. De kinderen en jongeren in zijn ring namen deel aan een beroepskeuzetest. Toen hij hoorde dat een jongeman in zijn wijk advocaat wilde worden, bood Olalekan aan hem daarin te steunen. Olalekan helpt hem met zijn voorbereidingen op een studie in de rechten.

Maria Vasjtsjenko uit Kiev (Oekraïne) zag de invloed die een vrouw op haar 13-jarige zoon had toen ze merkte dat hij muzikaal talent had. De vrouw nodigde hem uit om piano te spelen op de culturele viering voor de inwijding van de Kievtempel (Oekraïne). Op dat moment was hij eigenlijk van plan om met zijn muziekstudie te stoppen, maar hij besloot op haar uitnodiging in te gaan.

Maria zegt: ‘Dit was een keerpunt in het leven van mijn zoon. Het concert was geweldig! We zeiden achteraf tegen onze zoon dat hij nu wel kon ophouden met muziek studeren, maar hij antwoordde dat hij zich had bedacht. Hij studeerde met uitstekende cijfers van het conservatorium af, leerde nog enkele andere muziekinstrumenten spelen, begon muziek te componeren en liederen te schrijven, en richtte een band op. Op zending zette hij muziekuitvoeringen op touw, speelde hij lofzangen in de avondmaalsdienst, dirigeerde hij een koor van zendelingen, en leerde hij onderzoekers gitaar en piano spelen. We zullen de zuster die onze zoon hielp om zijn talenten te ontwikkelen altijd dankbaar zijn.’ Deze zuster bracht iets goeds teweeg door eenvoudigweg te weten wat de vaardigheden van de jongeman waren, en hem uit te nodigen om daarmee wat voor anderen te betekenen.

Andere ideeën

Bied aan om kinderen en jongeren tijdens een van hun activiteiten uw vaardigheden bij te brengen, of laat ze in de ZHV of het ouderlingenquorum hun talenten gebruiken.
Lees uw patriarchale zegen en denk na over uw talenten en gaven van de geest waarmee u anderen in hun ontwikkeling kunt steunen. Denk ook aan gaven die misschien niet zo in het oog springen, bijvoorbeeld dat u goed kunt luisteren.
Maak een lijst van uw sterke kanten en die van anderen, zodat u klaarstaat om mensen te steunen die iets aan de kennis van een ander zouden kunnen hebben. Dit kan vooral nuttig zijn als gezinnen, wijkraden, en de presidiums van jongerenklassen en quorumpresidiums de handen in elkaar slaan.

3. Toon belangstelling en geef bemoediging.

Onthoud wanneer kinderen of jongeren een grote dag hebben: doe daar vervolgens wat mee. Stuur een bemoedigend briefje. Vraag hoe hun plannen die week verlopen zijn. Wees enthousiast over hun groei en moedig hen aan om door te gaan, zelfs als ze teleurstellingen ondervinden. U hoeft niet alle details te kennen om ze te laten zien dat u ze steunt.

Ik wilde er een gewoonte van maken om vroeger naar bed te gaan, en vertelde op zondag dat ik die week meer slaap hoopte te krijgen. Een wijklid hoorde mij en vroeg hoe ik dat ging aanpakken. Ik zei dat ik me had voorgenomen om ten minste één avond die week op de gewenste tijd naar bed te gaan. ‘Ik zal je er volgende week naar vragen’, zei hij. Ik geloofde hem, dus ik hield me aan mijn voornemen.

En ja hoor, de volgende week in de kerk vroeg hij of ik mijn doel bereikt had (dat had ik!), en hij vroeg of ik het de volgende week weer ging doen. Ik wist dat hij me ernaar zou vragen, dus deed ik het. De volgende week moedigde hij me aan om die week dat doel twee keer te halen. En de daaropvolgende week? Hij stelde voor dat ik het drie avonden zou doen. Hij bleef me elke week aanmoedigen totdat mijn plan was uitgegroeid tot een echte gewoonte.

Jaren later vertelde ik dat verhaal aan een andere vriendin in de kerk omdat mijn goede gewoonte verwaterd was en ik wist dat ik opnieuw moest beginnen. ‘Ik zal je aan je voornemen houden’, zei ze. Dus vroeg ze me er elke week naar totdat ik er weer een gewoonte van had gemaakt om op tijd naar bed te gaan. In de loop der jaren hebben familieleden en goede vrienden me geholpen om betere slaapgewoonten aan te kweken, maar de twee keren dat dit het beste werkte, waren het wijkleden – met wie ik geen bijzondere band had – die me hielpen om een doel te stellen en me eraan te houden, en mij er dan op een bemoedigende manier naar vroegen.

Andere ideeën

Als iemand zijn vaardigheid gaat inzetten bij een uitvoering of wedstrijd, ga er dan heen en moedig hem aan.
Merk groei in anderen op en prijs ze om hun inzet, bijvoorbeeld als ze een toespraak gehouden of een les gegeven hebben, hebben geholpen met het plannen van een activiteit, hebben deelgenomen aan een dienstbetoonproject, of op school prestaties hebben geleverd. Zo kunt u hen motiveren om ook op moeilijke dagen aan hun doelen te blijven werken.
Misschien kunt u anderen betrekken bij gezinsactiviteiten om uw kinderen nieuwe vaardigheden aan te leren, met name als dit iets met hun doelen te maken heeft.

4. Geef gehoor aan ingevingen van Heilige Geest.

Streef er bovenal naar om leiding van de Heilige Geest te ontvangen. Onze hemelse Vader en de Heiland weten wat uw sterke kanten zijn en wat de behoeften van anderen mensen zijn. Zij weten hoe u kinderen en jongeren om u heen kunt helpen. Vraag in gebed hoe u dat kunt doen. Handel vervolgens in geloof. De Geest zal u leiden om met kleine en eenvoudige daden wonderen teweeg te brengen (zie Alma 37:6).

De oproep van de Heiland om ‘één van hart en één van zin’ te zijn (Mozes 7:18) nodigt ons – jong en oud – uit om eensgezind ons best te doen net zoals de Heiland te worden en Hem na te volgen. Dienen wij kinderen en jongeren, en moedigen we hun groei aan, dan kunnen we ondervinden dat wijzelf net zoveel groeien.

Andere ideeën

Leef waardig om de Heilige Geest bij u te kunnen hebben.
Trek wekelijks tijd uit om te bedenken hoe u de groei van uw kinderen, of kinderen en jongeren in uw familie, wijk of gemeenschap kunt steunen.
Vertrouw bij het werken aan uw eigen ontwikkeling op de Geest. Leer van mislukkingen en blijf vooruitgang maken, en blijf ernaar streven om de Heilige Geest u in uw groeiproces te laten leiden.