Schapen en hun herder
Ouderling Vern P. Stanfill
van het Quorum der Zeventig
Uit een interview door Christina Crosland.
‘De Heere is mijn Herder’ (Psalmen 23:1).
Ik ben op een veehouderij in Montana (VS) opgegroeid. We hadden ook zo’n driehonderd schapen. Mijn moeder had ze gekocht, zodat we er geld voor onze zending mee konden verdienen.
Ik moest voor de lammetjes zorgen die door hun moeder in de steek gelaten waren. Als een ooi meer dan één lammetje krijgt, zorgt ze niet altijd voor al haar lammetjes. Dus moest ik voor die lammetjes zorgen. Elk jaar hadden we er zo vijf tot tien.
Ik reed dan dagelijks in ons blauwe autootje, een Volkswagen Kever, naar de wei. Ik toeterde en deed de autodeuren open. De lammetjes kwamen dan van overal in het veld aanrennen. Ze kenden het geluid van die oude Volkswagen. Ze sprongen achteraan in de auto, waarna ik ermee naar de schuur reed en ze eten gaf.
Wij zijn als die lammetjes. We wonen verspreid over de hele wereld en krijgen verschillende beproevingen. Maar Jezus wil ieder van ons helpen. We kunnen zijn stem leren herkennen. We kunnen ons tot Hem richten als we troost en geruststelling nodig hebben. We kunnen zijn liefde en die van onze hemelse Vader voelen.
Sinds ik Jezus als mijn Herder zie, is mijn leven veranderd. Als we ons leven aan de Heiland geven, voelen we zijn liefde en leren we Hem vertrouwen.